maar 17 Medewerker Waardeplan 2002: Lokaal resultaat bepaalt uitkering TERUGBLIK Tientje van Lieftinck Berichten verbetering van de kwaliteit van het management de afgelopen jaren heeft gekregen moet worden gecontinueerd en waar mogelijk -bijvoorbeeld op het ter rein van managementontwikkeling- wor den geïntensiveerd. Gebrek aan samenwerking Al sinds er vergelijkende cijfers beschik baar zijn -sinds 1999- blijkt uit het POPIA onderzoek dat de medewerkers van de Rabobank minder positief zijn over de samenwerking binnen de afdeling dan medewerkers bij andere bedrijven. Dit is een opvallende uitkomst gezien het feit dat samenwerking als een grondwaar de van onze organisatie wordt gezien. Samenwerking is voor onze bank het middel om doelen te bereiken en ambities te verwezenlijken. Managers moeten samenwerking bevorderen door medewer kers hiertoe te stimuleren en de randvoor waarden te creëren. Snel aan het plafond De Rabobank is een uitstekende werkge ver als het gaat om het investeren in de ontwikkeling van haar medewerkers. Dit blijkt onder meer uit de tevredenheid van medewerkers met de mogelijkheden voor opleiding en persoonlijke ontplooiing. Wel blijft de tevredenheid met de begelei ding bij de loopbaanontwikkeling hierbij achter. Dit geldt vooral voor de hoogst opgeleide medewerkers. Volgens verschil lende respondenten ligt een mogelijke ver klaring in de relatief platte organisatie structuur van de lokale bank. Deze platte structuur heeft tot gevolg dat medewer kers al vrij snel aan hun plafond zitten en niet meer kunnen doorgroeien binnen de bank. POP gesprekken Het is van groot belang het loopbaanbe leid zo vorm te geven dat dit is gericht op het laten doorstromen van medewerkers binnen de organisatie. Hierdoor komen de voordelen ook zoveel mogelijk ten goede aan de organisatie. Daarom moe ten managers sterker worden beoordeeld op hun aandacht voor de loopbaanont wikkeling van hun medewerkers. Bijvoorbeeld door de manager aan te De regeling Medewerker Waardeplan 2002 (MWP 2002) voorziet in een resultaatgebon den uitkering voor medewerkers van de Rabobank Groep die onder de Rabobank-CAO vallen. Het MWP 2002 zal gebaseerd worden op de resultaten over 2002 gemeten op het niveau van de aangesloten bank of van het bedrijfsonderdeel. Dit laatste voor zover het Rabobank Nederland betreft. De lokale resultaten zijn hiermee direct van invloed op de uitkering van het MWP 2002. En deze resultaten zijn direct afhankelijk van de door de bank gevolgde koers. Net als bij de kompassen voor de directeur, spelen ook bij het MWP 2002 de criteria klantwaarde en financiële stabiliteit een belangrijke rol in dit proces. De door de directie gekozen prestatie-indica toren met daarbijbehorende doelstellingen moeten worden voorgelegd aan de onderne mingsraad of personeelsvertegenwoordiging en vóór 1 januari 2002 gecommuniceerd naar de medewerkers. De bankdirectie wordt gead viseerd gedurende het jaar de medewerkers te informeren over de tussentijdse resultaten. De resultaten behaald op elk van de prestatie indicatoren, tellen voor 50% mee in de vast stelling van de hoogte van de uitkering. De uit kering vindt plaats bij de salarisbetaling van maart 2003. Het MWP is tevens vastgelegd in de CAO 2001-2002. spreken, te beoordelen op de kwantiteit en de kwaliteit van de POP gesprekken met de medewerkers. E-hrm Daarnaast dienen de voorwaarden voor een intern loopbaanbeleid te worden geoptimaliseerd via een soepel functione rende interne arbeidsmarkt. Mogelijkheden moeten worden gecreëerd en belemmeringen weggenomen voor medewerkers om binnen de organisatie door te kunnen stromen. E-hrm kan hier bij wellicht een rol spelen. Een bankover- stijgende aanpak is hierbij in ieder geval essentieel, aangezien mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling binnen een bank nu eenmaal beperkter zijn dan binnen de gehele organisatie. 'De grootste monetaire operatie uit de geschiedenis', zo wordt de over gang van gulden naar euro wel genoemd. Een operatie met grote impact voor de Rabobank Groep. Dat gold ook voor de vorige groot- Lieftinck te gast tijdens scheepse wisseloperatie in deAVin 1979. Nederland, ruim 55 jaar geleden. Hij trad enige tijd op Deze was onlosmakelijk verbonden als adviseur van de met de bedenker ervan, toenmalig hoofddirectie van minister van Financiën Piet Lieftinck. Rabobank Nederland. In mei 1945 bevond de Nederlandse economie zich aan de rand van een monetair failliet. Er was veel te veel geld in omloop en zwarthan delaren hadden gigantische oorlogswinsten gemaakt. Lieftinck verplichtte in juni plotseling iedereen om alle biljetten van honderd gulden op een geblokkeerde rekening te storten. Wie niet kon bewijzen dat hij het geld op eerlijke wijze had gekregen, was zijn geld kwijt en kon rekenen op een proces tegen zwarthandel. In september moest al het papiergeld worden ingeleverd. Vervolgens was iedereen gedwon gen een week lang rond te komen van precies hetzelfde bedrag: het beroemde tientje van Lieftinck. Vanaf oktober 1945 werd het vastge zette geld geleidelijk gedeblokkeerd en ver vangen door nieuwe bankbiljetten. Een opera tie die pas in 1952 werd voltooid. In werkelijkheid was het tientje van Lieftinck geen tientje, het waren vijf biljetten van een gulden en twee van een rijksdaalder. Eigenlijk een soort'Zalmkit', het setje euromunten dat straks iedere Nederlander krijgt uitgereikt, al was het tientje geen gift. Voor de boerenleenbanken betekende het vele werk dat de geldzuivering met zich meebracht een ware krachtsinspanning. Ook in die zin klopt de vergelijking met de euro-introductie. Gezinsleden van de kassiers, en ook bestuursle den en toezichthouders moesten bijspringen om de klus te klaren.Toch waardeerden de boerenleenbanken de inschakeling bij de geld zuivering positief. Zij beschouwden het als een erkenning van hun toegenomen belang in de financiële wereld. Bovendien nam het aantal klanten sterk toe, want bijna iedereen moest een rekening openen. Omdat de boerenleen banken de grootste regionale spreiding beza ten, waren zij voor veel klanten de meest gun stig gelegen bank. bron: Afdeling Bedrijfshistorie Rabobank Nederland

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2001 | | pagina 17