is^de oplossing/
Regiobezoek
1 T r Ij
'Ik nodig u graag uit om deze presentatie te herhalen in een bijeenkomst met de voltallige
directie van Rabobank Nederland AB. Dat lijkt me heel zinvol', aldus Henk van de Kerk, lid van
die directie, in reactie op een zeer openhartige inleiding van Ben Vos, directeur van de
Rabobank Rijndorpen. Diens visie op het organiseren van invloed in de Rabobankorganisatie
drukte een zeer nadrukkelijke stempel op het regiobezoek van de Raad van Beheer aan de
Bollen- en Kuststreek op 24 februari.
'Er is sprake van een identiteitscrisis en
- ondanks een heldere toekomstvisie -
een interne oriëntatie, weinig daadkrachtig
en zelfs zwalkend beleid.'
Organisatie
Het discussiegedeelte van het regiobe
zoek begon betrekkelijk rustig. Twee
degelijke inleidingen van achtereen
volgens ir. Koomen, bestuursvoorzitter van
de Rabobank Teylingen over de noodzaak
tot een hechtere samenwerking tussen de
banken en van zijn collega Ben van de
Wouw van de bank Hillegom-Bennebroek
die pleitte voor een grotere activiteit van de
Rabobank in de gezondheidszorg. Vanuit
zijn marketingachtergrond liet hij zich ver
wonderd uit over de vaak erg bescheiden
presentatie van de Rabobank.
Discussieleider Willem Lageweg van
Rabobank Nederland waarschuwde zijn
gehoor dat de derde inleider, Ben Vos, een
stevig verhaal had voorbereid over de
invloed binnen de Rabobankorganisatie.
Die waarschuwing was terecht. Het werd
een confrontatie tussen twee werelden.
Vos begon zijn inleiding overigens met de
opmerking dat hij enige overdrijving niet
zou schuwen om
de discussie
scherp te krijgen.
Zijn verhaal had
dan ook vaak het
karakter van een
requisitoir waar
afwisselend Rabobank Nederland en de
lokale banken in de beklaagdenbank zaten.
Centrale Kringvergadering
als hobbel
Vos maakt zich duidelijk zorgen over het
gebrek aan eenheid in de organisatie.
Bestuurders, directeuren, medewerkers van
lokale banken en van Rabobank Nederland
hebben in zijn ogen uiteenlopende opvattin
gen over hun rollen. Dit leidt tot verwar
ring, soms zelfs tot vertwijfeling en in elk
geval tot een teruglopende betrokkenheid.
Dilemma's ziet hij in vragen over de plaats
waar de macht in de organisatie is gecon
centreerd, wie dienstbaar is aan wie, wat de
gevolgen voor de banken zijn van het inle
veren van autonomie. Maar ook plaatst hij
vraagtekens bij de rol van het regiokantoor
dat vaak wordt ervaren als schoolmeester
en toezichthouder in plaats van sparring
partner en kenniscentrum voor de banken.
De huidige situatie bij de lokale banken
karakteriseerde hij als zorgelijk. Dat komt
tot uiting in een onduidelijke rol van het
bestuur, het teveel uitvoerend bezig zijn van
het manage
ment, te
grote kwali
teitsverschil
len tussen d
lokale ban
ken en een
zekere matheid bij veel directieteams, mede
als gevolg van een ver doorgevoerde centra
le regelgeving. 'Er is sprake van een identi
teitscrisis en - ondanks een heldere toe
komstvisie - een interne oriëntatie, weinig
daadkrachtig en zelfs zwalkend beleid. De
CKV en de BVC's vormen geen echte