K
De grote fusie
De vermogenskwestie
B B 11e jaargang 2002 03 Fotografie collectie Rabobank Nederland, Herman Jonkman, Esther Pennarts, e.a. Afscheid raad van beheer
De raad beheer werd als richtinggevend college van
eminent belang met het plaatsvinden van de grote
fusie tussen de Utrechtse Centrale Coöperatieve
Raiffeisen-Bank en de Eindhovense Centrale
Coöperatieve Boerenleenbank. Beide organisaties
smolten in de jaren daarna samen door het fuseren
van de lokale boerenleenbanken en Raiffeisenbanken
tot Rabobanken. Plaatselijk een vaak moeilijk en taai
proces, waarbij de raad van beheer dikwijls de wegbe
reider en katalysator is geweest. Ook werden op initia
tief van de raad van beheer nieuwe Rabobanken in
grootstedelijke gebieden in het leven geroepen, hun
eigen knopen doorhakken.
vleugels uitgeslagen. En ook international
gingen de ambities van de Rabobank
soms verder dan in de praktijk te realise
ren was. De door de raad van beheer
altijd zeer geëntameerde coöperatieve
samenwerking met Europese partners is
nog altijd niet geworden wat ervan werd
gehoopt. De al zeer concrete plannen om
te komen tot een baanbrekende samen
werking met de Duitse DG-Bank moesten
worden stopgezet.
Coöperatieve metamorfose
Zonder twijfel zijn de initiatieven van de
raad van beheer op zijn eigen speelveld
Gérard Mertens (rechts) in gesprek met vertegen
woordigers van lokale banken op de algemene verga
dering.
Q Dl Algemene vergadering van de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in Eindhoven
in de jaren zestig.
het belangrijkst geweest. Vanuit het colle
ge is sturing gegeven aan decennialange
zoektocht naar het wezen van de coöpe
ratieve bank, haar bestaansrecht, haar
zingeving. Van het 'back to basics' in de
jaren tachtig tot de uiteindelijke omvor
ming in 1998 van de kredietcoöperatie
naar een brede financiële dienstverlener
op coöperatieve grondslag. Met name in
de periode 'Meijer' 1993-2002) heeft dat
geleid tot ingrijpende beslissingen met
betrekking tot de koers en levensvatbaar
heid van het coöperatieve bankwezen in
ons land. Het is niet overdreven te stellen
dat de aanwakkering van het lokale
bewustzijn door de coöperatiediscussie
van de jaren negentig heeft geleid tot een
metamorfose van het inmiddels eeuwoude
coöperatief bankieren.
Stevig in de schoenen
Als coöperaties lijken de aangesloten ban
ken steviger in de schoenen te staan dan
ooit. De nog niet zo lang geleden zo
gesloten en patriarchaal ingestelde plaat
selijke verenigingen kennen nu een opener
en nog aan kracht winnend besturings
model, waarin de invloed van leden is
gewaarborgd. De ledenwerving en de
invulling van de maatschappelijke betrok
kenheid staan hoog in het vaandel. Het
toezicht is onafhankelijker gepositioneerd
en steeds beter in staat de snel aan impor
tantie winnende taken uit te voeren. De
lokale bank beoogt een bank te zijn van,
voor en middenin de plaatselijke gemeen
schap. De coöperatieve missie is nu het
helpen van mensen bij bet realiseren van
hun ambities. Onder invloed van de raad
Toen de Rabobank na de grote fusie goed op de
rails stond en de marktaandelen, onder invloed
van de synergie en de economische groei, flinke
stijgingen lieten zien, kon de raad van beheer
eind jaren zeventig meer aandacht gaan schen
ken aan de voorzichtige uitbouw van het centrale
bankbedrijf zoals dat door de hoofddirectie
gestalte werd gegeven. De zaken binnen de orga
nisatie gingen zelfs zo voorspoedig dat begin
jaren tachtig de vraag ging spelen of het boven
de S+ grens geaccumuleerde vermogen niet op
een of andere manier aan de aangesloten banken
en hun leden teruggespeeld zou dienen te wor
den. Voor de eerste - en zeker niet voor de laatste
- maal zou de organisatie onder leiding van de
raad van beheer opgaan in een diepgaande dis
cussie over de coöperatieve beginselen. De uitda
ging was de aangesloten banken op één lijn te
krijgen achter het beleid van de Centrale
Rabobank, in 1980 omgedoopt in Rabobank
Nederland. De discussie over de beginselen van
het coöperatief bankieren en de vraag of er nog
wel voldoende bestaansgrond was, stond op de
agenda om daar niet meer van te verdwijnen.
T!*r