Opschalen om kf Co-makinggroep op trektocht 16 Dubbelinterview De CKV van 6 december vorig jaar stelde vast dat er iets mis was in de verhouding lokaal - centraal. De ondersteuning voldeed niet meer aan de verwachtingen. Dat betekende werk aan de winkel voor een co- makinggroep. Inmiddels ligt er een rapportage die met een brief van Hans Smits aan de banken is gestuurd. Jan Dijkstra en Bert Mertens, leden van de groep, kijken terug op een intensieve trektocht. Banken zogen hun speelveld kleiner worden' 0 B&B 11 e jaargang 2002 04 Bert Mertens functie directeur Rabobank Nederland e-maii H.HJ.Mertens@rn.rabobank.nl Jan Dijkstra functie directeurbestuurder van Rabobank 's-Hertogenbosch e-mail J. Dijkstra®) s-hertogenbosch.rabobank.nl Na die '6e december' werd Bert Mertens, directeur van Rabobank Nederland, door de raad van bestuur gevraagd om in samenwerking met ver tegenwoordigers van de aangesloten ban ken een onderzoek in te stellen naar mogelijke verbeteringen. Op basis van zijn brede kennis en ervaring verzocht hij negen directeuren van aangesloten ban ken, vijf mensen van Rabobank Nederland en een onafhankelijke externe deskundige de opdracht ter hand te nemen. Jan Dijkstra, directeurbestuurder van Rabobank 's-Hertogenbosch werd voorzitter van deze co-makinggroep. 'Het is een avontuurlijke trektocht geworden', zeggen beiden terugkijkend op drie maan den intensief werken. 'Een open proces dat werkendeweg is ingevuld.' Een sluipend proces 'De onvrede bij aangesloten banken komt natuurlijk niet uit de lucht vallen', zegt Dijkstra. Circa 25 jaar was hij werkzaam bij Rabobank Nederland, onder meer bij het toenmalige Grootbedrijf (Metazaken), daarna was hij vier jaar directeur in Waalwijk en nu drieënhalf jaar in Den Bosch. Hij spreekt van een sluipend pro ces dat de laatste drie jaar onder invloed van het strategisch kader naar een climax is gegroeid. Het distributiebeleid ging steeds meer sporen van centralisme verto nen. 'Terwijl de waarde van het lokaal ondernemerschap steeds sterk werd bena drukt, zagen de banken hun speelveld almaar kleiner worden en kregen ze het gevoel "outlets" te worden', constateert Mertens. Er liggen dus verbanden tussen de kritiek op de ondersteuning, de kostendoorbelasting incluis, en de funda mentele scheefgroei in de verhouding tus sen Rabobank Nederland en de aangeslo ten banken. Een voedingsbodem voor wantrouwen en achterdocht. Tijdens de Bert Mertens eerste bijeenkomst van de co-making- groep kwam dit duidelijk naar voren. De leden wilden de opdracht niet geredu ceerd zien tot een efficiency- en effectivi teitoperatie met betrekking tot het onder steuningsapparaat. 'Een spannend moment', zegt Mertens. 'Na overleg stem de de raad van bestuur in met deze ziens wijze en de voorgestelde aanpak van de opdracht.' "Model 2" Dijkstra: 'De allesoverheersende vraag is wat de Rabobank is en wat ze naar klan ten wil zijn. Een groep producenten en distributeurs die gezamenlijk de Nederlandse markt bewerken onder regie van Rabobank Nederland - model 1 - of - model 2 - een groep van lokale banken die vanuit hun coöperatieve oriëntatie en bestuurlijke verantwoordelijkheid invul ling geven aan het marktmeesterschap in hun werkgebied?' De co-makinggroep koos principieel voor model 2 vanuit de overtuiging dat dit model ook in de toe komst de beste garantie biedt om de ambities van de Rabobank te realiseren. Deze zienswijze kon tevens zeer goed als input fungeren voor de inmiddels gestarte lokaal-centraal discussie in de kringen en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2002 | | pagina 16