J
Visie op 2001:
ifl
i
22|
RRI
'het wordt allemaal wat minder../
Klantwaarde markt
e-maihw.w.boonstra@rn.rabobank.nl Bank ei-Bestuurder 10e jaargang 01/1
fotografie Hans Lebbe
Bij de presentatie op 19 sep
tember 2000 van de begro
ting voor 2001 overheerste
nog een bijna euforische stem
ming over de stand van de
Nederlandse economie. De
Stafgroep Economisch
Onderzoek van Rabobank
Nederland produceerde indertijd
een welhaast dissident geluid
door te verkondigen dat zij voor
de rest van 2000 en voor 2001
helemaal niet zo positief gestemd
was. Sinds Prinsjesdag zijn nu
vier maanden verstreken. In die
tijd heeft de euforie in hoog
tempo plaats gemaakt voor
realistischer economische ver
wachtingen. Ook het Centraal
Planbureau (CPB), de economi
sche denktank van de regering,
heeft zijn groeivoorspelling voor
2001 inmiddels neerwaarts bij
gesteld. Ook is duidelijk dat de
inflatie dit jaar met gemiddeld
circa 4% aanmerkelijk hoger zal
uitvallen dan in 2000.
De bijstelling van de groeiramin
gen van het CPB viel ongeveer
samen met de presentatie van de
'Visie op 2001' in december.
Daarbij wees dr. Wint van den
Goorbergh, vice-voorzitter van
de hoofddirectie van Rabobank
Nederland, nog eens op de geva
ren van oververhitting in de
Nederlandse economie. Begin
2001 zal het inflatietempo in
Nederland, mede door de verho
ging van het algemene BTW-
tarief, scherp oplopen tot ruim
4,5%. In de loop van 2001 zal
10-yrs euro swaprente
3-maands EURIBOR
rente-ecart
voorspelling
de inflatie weer geleidelijk terug
lopen, maar het gemiddelde zal
zo tegen de 4% uitkomen.
Tegelijkertijd zal de economische
groei in ons land wat terugvallen
tot in de buurt van de 3%. Dit
wordt voor een deel veroorzaakt
door een wereldwijde groeiver
traging, die de groei van de uit
voer zal hinderen. De binnen
landse economie zal eveneens
wat vertragen. Zo voorzien de
Rabo-economen een afzwakken
de consumptiegroei door zwak
kere vermogenseffecten vanuit
de aandelenbeurs en de woning
markt. Tevens wordt verwacht
dat de stimulerende effecten van
de belastingverlaging op de par
ticuliere bestedingen pas later in
het jaar zichtbaar worden.
Ook toonde Rabobank zich al
vaker kritisch over de overheids
financiën. Van den Goorbergh
wees er in dit verband nogmaals
op dat het AOW-Spaarfonds in
zijn huidige opzet weinig voor
stelt. Op zijn minst zou de rege
ring het begrotingssaldo voor
taan jaarlijks moeten corrigeren
voor de fictieve stortingen in dit
virtuele spaarfonds. Dan zou
blijken dat helemaal geen sprake
is van een begrotingsoverschot
en dat nauwelijks sprake is van
financiële speelruimte voor het
voeren van nieuw beleid. De
kern van de boodschap is: het
Nederlandse begrotingsbeleid is,
bezien tegen de krachtige econo
mische groei van recente jaren,
niet restrictief genoeg.
Wat betreft de rente is het beeld
voor 2001 niet ongunstig. De
korte rente zal kunnen dalen als
de Europese Centrale Bank in de
komende maanden - in navolging
van de Amerikaanse FED - de
monetaire teugels laat vieren.
Hiertoe wordt zij in staat gesteld
doordat de inflatie op Europees
niveau, in tegenstelling tot in
Nederland, in 2001 lager zal uit
komen dan in 2000. Ook de
lange rente (afgemeten aan de
tienjaars swap-rente) zal in dit
klimaat van afzwakkende groei
en teruglopende inflatie wat
kunnen dalen. Deze daling zal
echter beperkt uitvallen. Het
Drs.Wim Boonstra
Hoofd stafgroep economisch onderzoek
betreft hier de resultante van
enerzijds een wat meer gepron
onceerde daling van het rende
ment op staatsleningen en ander
zijds een geleidelijk oplopend
verschil tussen het rendement op
staatsleningen en de tienjaars
swaprente. Dit laatste wordt ver
oorzaakt doordat enerzijds
staatsleningen steeds schaarser -
en daarmee steeds duurder -
worden, terwijl anderzijds de
markt voor "corporate bonds"
een zeer snelle groei vertoont.
Al met al resteert voor 2001 een
jaar waarin de economische
groei wereldwijd wat vaart min
dert, maar waarin desondanks
meer specifiek voor Nederland
het gevaar van oververhitting (in
de vorm van een loon-prijsspi-
raal) van de economie levens
groot aanwezig is. Hierbij moet
worden aangetekend dat de eco
nomische fundamenten van de
meeste Westerse landen dankzij
deregulering, privatisering en
sanering van de overheidsfinan
ciën tamelijk gezond zijn, zodat
het optreden van een scherpe
groeivertraging of zelfs een
recessie niet waarschijnlijk is.
Het risico bij dit scenario is gele
gen in het feit dat wereldwijd
sprake is van een groeivertra
ging, zonder dat een economisch
krachtige regio fungeert als
motor die de rest op sleeptouw
neemt. Daardoor is er toch een
kans dat het wat betreft de
wereldconjunctuur in 2001 per
saldo wat gaat tegenvallen.