Op de 'kleintjes' blijven letten
Pijn
19
Tien kleinere Rabobanken toonden 1 november hun grootsheid aan
de leden van de raad van beheer en (hoofd)directie van Rabobank
Nederland.'Klein is fijn', zo klonk het vastberaden: voor klanten,
medewerkers en financiële stabiliteit.Toch vertoonde de kleinscha
ligheid ook barstjes, zoals de kwetsbaarheid qua bezetting en het tot
'specialisme'verheven financieren buiten het werkgebied.
Regiobezoek
Zuidoost-Brabant
en Limburg
Organisatie
Wie dacht dat de kleinere
Brabantse en Limburgse ban
ken - met een balanstotaal tot
f 200 miljoen - staan te trappelen om op
te gaan in een groter geheel, heeft het mis.
Na de bedrijfsbezoeken kwamen de verte
genwoordigers van de kleinere banken en
van Rabobank Nederland in de middag
bijeen in het historische witte stadje
Thorn. Daar staken zelfbewuste klanten
en ambitieuze medewerkers de loftrompet
over de persoonlijke betrokkenheid, het
improvisatietalent, de kennis, de
ondernemende kwaliteiten, de korte lij
nen en diversiteit van hun kleinschalige
banken.
Betrokken alleskunners
Duidelijk werd dat menig klant en mede
werker zich niet thuis voelt bij een grote
'stadsbank'. Zij ervaren onvoldoende aan
dacht, gebrek aan vertrouwen of weinig
persoonlijk contact. Daartegenover staan
de kleine plattelandsbanken met hechte
teams van alleskunners garant voor
kracht en kwaliteit. Deze aspecten en niet
de omvang zouden centraal moeten staan,
zo werd benadrukt. 'Het gaat niet om
groot, klein of erkenning, maar of de
klant zich goed bediend voelt', aldus
Gerda de Grom, vice-bestuursvoorzitter
van Rabobank Oerle en voorzitter van het
overlegplatform kleinere banken.
Calimero-effect
'Kleine banken kunnen zich wel permitte
ren om te blijven bestaan, maar de
Rabobank Groep kan zich dat niet per
mitteren', zo werd gesteld. Af en toe
speelde dit Calimero-gevoel even op ('Jij
bent groot en ik ben klein'), maar er werd
constructief gedebatteerd. Met name het
financieren buiten het werkgebied en de
'comfortabele maat' voor banken uit de
nota 2005 deed de gemoederen oplaaien.
Hoofddirectielid John van Nuenen beloof
de het paradigma van het juridisch werk
gebied nog eens op zijn merites te beoor
delen. Hij erkende dat sommige klanten
bewust kiezen voor een kleinere bank:
'Die klanten moeten we op rendabele
wijze blijven bedienen, eventueel met
nieuwe distributiemethoden. Daarbij
moeten banken elkaar niet als concurren
ten beschouwen, maar samen kijken hoe
zij meer uit de markt kunnen halen.'
Verzorgingsgebied
Ook plaatsvervangend hoofddirectievoor
zitter Wim van den Goorbergh gaf aan
dat het niet verboden is om klanten bui
ten het werkgebied te hebben, mits er
goede afspraken zijn tussen de betrokken
banken. Toch vond het door banken
gehanteerde eufemisme 'verzorgingsge
bied' bij hem weinig weerklank. 'Niet
voor niets is in de statuten vastgelegd hoe
hier mee om te gaan.' Van den Goorbergh
pleitte voor zuiverheid van motieven om
buiten het werkgebied te financieren.
Gebeurt het stelselmatig op aangeven van
de klant of is het noodzakelijk voor de
bank? 'Het kan een aanwijzing zijn om te
fuseren, al biedt dat geen garantie tot ver
betering van het resultaat.' Soms speelt
een attitudeprobleem. Het gaat om de
bereidheid om samen te werken.
'Gelukkig zie ik daarin de laatste vijf jaar
veel verbetering.'
Geen moord op kleine banken
De referentiemaat uit de nota 2005 werd
menigmaal bekritiseerd. Van den
Tijdens het bedrijfsbezoek aan Brouwers Installaties en
Dakwerken in St. Geertruid testte ABB-directeur Bert
Mertens zijn metaalbewerkingvaardigheden. Hij wordt
geflankeerd door directeur M. Brouwers (I.), los
Delamboy (r.) van Rabobank Mergelland en daarnaast
Sybilla Dekker van de raad van beheer.
Goorbergh waarschuwde voor misinter
pretatie: 'Het is beslist geen moord op de
kleine banken, zo moet u de nota niet
lezen.' Ook van Nuenen verklaarde zich
nader: 'Het zijn geen rigide normen,
maar uitgangspunten met ruimte om af te
wijken mits aan een aantal randvoor
waarden is voldaan.' Bij dit punt werd
ingebracht dat niet zozeer de omvang, als
wel de kwaliteit van bestuur, manage
ment en medewerkers doorslaggevend
zijn voor de (financiële) resultaten van
een bank. Een zelfde verband tekent zich
af bij de mate van betrokkenheid. Die is
bij kleinere banken niet per definitie gro
ter dan bij stadsbanken. Het gaat om de
inzet van de bank om betrokkenheid en
lidmaatschap inhoud te geven.
Menselijke maat
Slotsom was dat klantwaarde, pluri
formiteit en een menselijke maat die is
afgestemd op de sociaal economische
omgeving, de uitgangspunten zijn voor
beleid en besluiten. Iedere bank bepaalt
daarbij zelf of en hoe wordt samenge
werkt met andere banken. Wel zal
Rabobank Nederland er - namens de
aangesloten banken en de wetgever - op
toezien of aan de regelgeving wordt vol
daan. Dit alles gaf de deelnemers kennis,
inzicht en gevoel over de meerwaarde van
de kleinere Rabobanken en hun toekomst.
Hoe het ook zij: Groot en klein moeten
zeker op de 'kleintjes' blijven letten.