Internationale samenwerking
van levensbelang!
INTERN
INTERN
Personalia
'Bij onvoldoende vooruitgang zouden
wij niet moeten schromen
om naar alternatieven te kijken.'
Duurzaamheidsjaarverslag
Rabobank Pensioenfonds:
beste beleggingsjaar
Berichten
Column
e-mail: vanderwielen@beverholding.com
fotografie: Ron Willebrands
Hef is dit jaar pre
cies dertig jaar
geleden dat de
bestuurders van de beide
Centrale bankinstellingen in
Utrecht en Eindhoven het
moedige en wijze besluit
namen om het fusieproces
tussen beide instellingen in
gang te zetten. Dit besluit
was moedig, omdat er in die
tijd nog grote cultuurver
schillen bestonden tussen de
Raiffeisen- en de
Boerenleenbanken. En het
was wijs omdat de fusie een
ontwikkeling op gang
bracht die allengs
leidde tot een
krachtige bancaire
instelling, met
sterke marktposi
ties, een krachtige
lokale worteling
en kwalitatief
hoogstaande producten en dienstverlening.
Nu, dertig jaar later, lijkt het erop dat de
Rabobankorganisatie wederom in een fase is
gekomen, waarin belangrijke besluiten genomen
moeten worden of al genomen zijn. Als bestuur
der van onze bank en als directeur van een
beursgenoteerd hoekmansbedrijf ervaar ik
dagelijks de veranderingen die zich op de finan
ciële markten, de aandelenmarkt in het bijzon
der, voordoen. Nederlandse particulieren en
instituten beleggen in toenemende mate
Europees en laten zich meer leiden door interna
tionale dan door nationale ontwikkelingen. Dit
trekt zijn sporen naar de positionering en het
beleid van de Rabobankorganisatie. Beleid
maken is één, beleid uitvoeren is wat anders en
naar mijn volle overtuiging zullen nog moedige
en wijze besluiten genomen moeten worden ten
aanzien van internationalisering. L'histoire se
repète. Met het oog op de toekomst wil ik mijn
bijdrage leveren aan de "internationale discus
sie" binnen de Rabobank. Bankieren over de
grenzen vraagt om samenwerking. Door samen
werken - en daar waar mogelijk door fusie - kun
nen krachten worden
gebundeld waardoor de
klant en het lid nog beter
worden bediend en voor
de organisatie worden
behouden.
Ik ben derhalve een groot
voorstander van interna
tionale samenwerking.
Ook in onze Kring en de
Centrale Kring heb ik mij
meerdere keren in die zin
uitgelaten. De tijd voor
internationale samenwer
king is aangebroken. Het
liefst uiteraard met bui
tenlandse coöperatieve
organisaties,
die naar de
markt en de
cliënten dezelf
de missie heb
ben als de
Rabobank. Over
de voortgang
van dit proces heb ik enige zorg. Soms lijkt het
erop dat samenwerking of fusies binnen coöpe
raties alleen dan mogelijk zijn wanneer het
water tot aan de lippen staat. Bij ons is dit geluk
kig niet het geval. Toch lijkt het tot stand bren
gen van samenwerking met andere coöperatieve
instellingen een moeilijke weg. De vertraging in
de afspraken met de Duitse collega's zie ik met
lede ogen aan. Van uitstel mag geen afstel
komen. Bij onvoldoende vooruitgang - en dat
weten we binnen enkele maanden - zouden wij
niet moeten schromen om naar alternatieven te
kijken, zo nodig internationale samenwerking
met niet-coöperatieve organisaties.
Stilstaan, waar andere financiële instellingen
voortgang boeken, is niet in het belang van de
cliënt en het lid en ook niet van onze coöperatie.
Wij zouden onze coöperatieve missie dan niet
serieus nemen.
Rob Zieck,
bestuursvoorzitter Rabobank Hilversum e.o.
Directievoorzitter Ton Toebosch, van
Rabobank International heeft per 1 augustus
zijn functie neergelegd en de bank verlaten in
verband met verschil van inzicht over het te
voeren beleid. Zijn bezwaren betroffen het
besluit om te komen tot een groepstreasury
voor de Rabobank Groep en het tempo
waarin dit tot stand zou komen. Drs. Rik van
Slingelandt, lid van de Hoofddirectie, treedt
thans op als directievoorzitter van Rl waarbij
hij leiding geeft aan de integratie van
Rabobank International met de internationale
activiteiten van DG Bank. Al voor zijn benoe
ming tot lid van de Hoofddirectie was Van
Slingelandt zeven jaar directievoorzitter van
Rl. Hij verwacht dat Rl halverwege 2002 volle
dig is samengegaan met het internationale
bedrijf van DG Bank.
Voor het eerst in haar geschiedenis heeft de
Rabobank Groep haar duurzaamheidsjaar
verslag gepubliceerd. Het bevat geen opsom
ming van cijfers en een sluitende balanstel
ling. Maar wel een breed overzicht van de
activiteiten van de Rabobank Groep in het
verlengde van haar ambitie dat een duurza
me ontwikkeling van welvaart en welzijn een
zorgvuldige omgang met natuur en leefmilieu
vergt. In het verslag wordt aandacht besteed
aan een breed scala van activiteiten. Er wordt
ingegaan op de strategie, het in ontwikkeling
zijnde beleid, de rol van de medewerkers hier
bij, en op de invloed van duurzaamheid op de
financiële dienstverlening. In aparte hoofd
stukken komt het energieverbruik en de
milieubelasting als gevolg van de bedrijfsvoe
ring van onderdelen van de Rabobank Groep
aan de orde. Het duurzaamheidsjaarverslag
kan bij de lokale bank worden opgevraagd,
maar kan ook virtueel worden geraadpleegd:
www.rabobankgroep.nl/duurzaamheid.
Door het hoogste beleggingsresultaat in haar
geschiedenis (17,5%) werd in 1999 de maxi
male dekkingsgraad van 140% bereikt. Voor
het eerst in het bestaan van het Fonds maak
te dit een premieteruggaaf aan de werkge
vers mogelijk. De teruggave bedroeg 113,3
miljoen euro. Eind 1999 telde het Fonds
74.742 verzekerden, waarvan er ruim 6000
Vervolg op pagina 9, rechterkolom