Noordoost Friesland en haar werkgebied
'We blijven ons concentreren op de
verdere uitbouw van ons bankbedrijf.'
B&B 11e jaargang 2002 01
Fotografie Anne Morèl en Rabobank N.O.F.
zifter van het bestuur is dat aantal overi
gens niet heilig. 'Wel is het voor ons ook
een garantie voor betrokkenheid. We zijn
zichtbaar aanwezig en goed op de hoogte
van wat er leeft onder onze klanten.'
Teveel mensen in de markt
Soet weet als geen ander dat zijn bank op
belangrijke punten afwijkt van de bench-
rnarks van Rabobank Nederland. Het zijn
bewuste keuzes. 'We zijn zuiver opbrengst-
gericht. Het kostenverhaal is voor ons
secundair.' Door het fusieproces, dat in
I994 begon en in 1998 na drie fusies
(voorlopig) halt hield, meent de bank vol
doende efficiencyslagen achter de rug te
hebben. Progress en het benchmarkverbe-
terpotentieel zijn dus niet echt besteed aan
Noordoost Friesland. Wat nu voorop
staat is de kracht in de markt, waarbij
winstverbetering overigens niet het leiden
de principe is. Soet analyseert een tikje
cynisch: 'We houden ons hier bezig met
hoofdzaken, niet met bijzaken. Volgens de
norm hebben we relatief te veel mensen in
de markt staan en te weinig overhead.
Niettemin bieden we kwaliteit in de
dienstverlening tegen een lage kostprijs.'
De marktaandelen van de bank liggen
redelijk vast. Eerste opgave is deze zo
goed mogelijk vast re houden. Momenteel
wordt in de particulierenmarkt de sterkste
concurrentie ondervonden van actief ope
rerende tussenpersonen. Concurrent-
banken, waaronder de Friesland Bank,
proberen vooral nog de krenten uit de pap
Balanstotaal 703 miljoen Inwoners 53.000
Leden ca. 3.350
Ledenratio 8,62%
Marktaandeel part. 66%,
betreft op ons zijn aangewezen, zoals de
asielzoekers hier, blijven vanzelfsprekend
welkom. Je bent coöperatieve bank of niet.'
Niet allemaal onder hetzelfde juk
Al met al koestert Noordoost Friesland de
verworvenheden van het lokaal onderne
merschap. 'We laten ons niet degraderen
tot brave filiaalhouder', aldus Dankert.
'We willen eigen baas blijven. Lokaal
ondernemerschap betekent niet alleen
marktmeester zijn, maar ook meester over
de inzet van je middelen en je mensen.'
Hij wijst erop dat de lokale Rabobank
met een kwalitatief goed management een
zeer krachtige onderneming is. 'Hol je het
eigen initiatief uit, dan ondergraaf je de
continuïteit van die onderneming, maar
ook van de organisatie.' De Graaf is van
mening dat de lokale banken van Rabo
bank Nederland niet allemaal onder het
zelfde juk door zouden moeten. 'Na jaren
lang pleiten voor de lokale zaak, was
vorig najaar de maat vol. In de CKV van
6 december is dat helder geworden. We
willen geen centraal opgelegd keurslijf en
claimen meer ruimte voor lokale invulling
te vissen en stappen daarbij als het even
kan uit verlieslatende diensten als het
betalingsverkeer. Dat moet de klant maar
elders doen. 'Daar hebben we bewust
beleid op ontwikkeld', legt Dankert uit.
'Het openen van een betaalrekening bij
ons gebeurt bijna alleen nog na een stevig
adviesgesprek. We willen geen servicekan
toor zijn voor welgestelde klanten die de
interessante diensten bij de concurrent
hebben ondergebracht.' De Graaf onder
streept dat het daarbij met de bedoeling is
mensen de toegang tot het betalingsver
keer te weigeren. 'Personen die wat dat
en maatwerk per bank. Het is van tweeën
een.' Soet is groot voorstander van het
inperken van wat hij de 'hofhouding' bij
Rabobank Nederland noemt. In zijn ogen
is een andere houding tegenover het
lokaal ondernemerschap hard nodig.
Praktisch denken
'Zelfredzaamheid staat bij ons hoog in het
vaandel. Een zo klein mogelijke overhead
en zoveel mogelijk zelf oplossen. Wij den
ken heel praktisch. Onze focus is puur
gericht op onze klanten. Daarbij is de
motivatie van de medewerkers de grote
Het uitgestrekte werkgebied rondom Dokkum in de
oostelijke kop van Friesland - inclusief Ameland en
Schiermonnikoog - kampte met een dreigende stag
natie in de economische ontwikkeling. De werkge
legenheid stond onder druk. Er is weinig koopkracht
- het inkomen per hoofd is hier het laagst van
Nederland - en lange wachtlijsten voor een bouw-
kavel door te beperkte bouwcontingenten stimu
leert de trek naar de grotere steden en leidt tot min
der gezinsverdunning. Hoger opgeleiden zoeken
hun heil elders, de blijvende gezinnen zijn groot en
de vergrijzing neemt toe. Niettemin zit er voldoende
spirit in het werkgebied. Er is veel ondernemingslust
en ook het bestand van bedrijven breidt weer uit.
Nieuwe bedrijventerreinen lopen snel vol. De infra
structuur verbetert en de agrarische sector slaat
nieuwe wegen in, zoals bloembollenteelt en
-broeierij. Ook de recreatieve sector - met nadruk
op de eilanden en rond het Lauwersmeer - laat een
sterk opgaande lijn zien.
kracht. Maar veel van de centrale acties
van Rabobank Nederland werken ave
rechts en demotiverend in onze lokale set
ting.' Hij noemt het voorbeeld van het
centrale ledenbeleid dat naar zijn mening
haaks staat op het altijd aan de dag geleg
de eigen initiatief. 'We hadden zelf een
goed ledenbeleid, nu hebben we een
slecht ledenbeleid', vat Dankert het
samen. Soet hamert erop dat Rabobank
Nederland zich moet afvragen wat het
effect is van haar acties in de lokale situa
tie. Hij constateert dat centralisatie van
de back-office per saldo kostenverhoging
en inefficiency tot gevolg heeft. Hij komt
met het ene na het andere voorbeeld. 'Zo
vraag ik u', zegt hij tot besluit, 'wat moe
ten wij met een zeer zonnig gestelde 'per
soonlijke' brief bij het magazine "U"
tegen de achtergrond van de MKZ-crisis
die in ons werkgebied zwaar heeft toege
slagen. Getuigt dat van lokaal onderne
merschap, van een persoonlijke bank
dichtbij de mensen? Mijn handtekening
wordt er wel onder afgedrukt!'