10 vragen aan I I 9 email: j.j.verhaegen@rn.rabobank.nl Besturfn/managen fotografie: Esther Pennarts i Jac Verhaegen HOOFDDIRECTIELID VAN RABOBANK NEDERLAND 1Wie is Jac Verhaegen? 'Vooral een man van organisatie en systemen, een redelijk gedre ven mens, met oog voor orde en netheid. Meer privé zou ik bijna zeggen: een levende legende in Kessel. Daar ben ik geboren en getogen, en woon ik nog steeds. Getrouwd, drie kinderen, met als een van mijn aardigste hobby's: carnaval. Dan ben ik een klei ne week buitenboord in het diepe Limburgse. Verder lees ik - overwegend detectives - meestal tijdens vakanties die variëren van safari in Tanzania tot de bergen in Noord-ltalië.' 2. Welk (droom)beroep had u willen kiezen? 'Ik begon als administrateur bij een meubelindustrie, maar was meer bezig met de interne organisatie. Dus ik denk iets bedrijfs kundigs. Op school heb ik ooit gedacht aan onderwijzer of che misch analist, omdat ik scheikunde een mooi vak vond. Maar ik heb geen echt droomberoep.' 3. Waar ergert u zich aan? 'Ik kan niet goed tegen te laat komen. Verder hecht ik redelijk aan: afspraak afspraak. Iets anders waar ik me als forens aan stoor, is plakken in het verkeer.' 4. Wat is het grote verschil sinds uw overstap naar de hoofddirectie? 'Ten eerste de grote diversiteit aan onderwerpen Die is groeps- breed en kent een toenemende complexiteit, in de zin van inge wikkelde (financiële) afwegingen. Ten tweede: het is meer en de hoeveelheid papier neemt navenant toe. Ik probeer het zo goed mogelijk bij te houden.' 5. Hoe ervaart u contacten met bestuurders en toezichthouders? 'Wat me altijd opvalt is de grote mate van betrokkenheid en - daar moeten we als organisatie niet te licht over denken - de des kundigheid van collegeleden die doorgaans goed weten hoe de zaken ter plaatse functioneren. Ik ondersteun de ingezette profes sionaliseringslag van harte en vind het goed dat we werken aan betrokkenheid, aan het vormen van één club en dat we de ver antwoordelijkheden duidelijk beleggen.' 6. Verwacht u het Progress-doel van f. 1,4 miljard te verzilveren? 'Progress is niet alleen een efficiencyprogramma. Kosten en opbrengsten, beide wegen mee. Onderscheidt het programma in drie fasen: 1) de faciliteiten creëren, zodat de potentiële resultaat verbetering beschikbaar komt; 2) het implementeren bij de lokale banken, in systemen, producten enzovoorts; en .1) het realiseren van resultaten, ook door verkoopinspanningen. Het verzilveren gebeurt pas echt als we al deze projecten hebben geïmplementeerd en de gevolgen gemanaged hebben. Niet dat het perse f. 1,4 miljard zal zijn, maar - de banken kennende - ben ik ervan overtuigd dat de resultaatverbeteringen die we nastreven ook bereikt gaan worden. Enige scepsis rond Progress is terecht, want de communicatie was niet altijd even gelukkig. Positief is dat de deelname van banken buitengewoon hoog ligt: bij finan cieringsprojecten rond 350 en bij Benchmark Verbeter Potentieel ruim 250. 7. Verwacht u problemen bij invoering van de euro? 'Alle systemen van enige importantie zijn klaar en we zitten tegen 100 procent aan. Echte mogelijke problemen spelen straks rond 1 januari. Dan is de conversie van alle systemen van guldens naar euro's. Dat leidt tot topdrukte en hoogspanning rond de jaarwis seling. Ook door de chartale omwisseling met daarbij het geld transport, een ongelofelijke logistieke operatie met speciale veilig heidsvoorzieningen. Maar ik heb het volste vertrouwen in zowel de systemenkant als in het logistieke aspect.' 8. Verliezen we het klantcontact met de virtuele Rabobank? 'Nee, want de virtuele bank plus de fysieke bank vormen samen de adviesbank Rabobank. De klant blijft bij zijn lokale bank bankieren. Dat kan op een virtuele en een fysieke manier. Maar het gemak waarmee vooral jongeren nieuwe technologie gebrui ken en de efficiency die ermee is te bereiken, brengt ons ertoe om veel en snel over te schakelen naar elektronisch bankieren. Ook imagoaspecten spelen mee. Toch moet de virtuele bank qua inrichting maximaal aansluiten bij de lokale bank. Want al gaan standaarddiensten meer via de virtuele bank, het persoonlijk advies blijft: klanten willen praten over hun financië le positie en beslissingen. Ik denk dat - zodra we de uiterste vorm van de virtuele bank hebben gecreëerd - de klant ziet dat de Rabobank een persoonlijke adviesbank is, ook virtueel. Want dat wordt herkenbaar op de site.' 9. Ziet u wat in een virtuele Rabo-coöperatie op internet? 'Ik ben geen voorstander van een volledige internetcoöperatie, maar een aantal activiteiten kan ook via internet. Denk aan ledeninformatie, raadpleging en discussies, al vergt dat wel voor zieningen. Sommige dingen - zoals een algemene vergadering - zou je naar mijn smaak nooit via internet moeten willen, want vis-a-vis contact blijft vaak te prefereren. Niettemin: virtueel coö peratief zijn - in het verlengde van - dat kan best.' 10. Welke websites bezoekt u en waarom? 'Vooral bankensites in binnen- en buitenland om ze te beproeven op functionaliteit, vorm, gemak, om te kijken wie ze zijn en wat ze bieden. De meest volledige internetbank vind ik het Canadese CIBC (www.cibc.com) die een paar stapjes op ons voorloopt. Die bank laat als hoogste goed gelden: "Wij zijn uw persoonlijke bank". Ze roepen als het ware vanaf het scherm de klant op om ook het fysieke contact met de bank te handhaven.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2001 | | pagina 9