Bert Heemskerk: van alle markten thuis 6 Interview Heemskerk B B 12e jaargang 2003 01 financiële verhoudingen, ik wil zelf ook weten hoe het tikt en klikt.' Hij prijst de kwaliteit van de winst vanwege het sta biele karakter. De bulk van de baten vloeit voort uit het normale kernbedrijf. 'Ik zie weinig non-recurrent profit', stelt hij tevreden vast. Investment banking ziet hij dan ook als een meer complementaire tak van sport, 'maar daar moeten wij nooit de bulk van onze winst willen beha len. Dan wordt ons resultaat te volatiel.' Als geen ander weet hij hoe resultaten in de financiële wereld kunnen fluctueren omdat zich altijd wel ergens onvoorziene tegenvallers voordoen. Daarom ook doet hij geen harde uitspraken over de winst verwachting voor het lopende jaar. 'We mikken uiteraard op meer, maar hoeveel dat wordt, is nog onzeker.' De stelling 'zonder kostengroei, geen batengroei' is over het algemeen wel geldig volgens hem, maar in de huidige conjunctuur niet houdbaar. Hij spreekt overigens de ver wachting uit dat er geen snelle conjunc tuuromslag verwacht mag worden. Dat heeft consequenties voor Rabobank Nederland. 'Totdat er een economisch zonnetje doorbreekt, zal Rabobank Nederland zich richten op de nullijn in de kostengroei. Dat betekent dat we in ieder geval de eerste maanden van dit jaar extra zuinig zullen moeten zijn. De voor dit jaar gebudgetteerde kostengroei bij Rabobank Nederland komt pas in beeld als er weer batengroei tegenover staat!' In de korte periode dat hij bij de Rabobank Groep is, heeft Heemskerk al een goed oog ontwikkeld voor de diver siteit onder de aangesloten banken. 'Daar kun en wil je geen eenheidsworst van maken.' Maar wat de schaalgrootte en de functie van de banken betreft, laat hij zich graag overtuigen door het lopende project Visie 2005+. Wel is hij van mening dat we daar geen jaar over moeten doen. 'Ik bemerk dat er een grote mate van consen sus is. Het spitwerk is reeds gedaan, de dossiers liggen er. Zoiets laat zich ook moeilijk tot in details uitstippelen. Het gaat om het duiden van de grote lijn waarlangs de aangesloten banken zich gaan ontwikkelen. Ik denk dat we daar vrij pragmatisch mee om moeten gaan.' Ook als het gaat om het besturingsmodel van de lokale banken voorziet hij geen dramatische veranderingen, zeker niet op korte termijn. Het economisch karakter van een werkgebied is volgens hem erg bepalend voor de wijze van besturing, evenals trouwens de mate van worteling in de gemeenschap. 'Cruciaal in welk model dan ook is dat de ledeninvloed goed gestalte krijgt.' Zijn indruk is dat we met het ledenbeleid en de ontwikkeling van ledenprogramma's al behoorlijk zijn gevorderd. 'De onderscheidende factor van de Rabobank ten opzichte van de concurrentie is het lidmaatschap. Iedere beursgenoteerde bank is daar jaloers op. We moeten elke mogelijkheid benutten om dat sterk naar voren te laten komen. Daarbij ga ik er wel vanuit dat die inspan ningen ons geen windeieren leggen.' 'Eigenlijk kom ik in een gespreid bedje', zegt Heemskerk met oog op de nieuwe topstructuur. Daarom kan hij zich con centreren op de ontwikkeling van de groep. Er zijn kansen te over. Zo ziet hij bijvoorbeeld voor verzekeren op termijn een zelfde marktaandeel als hij bankieren. Tevreden signaleert hij grote kansen op de wholesale markt. Ook zou de Rabobank Na zijn studies theologie en filosofie aan de Philosofisch-Theologische Hochschule in Frankfurt am Main, aan de Karls Eberhard Universitat inTübingen en aan de Université Catholique in Parijs, studeerde Heemskerk (59) economie aan de NEH in Rotterdam. Hij werkte meer dan twintig jaar bij AMRO Bank/ABN- AMRO, onder andere in Tokyo, Dubai en Londen. Bij ABN-AMRO bekleedde hij laatstelijk de functie van directeur-generaal Binnenland - uit hoofde waarvan hij de retailactiviteiten onder zijn hoede had - waarna hij in 1991 overstapte naar Van Lanschot Bankiers NV. meer trots op zichzelf mogen zijn. 'Zeker is dat we het ten opzichte van de vele bancaire peers beter doen. Dat we al jarenlang de grootste en meest innovatie ve bank zijn in Nederland, wordt nog steeds onvoldoende onderkend.' Zo is het hem ook een doorn in het oog dat we ons het sponsorship van de Landbouw Rai hebben laten afpakken door de concurrentie. 'Terug daarmee. Dat is ons grondgebied!' Vol zelfvertrouwen richt hij desgevraagd de blik kort op Europa. Het fusieseizoen in het Europese bankwezen is volgens hem nog niet begonnen. Maar als dat gebeurt - 'ik laat u het bijtijds weten'- moet de Rabobank zich sterk, zelfbewust en zonder arrogantie in het strijdtoneel storten. 'Als we ervoor zorgen dat we de grootste en beste bank van Nederland blijven en daarbuiten een goed gepositio neerde nichebank, dan krijgen we straks als het fusieproces van start gaat - ban king is constant imitation - de mooiste en beste partner in Europa. Dat beloof ik u!'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 6