'Ik ben een gelukkig mens' Latijnbouwers: 19 Hun functie ontwikkelde zich van een bestuurlijk-toezichthoudende tot een zuiver bestuurlijk-strategi sche. Ir. Ad Latijnhouwers en prof.dr. Piet Moerland kijken terug op een prachtige tijd. Met name de persoonlijke contacten zullen ze missen. 'Onze medewerkers zijn onmisbaar voor het leveren van klantwaarde' k heb er nu twaalf jaar bij de Raad van Beheer opzitten. Daar voor nog vier jaar bij de Raad van Toezicht. Het zijn prachtige jaren geweest. Jammer dat daar nu een eind aan is gekomen. Ik vind het overigens uitstekend dat ook de samenstelling van de Raad van Be heer regelmatig wisselt, zeker als er garanties voor voldoende conti nuïteit zijn. Voor mij is het tijdsbeslag door de jaren heen wel groter geworden, zeker nadat ik tot vice-voorzitter werd benoemd en toen ik enige jaren geleden mijn voorzittersfunctie bij de ZLTO neerlegde. Ik denk dat ik de laat ste jaren zo gemiddeld ruim een dag per week voor de Rabobank in touw ben geweest. Met het neerleggen van deze functie raak ik heel veel persoonlijke contacten kwijt. Dat is natuurlijk jammer. Ook de infor matie waarover je als lid van de Raad van Beheer kunt beschikken, zal op drogen. Maar ik ben een gelukkig mens dat ik de Rabobank heb mogen dienen in een buitengewoon boeiende periode van haar bestaan. De bank heeft zich ontwikkeld tot een brede en geduchte all-finanz instelling op coöperatieve grondslag. En - voor mij persoonlijk als coöperator en als lid van de Raad van Beheer - het absolute hoogtepunt: we hebben onze coöperatieve structuur op nieuw bevestigd en tot leven gebracht.' In de luwte 'Bij mijn aantreden verrichtten de leden van de Raad van Beheer hun werk zaamheden nog wat in de luwte. In kringvergaderingen werd van ons niet verwacht dat wij aan de discussies deel namen. Dat was voorbehouden aan de leden van de Hoofddirectie. Bij de wij ziging van de statuten begin jaren ne gentig - in artikel 53a werd de "toege voegde bestuurder" geïntroduceerd - vonden wij het vanuit onze verant woordelijkheid op onze weg liggen deze moeilijke zaak met onze collega-be stuurders in den lande te bespreken. Bestuur lijk was dat eigenlijk vanzelfsprekend. Sindsdien vervullen wij een veel actievere rol. In de kringverga deringen lichten wij aangelegenheden toe die op ons terrein lig gen. Elk lid van de Raad van Beheer heeft een bijzondere relatie met enkele kringen en uit dien hoofde ook met de regiodirecties. Ook hebben we intensief contact met lokale bestuurders. Zo heb ik met bijzonder veel plezier deelgenomen aan de Coö peratiediscussie en trad graag op tij dens bestuurdersconferenties. Onze rol als onderdeel van het bestuur van Ra bobank Nederland dwingt ook tot een dergelijke taakvervulling.' Regiobezoeken 'In dat kader hechtte ik ook sterk aan de regiobezoeken die wij periodiek af leggen. Ik denk dat ik ze vrijwel alle maal heb bijgewoond. Hierbij bezoe ken we klanten van de banken en krij gen daarmee een scherp beeld van de kwaliteit van onze dienstverlening. Ge lukkig selecteren de gastbanken niet uitsluitend tevreden klanten. Ook de daarop volgende discussies met be stuurders en medewerkers van de ban ken over interne aangelegenheden vind ik uitermate verhelderend. Elk regiobe- zoek wordt binnen de Raad van Beheer geëvalueerd, waarbij wordt bekeken welke beleidsconclusies uit bet bezoek zijn te trekken. De herbevestiging van onze coöperatieve structuur was dus voor mij het absolute hoogtepunt van de voorbije jaren. Als wij daadwerke lijk het ledenbelang tot richtsnoer van ons handelen kunnen maken, zijn wij niet te verslaan. Tegelijkertijd is die kracht ook onze zwakte: slagen we niet in onze coöperatieve mis sie echt inhoud te geven, dan krijgen we het heel moeilijk in deze bancaire wereld waar de concur rentie moordend is. Voor onze missie hebben we wel mensen nodig die daarin geloven. Ons menselijk kapitaal zullen we dus heel zorgvuldig moeten selecteren en we zullen er veel in moeten investeren. Onze medewerkers zijn onmisbaar voor het leveren van klantwaarde. Daarom zal medewerkerswaarde een begrip met inhoud moeten zijn.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 2000 | | pagina 19