Jan Groninger neemt afscheid 'In ons feitelijk handelen moeten we ons bij voorkeur niet bedienen van structuren die specifiek voor een vennootschap zijnd 20 Op twee jaar na werkte de van oor sprong chemisch technoloog drs.Jan Groninger steeds in ondernemingen met een coöperatieve structuur. Eerst bij de Coöperatie Friesland (Friesche Vlag) in een technische managementfunctie, vervolgens vele jaren in het verzeke ringsvak (FBTO, Avéro en Interpolis) en de laatste tien jaar als lid van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland.Tegen zijn afscheid ziet hij niet op: 'Na ruim 40 jaar in het bedrijfsleven ga je bepaalde zaken vast wel missen, nu overheerst nog het plezier om me in goede gezondheid bezig te gaan houden met zaken waar ik gewoon niet aan ben toegekomen.' Organisatie roninger heeft zich bezig gehouden met een breed en complex taakveld. In zijn por tefeuille bevonden zich uiteen lopende onderwerpen van financiën tot ICT, hij leidde het millenniumproject en was sterk betrokken hij het nationale en internationale betalingsverkeer. Dat laat ste onderwerp had zijn bijzondere belang stelling. 'Ja, ik vind het betalingsverkeer buitengewoon intrigerend; het dwingt tot een subtiel evenwicht tussen concurrentie en samenwerking. Het zal ook in de nabije toekomst een belangrijke plaats op onze agenda houden. Betalingsverkeer - van oudsher techniek gedreven - zal sterk wor den beïnvloed door de moderne technologie, zeg internet. Gecom bineerd met de card- en chiptechno logie dienen zich met name in de e-commerce ongekende mogelijkheden aan. Vooral de concurrentie van nieuw komers zorgt voor veel hectiek waarin verstrekkende besluiten moeten worden genomen. De banksector heeft hierbij een concurrentievoordeel doordat we vanouds de vertrouwensrol naar klanten hebben vervuld. En dat is essentieel bij het elek tronisch zakendoen. Maar met die constatering zijn we er niet. Het is niet zo verwonderlijk dat je nu allerlei samenwer kingsverbanden ziet ontstaan tussen ban ken, de oude wereld, en internetbedrijven, de nieuwe wereld. Het gaat om grote pro jecten die je als bank moeilijk alleen kunt trekken. Dat geldt naar mijn mening ook voor de Rabobankorganisatie.' Een stroperige besluitvorming Door zijn langjarig functioneren in coö peratief verband kent Groninger als geen ander de kracht, maar ook de vermeende zwakte van de coöperatieve structuur. Dat de Rabobank enige jaren gelden opnieuw voor de coöperatie heeft gekozen, had en heeft zijn volledige instemming. naar mijn mening zeker niet. Voor een goede ontwikkeling van de organisatie is het nodig dat we over een wezensken merk van de organisatie voor 100% en van harte duidelijk zijn en consequent handelen. We hebben voor het coöpera tieve model gekozen en dan moeten we ons in ons feitelijk handelen bij voorkeur niet bedienen van structuren die specifiek voor een vennootschap zijn. Dat begrijpt men niet en je kunt je dan ook niet als organisatie in de maatschappij profileren.' Tegelijkertijd heeft Groninger ook oog voor de aangevoerde nadelen van deze structuur. Deze worden steeds manifester in een turbulente markt, waar snel moet worden gereageerd op ontwikkelingen en nieuwe kansen. 'Niet te ontkennen valt dat onze wijze van besluitvorming tijd vraagt; ik ben er echter van overtuigd dat bij een heldere en eenduidige opvatting in de organisatie ten aanzien van onze structuur we de nieuwe tijd ook aankunnen. Alleen bui tenstaanders en tegenstanders hanteren dan de kwalificatie "stroperig". Willen we tijdig reageren dan zijn we inderdaad gedwongen het besluitvormingsproces in te zetten op een moment dat nog veel vra gen moeten worden beantwoord. De geschiedenis heeft echter geleerd dat de organisatie wel degelijk in staat is in echt spoedeisende kwesties zich te voegen naar de omstandigheden. Tegen deze achter grond vind ik het een goede zaak dat we dit najaar met de bestuursvoozitters van 'Ondanks de tijd die is gestoken in dat besluitvormingsproces merk ik toch dat niet overal de consequenties van die keuze van harte worden uitgedragen. We kennen dat meer in onze organisatie, een permanent aanwezige "oppositie" ten opzichte van gekozen routes. Daar waar het hier echter de identiteit van de organi satie betreft, past dit stereotype gedrag de lokale banken conferenties zullen hou den om ons besluitvormingsproces nog eens goed tegen het licht te houden.' Jan Groninger zal daar niet bij zijn, hij heeft heel andere plannen waarbij de rol van de Rabobank zeer minimaal is. Alhoewel via het recent verworven lidmaatschap van zijn lokale bank weet je het maar nooit.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2000 | | pagina 20