10 vragen aan Wim Boonstra A Wie is drs. Wim Boonstra (43)? Vanwaar de stap naar projectleider Visie 2005+ Hoe gaat u 2005+ aanpakken? Wat is de meerwaarde van Boonstra hierbij? Al een idee over ambitie, competenties en omvang? 10 vragen aan... im V Opschalen naar 150 regionale banken? Is er verankering met ander programma's? Hebben we straks één toverformule? Waaraan ergert u zich? •1 Wat vindt u van de Rabobank als coöperatie? B&B 11e jaargang 2002 05 Fotografie Esther Pennarts 'Vader van drie kinderen in de leeftijd 14,13 en 11 en econoom. Naast het economische onderzoek bij Rabobank, geef ik les aan de Vrije Universiteit als docent geld en bankwezen. Ik schrijf graag, zit in de redactie van het blad Financieel Monetaire Studies en ben bestuurslid van de Koninklijke Vereniging voor de Staatshuishoudkunde. Daarnaast vul ik mijn vrije tijd met fietsen, lezen, m'n brede muziekverzameling en m'n modelspoorbaan op zolder, al kom ik daar nu vrijwel niet aan toe.' 'Na ruim 11 jaar bij Stafgroep Economisch Onderzoek (SEO) - variërend van internationaal onderzoek, het europroject van 1995 tot 1999, tot hoofd SEO sinds januari 2000 - wil ik mijn inhoudelijke kennis en mijn managementervaring graag inzetten voor een belangrijk project zoals dit. 'Allereerst door heel goed te luisteren en door grondig te kijken naar de schat aan materiaal waarover we al beschikken, naar ontwikkelingen bij concurrenten en naar het landelijk beeld, mede met de Nieuwe Kaart van Nederland. Bij die inventarisatie en analyse hoort het opvullen van lacunes en het leggen van verbindingen, want we gaan het wiel niet opnieuw uitvinden. Vervolgstap is om met een kleine flexibele project organisatie via intensieve en organisatiebrede groepsprocessen te komen tot een brede langetermijnvisie voor de aangesloten banken. Daarbij moet iedereen dus van medewerkers en managers tot en met lokale bestuurders - volwaardig kunnen meepraten.' 'Bij de vele lezingen en tijdens het europroject kwam ik in de loop der jaren frequent bij banken en ook elders in de organisatie over de vloer. Die ervaring en mijn analytische kwaliteiten komen me zeker van pas. Van toegevoegde waarde kan zijn dat ik in dit traject nimmer een bedrijfspolitieke partij was en nog steeds blanco, zeg onbevangen, ben.' 1' 'De ambitie is glashelder: we willen marktleider zijn in Nederland, ook in perceptie. Uitgangspunt is dat elke lokale bank over de hele linie ope reert als marktmeester in het werkgebied. Wel moeten we het begrip "autonomie" misschien nader definiëren, want de kracht van onze coö peratieve organisatie zit 'm in de combinatie van lokale kleinschaligheid met de kracht van de collectiviteit. Verder kunnen qua competenties en omvang op procesniveau andere maatstaven gelden dan aan de voor kant. Lokaal geldt de "menselijke maat" om herkenbaar te blijven voor klanten, aan de achterkant van de bank geldt wellicht een ander opti mum. Op de invulling hiervan kan en wil ik niet vooruitlopen.' Klantwaarde/markt functie Rabobank projectleider Visie Rabobank 2005+ e mail w.w.boonstrad^rn.rabobank.nl 'Die 150 is helaas een eigen leven gaan leiden, maar was enkel een sug gestie van de werkgroep Ondersteuning. Wat mij betreft is er geen spra ke van een streefaantal: het aantal banken dat uiteindelijk overblijft, zal de weerspiegeling moeten zijn van de wijze waarop we onze klanten willen bedienen. De uitkomst ligt wat mij betreft nog open: het kan dus variëren van één tot misschien wel meer dan 300 aangesloten banken.' 'Visie Rabobank 2005+ is een veelomvattend traject, maar we moeten wel door. Sommige zaken kun je niet stilleggen. Daarom is er steeds nauw contact met lopende en nieuwe trajecten. Denk aan FAST, multi- distributie, evaluatie lokale bestuursmodel en het cultuurprogramma. Al die zaken grijpen in elkaar en overlappen soms een beetje. Maar de projecten worden van alle kanten gezwaluwstaart, daar heeft de CKV 13 september ook op aangedrongen.' 'Nee, dat verwacht ik niet. We moeten onze diversiteit blijven koesteren. Eenheidsworst creëren doet geen recht aan de karakteristieken van de organisatie. Als uitkomst van het debat kunnen wel door de banken zelf geconstrueerde sjablonen ontstaan met verschillende banktypen. Vanuit het marktmeesterschap kies je als bank dan zelf voor een bepaalde inrichting met bijbehorende afspraken en gedragingen.' 'Vooral aan klaaggedrag. Nederland is een ontwikkeld en rijk land - rij ker dan ooit - vrijwel zonder analfabeten, met een enorme arbeidsparti cipatie - onder Paars kwamen er een miljoen arbeidsplaatsen bij- we houden veel geld over en de overheidsfinanciën zijn op orde. Dat we het met zijn allen best wel goed hebben wordt door veel mensen als iets vanzelfsprekends ervaren, men vergeet wellicht hoe het ook anders kan. Daardoor klagen we met zijn allen nogal disproportioneel, als ver wende kinderen.' m 'Het blijft een ijzersterk maatschappelijk concept met lokale worteling. We mogen niet vergeten dat het bij solidariteit ook gaat om welbegre pen eigenbelang. We moeten zuiver zijn in het spel en vooral ook bank blijven. Een zakelijke instelling met een coöperatieve attitude maakt ons wezenlijk onderscheidend en passend in de tijdgeest. Daarbij mogen we best wat trotser zijn op wat we doen, maar we moeten ook kritisch, oplossinggericht en praktisch blijven kijken naar ons eigen functioneren. Daar hebben onze klanten en leden recht op,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2002 | | pagina 11