Maatschappelijk verantwoord
ondernemen
E3
1
Wie stelt de norm?
INTERN
Project Overleg Besluitvorming
Jaarverslagen in print en digitaal
e-mail: r.c.j.galle@cooperatie.n
fotografie: Esther Pennarts
Berichten
De ethische dimensies
van het onderne
men krijgen meer en
meer de aandacht.
Belangengroeperingen, werk
gevers- en werknemersvereni
gingen, beleggers en pen
sioenfondsen benadrukken de
maatschappelijke
plichten welke een
onderneming heeft.
Ook 'corporate citi-
zenship'dient -
naast het streven naar winst - een parameter te zijn
van het ondernemingsbeleid.
De Rabobank vervult hier al sinds lang een voor
trekkersrol. Dit is niet zo vreemd gelet op de coöpe
ratieve doelstelling en het streven midden in de
samenleving te staan. Hoever dient men daarbij als
onderneming te gaan? In dit kader wordt wel
onderscheid gemaakt tussen de normatieve en de
participatieve ethiek. Stelt men zichzelf nadere con
crete normen, verdergaand dan die welke de wetge
ver heeft bepaald, dan wordt voorzien in een eigen
normatieve ethiek. Dit vindt vaakz'n weerslag in
een mission statement met bijbehorende gedrags
codes en convenanten. Is men op enig terrein niet
toe aan het vastleggen van een concrete norm,
maar is men wel bereid een inspanningsverbintenis
op zich te nemen dan wordt gesproken over partici
patieve ethiek. Die participatieve ethiek kan bijvoor
beeld tot uitdrukking komen door sponsoring van
onderwijs, cultuur, en gezondheidszorg. De
Rabobank kent in haar gedragscode regels van
zowel normatieve als participatieve ethiek.
De vraag rijst wie rondom de samenhang tussen
people, profit en planet uiteindelijk de norm
behoort te stellen. Zijn dit de ondernemingen zelf, of
ligt hier een taak voor de overheden? De World
Business Council for Sustainable Development - een
vereniging van grote ondernemingen waarvan ook
de Rabobank lid is - heeft deze vraag beantwoord;
de uiteindelijke verantwoor
delijkheid ligt bij de overheid.
Ook is evenwel geconclu
deerd dat overheden er blijk
van hebben gegeven niet in
staat te zijn de mondiale
duurzaamheidsproblema-
tiek adequaat aan te pak
ken. Bij duurzaam
heid is hier te den
ken aan de samen
hang tussen
armoedebestrij
ding. een rechtvaardiger verdeling tussen arm en
rijk, het voorkomen van sociale ontwrichting, aan
dacht voor het milieu, en respect voor de mensen
rechten.
Nog altijd ziet de burger de overheid als de hoedster
van sociale rechtvaardigheid. Het mag dan ook ver
wonderen dat de SER in het recent uitgebracht
advies 'De winst van waarden'bepleit dat de over
heid geen bemoeienis heeft bij het maatschappelijk
verantwoord ondernemen, althans niet middels
wetgeving. Deze conclusie staat in schril contrast
met de studies van de World Business Council for
Sustainable Development en de ontwikkelingen op
dit terrein in de Verenigde Staten.
Een onderneming die zichzelf nadere normen stelt,
zoals de Rabobank, steekt haar nek uit. Dat is te prij
zen. Wat je zegt moet je overigens wel doen; dat is
ware integriteit. Normen rondom maatschappelijk
verantwoord ondernemen moeten gezamenlijk
worden vastgesteld, dat wil zeggen door onderne
mers én de overheid. Dat komt ten goede aan eerlij
ke concurrentieverhoudingen en - nog belangrijker -
aan een verdere ontwikkeling van de onderne
mingsethiek.
Prof. mr. R.C.J. Galle
Hoogleraar Ondernemingsrecht
Van de auteur verscheen onlangs het boek 'Ondernemen en Ethiek'
Onlangs is een projectgroep gestart ter ver
betering van de overleg- en besluitvormings
procedures binnen de Rabobankorganisatie.
Op dit vlak worden al enige tijd tekortkomin
gen ervaringen, zoals een gebrek aan trans
parantie/stroperigheid'van besluitvorming
en een ervaren tekort aan inhoudelijke
betrokkenheid van het lokale niveau bij
bepaalde onderwerpen,
Het project beoogt een effectievere dialoog
tussen het lokale en het centrale niveau te
realiseren. Om die reden zijn ook de directeu
ren en de lokale bestuurders in de project
groep vertegenwoordigd. Verwachting is dat
de centrale kringvergadering van oktober
2001 een nota ontvangt over dit onderwerp
met eerste voorstellen voor effectievere over
leg- en vergaderoplossingen. Ook wordt
gepoogd om de noodzakelijke kruisbestui
ving van kennis en kunde tussen lokaal en
centraal te verbeteren, in het verlengde van
het project'Besluitvorming'van de directeu
ren (het co-making model). Leden van de
projectgroep zijn Wim Meijer, Hans Smits,
Jan van Oudenaarden, Hip Breebaart, Willem
Lageweg, Bert Mertens, Jan Schinkelshoek,
Piet Moerland en Rens Dinkhuijsen.
De jaarverslagen 2000 van de Rabobank
Groep zijn van de drukpers gerold en
(binnenkort) behalve in print ook allemaal
digitaal beschikbaar via www.rabobank-
aroeD.nl/iaarverslaaen. Het gaat dan om het
'echte'jaarverslag van de Rabobank Groep
(met de financiële kerngegevens), de jaar
rekening en overige gegevens, het duur
zaamheidsjaarverslag en het sociaal jaarver
slag. Zo is via internet snel en toegankelijk
kennis te nemen van de groepsstrategie, het
beleid en de resultaten. Ook de jaarverslagen
van de Rabobank Arbodienst, de Stichting
Steun door Rabobanken, het Rabobank
Pensioenfonds zijn via deze site te raad
plegen. Ze zijn ook te downloaden.
Bestuurders en toezichthouders die toch
liever over een gedrukt exemplaar van deze
jaarverslagen beschikken kunnen deze aan
vragen via hun Rabobank of o.v.v. het volle
dige postadres bestellen via Corporate
Communicatie, telefoon (030) 216 20 40 of
per e-mail: rabocomm@rn.rabobank.nl.