uimte'
1
Oprichtingsjaar lokale bank
soms ongewis
Beheersbare lokale ruimte
Terugblik
B B
11 e jaargang 2002 01
Woorden als krimp en ruimte kunnen meervoudig
worden uitgelegd en zouden deze stelling wel eens
tot een heel gevaarlijke kunnen maken. Vanzelf
sprekend moet de groei in omvang en deskundig
heden van de lokale banken zijn effecten hebben
op het centrale apparaat en vereist deze ontwikke
ling maatwerk qua dienstverlening en services. Om
dit te bereiken zou op het hoogste niveau van de
lokale banken, een accountmanager van gelijk
waardig postuur vanuit het centrale apparaat de
behoefte van die lokale bank kunnen behartigen.
Geen blinde acquisitie of werk zoeken, maar inspe
len op wat in die bank of groep van banken aan
wensen voor ondersteuning leeft. Het profiel van
een dergelijke persoon zou zeker een flink stuk
ervaring op een lokale bank kunnen inhouden,
waardoor over en weer dezelfde taal wordt gespro
ken. Uitwisseling tussen lokaal en centraal zou op
die wijze wellicht ook wat meer worden bevorderd.
Krimp op andere plaatsen in het centrale apparaat
ligt juist niet zo voor de hand, gelet op de achter
standen in de hoek van audits en overige contro
les, die helaas nog steeds heel noodzakelijk zijn.
Een element waar lokale banken scherp op letten
is de kostendoorbelasting en juist de nog steeds
voortdurende onvoorspelbaarheid doet de waar
dering voor centraal geen goed. Verdere transpa
rantie en maatwerk zullen ook voor de kosten een
psychologisch hogere acceptatiegraad opleveren.
Kortom: centrale krimp op de juiste plaatsen en
beheersbare lokale ruimte.
dagelijkse functie hoofd beheerszaken Productschap
Zuivel
functie Rabobank bestuursvoorzitter Den Haag e.o.
e mail j.a.a.m.van.rossum('l)pz.agro.nl
Organisatie
Kantoor Boerenleenbank Oostvoorne rond 1960.
Het vieren van jubilea verhoogt vaak het
besef van het verleden. De viering van het
honderdjarig bestaan van Rabobank
Nederland in 1998 is daarvan een treffend
voorbeeld. Er kwamen diverse historische
publicaties tot stand en kort daarna werd
de afdeling Bedrijfshistorie opgericht, die
zich sindsdien over het historisch erfgoed
van de Rabobank ontfermt.
Dat Rabobank Nederland in 1998 honderd
jaar bestond, leidde geen twijfel. In 1898
werden immers de twee voorgangers
opgericht: de Coöperatieve Centrale
Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank. Maar over de
oprichtingsjaren van lokale Rabobanken
bestaat nogal eens onduidelijkheid. Dit
bleek toen de afdeling Bedrijfshistorie een
brief stuurde naar lokale banken die vol
gens haar informatie de komende jaren
hun honderdjarig jubileum zouden gaan
vieren. Sommige banken meldden in reac
tie dat ze in een heel ander jaar waren
opgericht. Vooral het grote aantal fusies
heeft tot verwarring geleid. De ene bank
neemt het oprichtingsjaar van de oudste
bank waaruit ze is voorgekomen als uit
gangspunt, de andere dat van de voortzet
tende bank.
Vanuit een samenwerkingsverband van
Rabobank met de Universiteit Utrecht
bestaat de mogelijkheid dat professionele
historici, die thuis zijn in de geschiedenis van
het coöperatieve bankwezen, de geschied
schrijving van deze banken voor hun reke
ning nemen. Dit verhoogt de kwaliteit van de
boeken en het kan kosten besparen. Op dit
aanbod kwamen veel positieve reacties van
banken.
Soms is historisch onderzoek noodzakelijk
om te bepalen wat het oprichtingsjaar is. Zo
is er een lokale bank die de viering van het
honderdjarig jubileum een jaar heeft ver
vroegd, nadat een historicus had aangetoond
dat deze bank van een jaar eerder dateert
dan altijd was vermoed. Bovendien vierde
dezelfde bank in 1991 haar 75-jarig jubileum,
terwijl ze in feite al 89 jaar bestond. Dit geval
is niet uniek. Het is zelfs aannemelijk dat er
banken zijn die de afgelopen jaren onbewust
het honderdjarig bestaan aan zich voorbij
hebben laten gaan. Alleen daarom ai is meer
historisch onderzoek naar het verleden van
lokale banken een goede zaak.
Meer informatie: Afdeling Bedrijfshistorie,
dr. Stefan de Boer, 030-216 42 86, s.boer@rn.rabobank.nl
en op de DBT-site.