'Ka
ze
Berichten
Organisatie
B&B 11e jaargang 2002 06
Functie: directeurbestuurder Rabobank
Oerle-Wintelre
email: directie@oerle-wintelre.rabobank.nl
Vanuit de overheid en de politiek klinken de zor
gelijke geluiden over het teruglopende aantal
postkantoren en banken/bankfilialen steeds
harder. De afkalving van het voorzieningenni
veau moet een halt worden toegeroepen, zeg
gen ouderenbonden en consumentenorganisa
ties. Kansrijke steden en een vitaal platteland
zijn niet gediend met verschraling van het dien
stenaanbod. Van de Rabobank verwacht het
publiek - en logisch gezien onze historie en profi
lering - meer dan van andere banken. Als wij
minder en minder aan dat beeld voldoen zijn de
reacties ook feller, lijkt het wel.
Fusiebesluiten zouden altijd verbreding en ver
betering van de dienstverlening tot doel moeten
hebben - werkelijke synergie. Dat wordt de leden
en klanten ook voorgehouden. Wat zij vervol
gens maar al te vaak ondervinden, is een uitge
klede vorm van dienstverlening. Hun vertrouw
de, goed 'bemenste'bank wordt een bijkantoor,
of erger: opgeheven. De mensen voelen dat ze
iets eigens kwijtraken. Ondertussen klinken
geluiden door over verdergaande fusies.
Opschaling tot een paar honderd banken
behoort tot de mogelijkheden.
Als gevolg van deze beweging zal met name de
categorie banken totzo'n 60/80 fte uit het
Rabobankenlandschap moeten verdwijnen. De
organisatie is al aan het voorsorteren. Nu al zet
ten een al te rigide toegepaste wet- en (interne)
regelgeving met betrekking tot het zelfstandig
'mogen/kunnen'het bestaansrecht van die ban
ken op het spei. Fusie dringt zich op. Bijgevolg is
de continuïteit van ongeveer een kwart van onze
banken in het geding!
Het betreft juist banken die nog altijd het meest
beantwoorden aan het oorspronkelijke beeld
van de coöperatieve bank. Het zijn de 'karakte
ristieke zelfstandigen' binnen onze organisatie,
die ondernemen aan de basis: zelfstandig, in
hun eigen markten. Zij profileren zich als de K5-
banken: kundig, karakteristiek, krachtig, koste
nefficiënt en kleinschalig. Dat laatste doelt niet
op de grootte van de bank, maar op de manier
van benaderen van de markt. De directe band
met de klanten en de persoonlijke manier van
zakendoen zijn een grootgoed. Die 'eigenheid'
moet om vele redenen worden gekoesterd. En
waar nodig fel verdedigd.
Het zicht- en merkbaar afkalven van het lokale
niveau van de dienstverlening is de bijl aan de
wortel van het dubbel en dwars bewezen
bestaansrecht van de kleinschalige Rabobank.
Dit is geen op nostalgische dorpsromantiek
geïnspireerde veronderstelling, maar pure rea
liteit. De cijfers bewijzen het. Op zaken als ban
caire productiviteit, baten/lasten-verhouding,
klantenbinding en - loyaliteit, marktpenetratie,
enz., scoren de K5-banken binnen onze organi
satie cijfers die alle vergelijkingen aan kunnen.
Fusie is geen oplossing als wij de eigen kwalitei
ten van onze 'karakteristieke zelfstandigen'in
het belang van lid en klant recht willen blijven
doen. Het gaat erom dat je de organisatie en de
kennis zo organiseert, dat de dienstverlening
aan de klant optimaal blijft. Samenwerking is
een mogelijkheid. Het verdient aanbeveling om
de mogelijkheden tot samenwerking structureel
te onderzoeken en planmatig uit te werken. Geef
de K5-banken de gelegenheid hun 'eigen'weg
zoeken, haal de bijl van de wortels!
Drs. Bert Heemskerk (59) is vanaf 1 december
2002 de nieuwe voorzitter van de raad van
bestuur van Rabobank Nederland. Hij was sinds
1991 voorzitter van de raad van bestuur van F.
van Lanschot Bankiers NV en werkte daarvoor
meer dan twintig jaar bij AMRO Bank ABNAmro.
ir. Piet van Schijndel (51), hoofddirectievoorzitter
van Interpolis, is per dezelfde datum toegetreden
tot de raad van bestuur. Als opvolger van
drs. John van Nuenen, die zijn lidmaatschap van
de raad van bestuur per 1 januari 2003 neerlegt,
zal hij zich met name gaan bezighouden met de
bewerking van de retailmarkt. Per 1 januari 2003
wordt de raad van bestuur verder versterkt door
prof.dr. Piet Moerland (53), hoogleraar Onderne
mingsfinanciering en Corporate Governance, die
onder meer coöperatieve aangelegenheden en
het lokale toezicht als aandachtsgebieden krijgt.
Hij was van 1984 tot 2000 eerst lid van de raad
van toezicht en daarna lid van de raad van beheer
van Rabobank Nederland. D
Op 15 november vergaderde de BCA. Besloten
werd de vacaturevervulling (drie tussentijdse en
enkele reguliere vacatures volgens rooster van
aftreden) aan te houden in afwachting van de dis
cussies over het lokale bestuursmodel. Ook het al
dan niet handhaven van het toezichteiement in
de commissie is hierbij relevant. In vervolg op de
stevige kritiek van de BCA op de problemen bij
de verspreiding van U Extra nam de commissie er
kennis van dat er met een nieuwe release van OLI
zicht ontstaat op een oplossing van de meest
knellende problemen. Verder nam de BCA kennis
van een voorstel om stuurgrootheden te gaan
hanteren voor het meten van de prestaties met
coöperatief bankieren van de lokale bank, met
een accent op het ledenbeleid. Het moment
wordt rijp geacht om dit onderscheidende ele
ment van de Rabobank met behulp van het
meten aan de hand van stuurgrootheden sterker
te positioneren. Het aanbiedingenbeleid voor
leden, en de uitgangspunten daarvoor, werden
toegelicht. Aanbiedingen moeten onder meer
aansluiten bij motieven die men voor het lid
maatschap heeft en moeten worden gekoppeld
aan marktbewerkingsthema's, artikelen in U en
aan www.rabobank.nl. O
Rabobank