Ondernemerschap als kernwaarde DZ S1X 2 Reqiobezoek Alblasserwaard Krimpenerwaard Vijf heerenlanden Organisatie Met de vrijwel voltallige raad van beheer en een flink aantal (hoofd)directieleden van Rabobank Nederland was het 6 september 'volle bak' in Papendrecht. Samen met vertegen woordigers van de 13 banken in deze regio, stond dat borg voor een levendige gedachte wisseling over actuele beleidsthema's. Ondernemerschap was daarbij het kernbegrip. dit licht werd de nota 'Management Develop-ment' bijna met gejuich ontvan gen. Hierin staan voorstellen die moeten leiden tot een toegankelijker, daadkrach tiger en actiever loopbaanontwikkelings- beleid. DituvotutKS 'Meldingsplicht'voor projecten Bij het schetsen van de ruimtelijke en lo gistieke activiteiten in het gebied stelde directeur Ad de Korte van Hardinxveld- Giessendam vast dat 'bovenlokale ont wikkelingen vragen om bovenlokale ant woorden'. Rabobanken participeren naar verluidt onvoldoende in zulke projecten, omdat zij vooral lokaal en niet regionaal bezig zijn. Hierdoor blijven zaken 'onder de pet'. Ook zijn veel bestuurders op per soonlijke titel vertegenwoordigd in net werken, maar daar plukt Rabobank on voldoende vruchten van. Hoewel een mel dingsplicht voor commerciële kansen ver gaat, zouden banken elkaar beter moeten informeren. Hoofddirectielid John van Nuenen: 'Zodra een bank de start van een project signaleert, moet deze onver wijld collega-banken en de regiodirectie informeren. Daarop kan expertise bijeen worden gebracht via clustering van ban ken of Rabobank Nederland Groot bedrijf.' Hij wees daarbij op de noodzaak en inspanningen om bovenlokale samen werking projectmatiger te organiseren. In Bergambacht spraken directeur Piet Six van mengvoe- derbedrijf DZ-Six, hoofddirectielid John van Nuenen en Rabobankdirecteur Rien van der Graaf over de situatie in de veehouderijsector. Mest is het actuele thema en veel veehouders staan voor de keuze: stoppen of doorgaan. Dit hangt samen met de gevolgen van de mineralenboek- houding, de welzijnseisen, de koppeling van productie en grond, de grondhonger, de robotisering en de situatie rond bedrijfsopvolging. Six verwacht dat mede hierdoor het landelijk verbruik op termijn met eenderde krimpt: 'Dat betekent scherp op de kosten letten om tussen "de grote jongens" een boterham te blijven verdienen.' Van Nuenen, kleinzoon van een molenaar, snoof tij dens de bedrijfsexcursie geuren van vroeger op en bekeek het lossen van palmpitschilfers en andere voercomponen- ten. Hij deelde de zorgen over de veehouderijsector, waar bij ook voedselveiligheid als maatschappelijk thema speelt. Van Nuenen gaf aan dat Rabobank een kennisbron kan zijn bij het aandragen van oplossingen. Suggesties als voor- en achterwaartse integratie in de keten en kennisontwikkeling passeerden de revue. Six wees op de voortgaande optima lisering van de voersamenstelling zodat dieren bijna 'astronautenvoer' krijgen. Hiermee blijft het mineralenverlies tot een minimum beperkt. Drempels in carrière Bij 'human resources' schetsten bestuurs voorzitter Nico Mooij van Rabobank Bergambacht, directeur John Anthonise van Rabobank Nederlek en Leendert van Wezel, manager bedrijven bij Rabobank Alblasserwaard-Lekstreek hun persoonlijk ervaren drempels binnen de Rabobank. Genoemd werden de (nog immer) beperkt toegankelijke vacatures voor hoger kader, de afhankelijkheid van de bankdirecteur, de omslachtige bureaucratische selectie en het onvoldoende faciliteren van mobili teit. Door deze drempels houdt het loop baanperspectief vaak op bij de grens van de lokale bank. Samen met de voorheen relatief geringe activiteit op centraal ni veau, verklaart dit het haperend HR-be- leid. Het inlopen van een achterstand op dit terrein vergt gemiddeld zeven jaar. In Talent om te delen Vanuit diverse hoe ken werd aangedron gen om op perso neelsgebied een deel van de autonomie los te laten. Dit om ta lenten beter te coachen en binnen de groep te behou den. Wim Meijer toonde zich hiervan geen voorstander. Hij stelde de banken zelf verantwoordelijk voor de 'trucs' om talenten niet te laten doorstromen of bij elkaar weg te halen. 'Het inzicht ontstaat dat dit verspilling is. Daarom komen er stevige voorstellen om dit aan te pak ken. De suggestie dat een oplossing in zicht komt door het naar centraal niveau te til len, is niet juist.' Monika Milz van Ma nagement Ontwikkeling Rabobank Ne derland, gaf aan dat het cultuurprobleem niet is op te lossen met een structuurop lossing. Haar fundamentele vraag is: wil je talent en informatie over mensen en vacatures met elkaar delen? Zo ja, dan moeten - los van de lokale of centrale loonlijst - spelregels worden afgesproken die goed gedrag belonen. Uiteraard staat de verantwoordelijkheid van medewer kers - als architect van hun eigen carrière - zelf voorop. Hierbij zijn voordelen van centraal prima te combineren met lokaal ondernemerschap. Bijvoorbeeld door ta lentvol kader in overleg een aantal jaren te plaatsen bij een bank met daaraan ge koppeld een lokaal en resultaatgericht prestatiecontract.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2001 | | pagina 20