rrpi 0 B&B 11e jaargang 2002 06 buiten het werkgebied werd gewerkt. 'Toen de directeur in 1999 vertrok, had den we onmiddellijk een interim moeten aanstellen', vervolgt hij. 'De benoeming van Oliemeulen kwam pas na bijna een jaar en ondertussen ontplooide de bank weinig initiatief.' Van Ernich, destijds bestuurslid en nu voorzitter van de raad van toezicht, tekent uitdrukkelijk aan dat ook Rabobank Nederland de colleges in de waan liet dat alles oké was. 'We voel den ons zelfs gestreeld door de positieve opstelling van die zijde', herinnert De Louw zich. Hij zag dan ook geen reden om op te stappen toen mismanagement aan het licht kwam. 'Ik heb dat juist heel bewust niet gedaan. Naar buiten toe was er geen vuiltje aan de lucht. Plotseling opstappen zou een verkeerd signaal zijn geweest.' Van Ernich heeft het aanblijven ook als een uiting van kracht ervaren. 'We hebben de schouders eronder gezet en spitsroeden gelopen met elkaar om een nieuwe koers uit te zetten.' Ertegenaan Niet lang na zijn aantreden begin 2000 constateerde Oliemeulen dat de zaak er nog veel slechter voorstond dan was gedacht. De noodzakelijke beleidswijzi ging leidde vervolgens tot een volledig nieuw (interim)managementteam en een mutatie van 30 van de medewerkers. De bank was tijdelijk vleugellam en de balansgroei stagneerde, de inkomsten ver dampten, de kosten rezen de pan uit van wege de ingezette kwaliteitsverbetering. 'Als nieuwe directeurbestuurder stond ik voor de keuze: een crisis veroorzaken of ertegenaan. Het werd samenwerking. Met elkaar: bestuur, raad van toezicht, mede werkers en ondernemingsraad; met leden, klanten en buurbanken; met het regio kantoor en Rabobank Nederland, tot aan de raad van bestuur; en ook met de accountantsdienst en de ingezette taskfor- ce. De les is natuurlijk dat coöperatief bankieren veel meer moet zijn dan louter een goede financiële performance. Het is goed dat de andere kompassen er zijn gekomen. De coöperatieontwikkeling hebben we ook direct opgepakt. Nu is er dialoog met de leden. Er valt veel uit te leggen. We hebben drie klankbordgroe pen ingesteld, waaronder met groot suc ces een Klankbordgroep Voorbereiding Jaarvergadering.' Handen op elkaar De bank maakte op alle onderdelen een kwaliteitsslag. Op het financieel kompas na, zijn de kompassen op dit moment zelfs voldoende tot zeer goed. 'We stellen ons kwetsbaar op en winden er geen doekjes om dat we er financieel slecht voorstaan', aldus Oliemeulen. De beide voorzitters geven aan dat het werkgebied kan meepraten over het tempo en de aard van veranderingen. 'Daar krijgen we de handen steeds meer voor op elkaar. De klanten beseffen dat de bank niet bezig is hen te pesten, maar dat maatregelen pure noodzaak zijn.' De ontnuchtering is groot. Het effectenbeleid, het financie ringsbeleid en het tarievenbeleid zijn aan gepast, evenals het distributiebeleid (ACE1). Het bijkantoor te Reek wordt in goed overleg met een klankbordgroep van de bewoners vervroegd gesloten. Inmiddels is Progress integraal opgepakt en zijn alle projecten gerealiseerd. Alle ondersteunende werkzaamheden zijn gecentraliseerd in een administratief faci litair centrum. Eind volgend jaar zullen er 15 fte's minder op de rol staan. Een zware dobber De beleidsplanningcyclus staat goed op de rails. Er wordt resultaatgericht gestuurd op de kompassen met persoon lijke activiteitenplannen. Op het gebied van opleidingen wordt een kostbare inhaalmanoeuvre gemaakt. In de periode 1996-1999 trad een groot aantal jonge instromers aan en de bank kampt met een gebrek aan senioriteit. Van Ernich spreekt van een cultuuromslag. 'Net als iedereen, hadden ook de medewerkers een totaal verkeerd beeld van de bank opgebouwd. Het is communicatief een zware dobber om dwars daartegenin een normaal func tionerende Rabobank te willen worden. Want dat is onze ambitie.' De brede erva ring van zowel Van Ernich als Oliemeulen met veranderprocessen en HR-vraagstuk ken komt goed van pas bij de ingezette kanteling. Onverklaarbare kostendoorbelasting De Louw geeft aan dat ook bestuurlijk grote stappen vooruit zijn gezet. Met ondersteuning van met name de regiodi rectie zijn de colleges beter in hun rol gekomen. 'Het vertrouwen is volledig hersteld', voegt Van Ernich eraan toe. 'De Balanstotaal 280 miljoen Aantal fte's 76 Bancaire productiviteit 1.00 Baten/lasten ratio 1.13 Solvabiliteit j 1.35 Aantal vestigingen i 3 Inwoners i 15.000 Leden I Circa 2.000 Ledenratio 1 3.5 Marktaandeel part. j 80% Marktaandeel bedrijven 70% Marktaandeel. Agrarisch j 83% Van oorsprong is het werkgebied van de Rabobank Schaijk agrarisch getint. Het dorp Schaijk is vanouds een dynamisch streekcentrum. Het dorpje Reek en het culturele stadje Ravenstein aan de Maas, vallen door fusie ook binnen de werkgebiedgrenzen. Door de beperkte uitbreidingsplannen van industrie terreinen zijn de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijfsleven wat achtergebleven ten opzichte van de vraag. In de afgelopen jaren zijn in het gebied enkele nieuwe woonwijken verrezen. Om goed in te kunnen spelen op de kwaliteit van dienstverlening werkt Schaijk bovenlokaal samen met de Rabobank Berghem-Herpen-Megen op de gebieden van effecten en agrarische klantbediening. informatievoorziening aan de raad van toe zicht is nu van een uitstekend niveau.' Oliemeulen is op zijn beurt zeer tevreden over de informatie met betrekking tot het monitoren van de kompassen. 'Die getuigt van professionaliteit.' De grootste tegenslag in deze moeilijke tijden is volgens hem dat de bank - als een van de weinige - met een onverklaarbaar hoge kostendoorbelasting van maar liefst 13% is geconfronteerd. 'Inmiddels zijn we een half jaar verder en tasten we nog in het duister over het waar om. Het is onbegrijpelijk dat Rabobank Nederland geen goede analyse kan maken. Zo wordt de kans om boven Jan te komen wel erg minimaal.' Voorsorterend op een betere toekomst, werkt Schaijk inmiddels vol overtuiging aan vormen van bovenlokale samenwerking, waarbij fusie op termijn een duidelijke optie is.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2002 | | pagina 9