mm Klantwaarde kwaliteit, prijs, relatie Marktomvang als belemmering Berichten B B 12e jaargang 2003 03 functie Rabobank directeurbestuurder Rabobank Sneek-Zuidwest Friesland email directie@sneek-zwf.rabobank.nl Zo zien we klantwaarde binnen Sneek- ZuidwestFriesland. Door onze schaal- en marktom- vang kunnen we de kosten laag houden en daardoor een goede prijs bieden aan onze klanten. Belangrijkste is natuurlijk dat we een klantrelatie opbouwen met wederzijdse tevredenheid.Toch worden we in de praktijk beoordeeld op de kwa liteit van onze dienstverlening en van ons advies. Om die goede kwaliteit te kunnen continueren, menen wij dat de adviesteams minimaal uit vier adviserende medewerkers moeten bestaan. Zo hebben wij ons specialisme onder andere op het gebied van agrarisch en pensioenen in teams gebundeld. Bij gevolg kunnen we vragen van onze klanten continu in een korte tijd goed en vakkundig afhandelen. Zij ervaren die profes sionaliteit en het blijkt ook uit de gemiddelde dienstenafzet.Onze markt is ook groot genoeg om die teams goed en verantwoord te kunnen laten functioneren. Een ander aspect bij deze invulling is dat medewerkers elkaar stimuleren en verrijken door met elkaar te spreken over het vak. Zo is het geheel van een team meer dan ieder afzonderlijk. Voorwaarde voor grotere teams is datje het goed organiseert. Wij zijn blij met onze betrokken medewerkers die professi oneel adviseren tegen een redelijke prijs. Wij zijn ontstaan uit een aantal fusies. De afzonder lijke banken hadden dit nimmer bereikt. Daarbij werken wij in een streek waarin bijvoorbeeld onze veehouders ook steeds doorgaan met opschaling om professioneel te kunnen blijven boeren. Ook bij een grote markt- en bankom- vang gaat het om een persoonlijke relatie. Deze stelling geldt voor elke onderneming. De vraag is veel meer: wat is dan een minimale marktomvang. In dit kader signaleer ik de volgen de ontwikkelingen: Niet alleen klanten, maar ook ontwikkelingen rond financiële dienstverlening eisen meer specialistisch kennis dan voorheen. En dit neemt alleen maar toe. Om specialisten even wel optimaal te laten functioneren, is het niet alleen noodzakelijk dat er voldoende vraag naar hun kennis en kunde is, maar ook dat zij die in teamverband aan elkaar kunnen toetsen en verrij ken. Het werkgebied/marktpotentieel van een bank dient dan ook een zodanige omvang te hebben dat zo'n team van specialisten op basis van een goed rendement is in te zetten. Voorts constateer ik dat bij veel banken de huidi ge marktomvang (en dus het marktpotentieel) belemmerend werkt voor het inzetten van zulke gespecialiseerde teams. Hierdoor is de concurren tie niet goed aan te gaan. Daarom is het nodig dat de banken de vraag beantwoorden of hun werkgebied de juiste omvang heeft om de geschetste ontwikkelingen te pareren. Om vervol- dagelijkse functie directeur communicatie UWV functie Rabobank bestuursvoorzitter Aar en Plassengebied e mail j greet.prins@12move.nl A gens - bij een ontkennend antwoord - de mogelijkheden van samenwerking, fusie of het aanbieden van gespecialiseerde bankdiensten op een andere wijze (hulp van een 'buurbank; inzet regionale teams etc.) te bezien. Het belang rijkste blijft dat Rabobank denkt en acteert van uit het klantbelang en - zonodig - de moed heeft om haar eigen 'werkgebiedsbelang'daar aan ondergeschikt te maken. Vervolg van pagina 7 Een discussienota over het fenomeen ledenraad leidde tot de nodige discussie. De BCA zag goed dat voor enkele banken een ledenraad een goede drager van ledeninvloed kan zijn; dat méér dan van ledenzeggenschap. De BCA waarschuwde echter voor het op deze wijze 'verder weg organi seren'van ledeninvloed/zeggenschap. De BCA zag ook een probleem in het voldoende geïnfor meerd en gemotiveerd houden van een groter aantal leden dat via een ledenraad nauwer bij de bank betrokken zou moeten zijn. Een ander aan dachtspunt is het verwachtingspatroon dat leden van de ledenraad mogen hebben. Als hierover te hoog gespannen verwachtingen bestaan zal de ledenraad contraproductief zijn en zal het kind (de ledeninvloed) met het badwater (de leden raad) worden weggegooid. Met genoegen nam de BCA kennis van het virtue le concept:"beleefjelidmaatschap" Met name de doordachte opzet en de goede mogelijkheden om bij dit centrale concept lokaal aan te sluiten en er verder invulling aan te geven, werden gewaardeerd. Met spanning wacht de BCA de uit komsten van het haalbaarheidsonderzoek af. Allochtonen: Rabobank nog geen marktleider Hoewel het marktaandeel onder allochtonen groeit, zien zij de Rabobank vooralsnog niet als marktleider waar het gaat om bankzaken. Dit blijkt uit onderzoek op initiatief van het Bureau Diversiteit van Rabobank Nederland onder 1.200 allochtone ondernemers en particulieren. Het onderzoek dat is gehouden onder klanten en niet-klanten van de Rabobank, richtte zich onder meer op sparen, financieren, belangstelling voor financiële diensten, adviseurs, bekendheid en imago. In vergelijking met 1998 maakte Rabobank grote vorderingen en is haar marktaan deel onder allochtonen gegroeid. Niettemin doen concurrenten het op onderdelen nog altijd beter. In Nederland wonen bijna 3 miljoen allochtonen. In de beleving van 'nieuwe Nederlanders' legt de Rabobank het qua grootte af tegen ABN AMRO. Een aanzienlijk deel van de respondenten twijfelt bovendien aan de soliditeit en kredietwaardig heid van de Rabobank. Dit ondanks de hoogste waardering (triple A) die Rabobank hiervoor heeft. Ook opvallend is dat etnische banken voor allochtonen geen rol van betekenis spelen. De naamsbekendheid van de Rabobank is groot. vervolg op pagina 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 11