Good governance ii i Tijdens achttien drukbezochte consultatiebijeenkomsten in mei en juni richtten directeuren en voorzitters van de aangesloten Rabobanken zich vanuit hun klant- en marktoriëntatie op het organisatie- en inrichtingsvraag- stuk 2005+. Deze inspanningen leidden tot extra argumentatie en gaven een brede gedragenheid aan het eindadvies dat onlangs is uitgebracht aan de raad van bestuur Rabobank Nederland. Rabobank Eindhoven loopt als stadsbank min of meer tegen de grenzen van de groei aan. Daarom zoekt de bank met het oog op 2005 en daarna nieuwe samenwerkingsver banden. Waar fusie wellicht een brug te ver is, gaan de gedachten uit naar een federa tieve samenwerking. Opschalen met behoud van eigenstandigheid. 'Als PME's willen we de bestwerkende "fabriek" zijn voor bancaire kern producten.' Onlangs introduceerde de commissie Tabaksblat een nieuwe con ceptcode voor corporate governance. Deze door de commissie unaniem vastgestelde aanbevelingen richten zich op een verster king van de 'checks en balances'om het vertrouwen in grote ondernemingen te herstellen. Na vaststelling van de code is het de bedoeling om deze 1 januari 2004 te laten ingaan, zo mogelijk bij wet verankerd. Hoewel de code in aanleg is bestemd voor beurs genoteerde vennootschappen, bevat deze ook bruikbare en kwaliteitsversterkende aanknopingspunten voor de coöperatieve Rabobank. Zo dient elke commissaris (lees: toezichthouder) geschikt te zijn om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoor delen. Daarnaast dient deze over specifieke deskundigheid te beschikken die nodig is voor de taakvervulling conform de profiel schets. Ook dienen alle commissarissen een introductiepro gramma te volgen met aandacht voor de financiële, juridische en specifieke aspecten van de onderneming, alsmede de verantwoor delijkheden van de commissaris. Verder kan een commissaris maximaal drie termijnen van vier jaar zitting hebben. De code is mede bedoeld om de tijdigheid, volledigheid en juist heid van de externe financiële verslaggeving te waarborgen. Nu mocht ik na aanvaarding van mijn Rabo-betrekking enkele jaren intensief meewerken aan de samenstelling en eindredactie van de jaarverslagen van de Rabobankorganisatie. Dat begon met het jaar 1998. Om de kwaliteit van de jaarverslaggeving te verbeteren luidde destijds al een van de (in hoofddirectie en raad van beheer) vastgestelde uitgangspunten: De Rabobank Groep streeft in haar corporate jaarverslag naar zo groot mogelijke transparantie en doet daarbij niet onder voor de beursgenoteerde financiële instellingen.'Gedachte hierachter was dat een 'open klantencoöperatie'zo mogelijk nog transparanter zou moeten zijn dan een beursgenoteerde onderneming. Sindsdien is de financiële transparantie in de Rabo-jaarverslagen al sterk verbeterd, mede onder invloed van de commissie Peters. Uit de nieuwe code blijkt voorts dat de commissie Tabaksblat vindt dat er (nog) meer transparantie moet komen bij de beloning van bestuurders. Volgens de voortellen zou de algemene vergadering een remuneratierapport - een uitgebreide toelichting op de indivi duele beloningscomponenten als onderdeel van het jaarverslag - moeten goedkeuren. Hoewel op veel terreinen vergevorderd, zijn we als Rabobank op dit punt nog niet zover. Eigenlijk zouden we als coöperatie die nieuwe code niet nodig moeten hebben om gezamenlijk de gewenste transparantie te betrachten. Toch kunnen de aanbevelingen helpen om als Rabobank voor zover relevant minstens 'even'transparant te zijn. functie hoofdredacteur e mail I r.loman@rn.rabobank.nl

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 3