'Een periode von afscheid en onthechting' 'Ook beweging op lokaal niveau' Interview B&B 11e jaargang 2002 02 ter niet veel terechtkomen als niet een voldoende aantal zware directiefuncties bij lokale banken beschikbaar komt voor centraal aangestuurde jobrotatietrajecten.' Hoe kijkt u aan tegen de nieuwe topstructuur? I let samenvoegen van de raad van beheer en de raad van toezicht tot een raad van commissarissen en het beleggen van de integrale bestuurlijke verantwoordelijk heid bij de hoofddirectie als een nieuwe raad van bestuur, is een dringend noodza kelijke hervorming en het is goed dat deze stap nu wordt gezet. Wel riep de aanvan kelijk beoogde rol van het presidium bij mij vraagtekens op. Dat het voorstel om bepaalde besluiten van verenigingsrechte - lijke aard bij zo'n presidium neer te leg gen inmiddels van tafel is, acht ik uit oog punt van scheiding van taken en verant woordelijkheden verstandig. In het bij zonder de bevoegdheid om bij een aange sloten bank een toegevoegd bestuurder te benoemen is zo'n belangrijk instrument in de keten van risicobeheer en toezicht, dat het bezwaarlijk aan de raad van bestuur kan worden onthouden. Maar een apart statutair orgaan dat belast is met het pro cesmanagement van overleg en besluitvor ming lijkt mij onnodig complicerend, ook nu het idee van de personele unie met de raad van commissarissen is verlaten en voor dit doel de coördinatiecommissie wordt geïntroduceerd.' De positie van de CKV wordt versterkt. Wat vindt u daarvan? 'Allereerst dit: als het probleem is dat Rabobank Nederland niet goed genoeg luistert naar de aangesloten banken, is de oplossing niet dat we hun positie verder formaliseren, maar dat we beter naar ze gaan luisteren. Op een aantal terreinen de adviesbe voegdheid van de CKV omzetten in een besluitvormende is juridisch niet zonder belang, maar de praktische betekenis ervan lijkt mij gering. Ook nu al waren de CKV-adviezen voor de bestuursorga nen heilig. Voorzover de CKV straks for meel de algemene regels en aanbevelingen vaststelt, blijft toch gelden dat ze eerst door de raad van bestuur worden voorge steld en dat deze op de naleving ervan zal moeten toezien. Ik denk dat er nog wel enige verdere diepgang in de analyse van de bestuur lijke verhoudingen is te bereiken wanneer een nader onderscheid wordt gemaakt in de rol van de aangesloten banken als lid van de topcoöperatie, waarvan zij voor hun bedrijfsvoering in hoge mate afhan kelijk zijn, en in de rol van aandeelhou ders. Deze laatste invalshoek is vooral van belang voor de vraagstukken van nationale en internationale samenwerking en van een eventueel beroep op de exter ne vermogensmarkt. Het lijkt mij van belang thans zo'n uitwerking te kiezen, dat belangrijke strategische bewegingen er niet onbedoeld door worden belemmerd. In dat opzicht kijkt de buitenwacht met belangstelling mee.' Hoe luidt uw advies bij evaluatie van de lokale governance? 'Ik denk dat het voor het blijvend succes van het Rabobank-concept in de markt van grote betekenis is dat de lokale of regionale verankering gewaarborgd blijft. Een grote betrokkenheid van een afvaardiging van de leden bij de besturing van hun bank is daarvan een belangrijk onderdeel. Het heeft daarbij naar mijn oordeel weinig toegevoegde waarde om bij niet-professionals onderscheid te maken in bestuurlijke en toezichthouden de betrokkenheid. Juridisch klopt dit alle maal wel, maar de sociologie en de bedrijfskunde leren ons dat het zo in de praktijk niet gaat. Ik verwacht daarom dat we ook op lokaal niveau de beweging zullen maken die nu centraal wordt gemaakt. Dat daarbij opnieuw moet wor den nagedacht over de positie van de directeurbestuurder en zijn management team spreekt voor zich. Maar ik had al eerder door laten klinken dat uit oogpunt van bancair toezicht en management development hier een fundamentele her positionering aan de orde is.' Hoe was uw sabbatical leave in de zomer van 2000? 'Ik zie op die maanden met grote voldoe ning terug. Het meest schaarse in een baan zoals de mijne, namelijk tijd voor jezelf en je gezin, komt ineens in een weldadige overvloed ter beschikking. Samen met mijn vrouw heb ik geprobeerd het nogal on doorgrondelijke Japan een beetje te leren kennen door er ruim twee weken rond te reizen: een fascinerende ervaring! Maar het meest zal mij de voettocht van de Pyreneeën naar Santiago de Compostela bijblijven: 800 km in vijf weken, alleen met mijn rugzak. Een pelgrimage met en naar jezelf, tredend in de voetsporen van de geschiedenis in een ambiance van grote natuurlijke schoonheid en schitterende kerkelijke kunst. Een ervaring waarvan ik de betekenis nimmer zal vergeten!' Al enig idee wat de toekomst u gaat brengen? 'Neen, ik heb heel bewust mijn besluit om bij de bank te vertrekken los gemaakt van overwegingen met betrekking tot eventue le toekomstige activiteiten. Ik bevind mij nu in een periode van afscheid en ont hechting en wil daar ook echt de tijd voor nemen. Mijn interesses liggen overigens op een breed terrein en ik vermoed dat mijn keuze wel zal vallen op activiteiten die aan te duiden zijn met adjectieven als bancair, financieel, bestuurlijk, duurzaam of wetenschappelijk. Een ding is daarbij zeker, hetgeen ik geleerd heb bij de Rabobank, zal me zeker van pas komen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2002 | | pagina 16