0 vragen aan
Bank ^Bestuurder 10e jaargang 01/5
fotografie: Esther Pennarts
Besturen/managen
David Luteijn
VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT RABOBANK Nl DI.K1.AND
1. Wie is David Luteijn?
'Geboren in West-Zeeuwsvlaanderen op een familieboerderij die
nu door mijn zoon wordt voortgezet. Naast boer ben ik vergader-
dier. Toch heb ik deels het karakter van doener en deels van be
stuurder die zich met de grote lijnen bezighoudt, met aandacht
voor menselijke verhoudingen, maar vanuit vrij zakelijk perspec
tief. Als hobby verzamel ik bakelieten 78-toerenplaten met zang
en jazz uit de 20-er-30-er jaren.'
2. Wat is het perspectief voor de agrarische sector?
'Bij de agrarische sector gaat het om de hele voedingsmiddelen
kolom, niet alleen om de primaire productie. Dit totaal wordt
sterk onderschat. Het is een economische sector van belang, ook
voor de samenleving. Ik zie ook zeker perspectief, al moeten be
drijven nog meer rekening houden met omgevingeisen, voedsel
veiligheid en traceerbaarheid.'
3. Waaraan ergert u zich?
'Aan vergaderingen waar veel wordt gepraat over bijzaken en
waar besluiteloosheid heerst. Dat zie je ook binnen de Rabo
bank, maar daarin zijn we niet anders dan andere organisatie.
Niet recht door zee opereren en dubbele agenda's, vind ik ook
ergernissen.'
4. Is de raad van toezicht te vergelijken met meesturende
NV-commissarissen?
'De raad van toezicht bij de Rabobank is sterk opgeschoven naar
een raad van commissarissen. Maar als je moet gaan meesturen,
is er iets fout. Dan moet je als toezichthouder je kerntaak oppak
ken en zorgen dat er op de directiestoel andere mensen komen.
I let dagelijks besturen van de Rabobank laat ik rustig over aan
de benoemde colleges. Toch vergt de raad van toezicht meer tijd.
Want om een oordeel te geven over hoofddirectie en raad van be
heer moet je over een zekere oriëntatie beschikken. Zo ben ik ge
middeld twee a drie dagen per maand voor Rabobank bezig.'
5. Corporate Governance: wat moeten we ermee?
'Het gaat om countervailing power en openheid en transparantie.
Op het punt van transparantie kunnen we het als Rabobank nog
beter doen. Ik denk dat we te weinig echt communiceren over
onze strategie en dat we nog te weinig open zijn over benoemin
gen, salarisniveaus, enzovoorts. Het mag niet zo zijn dat een coö-
peratielid minder mogelijkheden heeft om kennis te nemen van
wat er speelt dan een aandeelhouder bij een beursgenoteerd be
drijf. Al vind ik ook dat onze eigen achterban wel eens te weinig
kritische vragen stelt.'
6. Hoe is de relatie met De Nederlandsche Bank?
'De relatie met DNB is vrijwel geheel schriftelijk. Er is geen over
leg. En het heeft me altijd hogelijk verbaasd dat DNB niet de be
hoefte heeft om zo eens per jaar een gesprek te hebben met de
toezichthouders of commissarissen van de grootbanken die ze
controleren.'
7. Waarom stapte u van de raad van beheer over naar toezicht?
'Ik heb destijds een bewuste keuze gemaakt om met ervaring als
bestuurder mee te helpen om de nieuwe positie van de raad van
toezicht gestalte te geven. En dat is denk ik ook de goede weg.
Je moet zorgen dat in de raad van toezicht ook ervaren senior-
georiënteerde bestuurders zitten, anders verzwakt de toezichthou
dende rol. Toen men zocht naar een nieuwe voorzitter van de
raad van toezicht heb ik gezegd: ik maak die stap, omdat de raad
van toezicht dan iemand in het midden heeft die uit ervaring
weet hoe het in het hart van de organisatie toegaat en dus ook
makkelijker achter ontwikkelingen kan komen, als dat nodig is.
Daarbij vond ik 12-14 jaar de maximale termijn per college en
wilde zo het voorbeeld geven, ook naar de banken.'
8. Hoe kijkt u aan tegen het besturingsmodel bij lokale banken?
'Breed overleg is vier jaar geleden uitgemond in het huidige mo
del. Maar niets is voor de eeuwigheid. Je moet natuurlijk niet elk
jaar opnieuw over je structuur praten - dat is onverstandig -
maar je moet altijd openstaan voor bewegingen en de noodzaak
om slagvaardig te opereren. Daarin moet je pragmatisch zijn.'
9. Hoe ziet u de centrale kringvergadering als aandeelhouder?
'Die rol komt onvoldoende uit de verf. Als aandeelhoudersverga
dering - denk aan de goedkeuring van jaarstukken - heeft de CKV
een merkwaardige rol, want voor een deel praat men over zijn
eigen prestaties. Het mag ook kritischer. Soms heb ik de neiging
om in een centrale kring vragen uit te lokken. Daarnaast zouden
we naar een minder vrijblijvende, meer besluitvormende rol van
de centrale kring moeten.'
10. Moet de coöperatie Rabobank zelfstandig blijven?
'De Rabobank als coöperatie is een middel en geen doel op zich.
Het handhaven van zelfstandigheid kan dus nooit een doel zijn.
Als de belangen beter te behartigen zijn door je zelfstandigheid
op onderdelen prijs te geven, dan moet je daar serieus over den
ken. Dat is de grote discussie voor de komende jaren die direct
van invloed is op de positie van de banken. Want lukt het niet
om een vooraanstaande positie te houden op cruciale financiële
terreinen, dan slaat dat terug op de mogelijkheden van de ban
ken om hun klanten te bedienen.'