B&B 12ejaargang 2003 01 Fotografie Esther Pennarts k hen een redelijk eenvoudige vent.' Bert Heemskerk schetst desgevraagd een klein zelfportret: 'Direct, open, een hekel aan spelletjes en ik houd van aan pakken. M'n vrouw, die schoonheidsspe cialiste is, vindt dikwijls dat ik te weinig smaak heb. Zij bepaalt - meer dan ik - hoe ik er bijloop.' Natuurlijk vindt hij een verzorgd uiterlijk bij een bank uiterst belangrijk. Het gaat ook om de uitstra ling, de pui moet schoon zijn. 'In een nette omgeving met attente medewerkers is de omgang prettig. Dan heb je de klant al voor 60% binnen. Kennis van zaken doet de rest.' Als filosoof van huis uit, is Heemskerk druk bezig de Rabocultuur te doorgron den. Beetje bij beetje ontmoet hij de men sen van de Rabobank, bij Rabobank Nederland en in het land. Zo nam hij al een kijkje bij vijftien lokale banken, infor meel, 'met de benen op tafel'. Hij maakte kennis met bestuurders en toezichthou ders. Wat hem opviel was de sterke betrokkenheid die ze hebben bij hun bank, het gevoel voor ondernemerschap en de trots op de stevige worteling in de gemeenschap. 'Dat hebben andere banken dus niet!' In die gesprekken constateerde hij dat het met de veelbesproken tegen stelling tussen lokaal en centraal wel mee valt. 'In elke landelijk opererende onder neming is er 'dialectiek' tussen centraal en decentraal. In deze organisatie zijn de aangesloten banken de baas. Samen heb ben ze Rabobank Nederland opgericht om hen te dienen, samen bezitten zij de aandelen. Anderzijds oefent Rabobank Nederland toezicht uit op de aangesloten banken. Dat zit gezond in elkaar.' Hij refereert aan z'n 22 jaar ervaring bij ABN-AMRO waar hij 'zo ongeveer alles' heeft gedaan. 'Altijd en overal heb ik me sterk gemaakt voor het primaat van het lokaal ondernemerschap. Daar weten ze waar het om draait: zakendoen en het contact met de klant. Bij de Rabobank zijn dat de aangesloten banken, die zitten er bovenop!' Zoals menig Nederlander, kent ook Heemskerk de Rabobank al vanuit z'n jeugd. 'M'n eerste spaarboekje heb ik nog ergens.' Hij groeide op in de Bollenstreek, waar z'n vader een scheeps werfje en een kolenhandel had. In de vakanties was het aanpoten op het bedrijfje, vletten halen en brengen naar de bollenboeren. 'Het doet me wat', zegt hij, 'die worteling van de Rabobank in de agrarische sector. De boerenstand, die krijg je niet om, dat is een slag onderne mers waar je nooit van wint. Dat zit ook in de Rabobank: niet óm te krijgen.' Zijn kennismaking met de Rabobank Groep begon bij de raad van commissa rissen. 'Dat klikte voor wat mij betreft meteen', zegt hij terugkijkend. Hij heeft gemerkt dat deze commissarissen uit een ander hout zijn gesneden dan de 'gangba re' commissarissen die hij kent uit ven- nootschapsland. 'Het is een ander type mensen, met een andere outlook. Het soort dat niet alleen oog heeft voor cij fers, maar dat dieper prikt. En dat ligt me wel.' Tijdens het kennismakingsgesprek werd hij behoorlijk doorgezaagd over de coöperatie. 'Volgens mij is het een uitste kend functionerende bedrijfsvorm, maar dat was niet genoeg, vond men. Het ging om het gevoel dat ik erbij heb. Maar dat is iets wat je moet ontwikkelen. Ik merk dat het koesteren van de coöperatieve gedach te wel aanstekelijk werkt.' Hij tekent aan dat we naar de markt toe voor "de coöpe ratie" misschien een andere, eigentijdsere term moeten verzinnen en wijst op een onderscheid: 'het lidmaatschap op centraal niveau kent ook eigendomsaspecten, op lokaal niveau geldt dat niet.' Z'n allereerste prioriteit is het smeden van eenheid: in de raad van bestuur en binnen Rabobank Nederland. 'Het gebrek aan teamspirit is absoluut ten einde', stelt hij vol vertrouwen. 'We maken een frisse start. Ik hou ervan de deur open te hebben. Informeel overleg heeft een belangrijke functie.' Daarbij ziet hij graag korte lijnen en open communicatie. Het is de bedoe ling dat direct verantwoordelijken zoveel mogelijk zelf bij de behandeling van hun voorstellen in de raad van bestuur aanwe zig zijn. Dan is er sprake van feedback uit de eerste hand en zijn de betrokkenen op de hoogte van de argumentatie. Bovendien denk ik dat er veel minder ter besluitvor ming aan de raad van bestuur voorgelegd hoeft te worden. Dat is dus een kwestie van delegeren.' Zijn voornemen is nauw aangesloten te blijven op de management ontwikkeling. 'Het is een zwaktebod dat er leden van de raad bestuur van buiten moeten worden gehaald!' Zo wil hij een of twee keer in de maand lunchen met groep jes jongeren uit de hele organisatie. En in het proces van management development moeten potentials de mogelijkheid krijgen zichzelf te presenteren. 'We moeten niet praten over mensen, maar met mensen.' Weten hoe het tikt en klikt Hij typeert zichzelf uitdrukkelijk als een commercieel en niet als een administratief- organisatorisch ingestelde manager. 'Ik vind het leuk om zelf ook business te genereren.' Het aanstellen van een CFO (chief financial officer) hoeft voor hem niet op stel en sprong. 'De Rabobank Groep is complex en heeft specifieke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2003 | | pagina 5