Klantwaarde 01
kostenreductie
Regiobezoek
Oost-Brabant
Het oostelijk deel van Brabant heeft een sterk agrarisch
karakter en maakt moeilijke tijden door. Toch ging in de
onderlinge discussies tijdens het regiobezoek de aandacht
meer uit naar andere onderwerpen, zoals de 20%-opera-
tie, het leveren van klantwaarde, het personeels
ontwikkelingsbeleid, bovenlokale samenwerking en de
kwaliteit van bankbestuurders.
Organisatie
m kosten terug te dringen zie ik een noodzakelijke
ontwikkeling bij onze banken om aan "de voorkant"
maximaal autonoom te opereren en "aan de achter
kant" terug te vallen op centrale ondersteuning', stelde alge
meen directeur Harry Langenhof van de Rabobank Land van
Cuijk Noord in zijn inleiding. Hij erkende daarmee de noodzaak
de kosten fors te reduceren. Tegelijkertijd stelde hij
dat het leveren van klantwaarde bepaald geen
eenvoudige opgave is als scherp op de kosten moet
worden gestuurd.'Het water staat ons nog niet aan
de lippen, maar het stijgt wel.' Naar de mening van
Langenhof vraagt een steeds mondiger en veeleis
ender klant een uitstekende dienstverlening, die noopt tot efficiënte
processen en een hoge kwaliteit van de medewerkers. Door de noodza
kelijke kostenoperatie zal het echter onvermijdelijk zijn ook het aantal
medewerkers terug te brengen.'Bovenlokale samenwerking waarbij voor
de banken autonomie een middel zou moeten zijn en geen doel, en een
kwalitatief betere ondersteuning door Rabobank Nederland worden
steeds urgenter.' Hoofddirectievoorz tter Hans Smits zag geen ernstige
problemen om de personeelsomvang terug te brengen:'We hebben een behoorlijk
natuurlijk verloop, een omvangrijke flexibele schil, een uitstekend sociaal plan en
bovendien een gretige arbeidsmarkt.'
Op 24 februari 2000 bezoekt de
Raad van Beheer de Rabobanken
in de Bollen- en Kuststreek
Rigide segmentering
Langenhof's collega Theo Naus van de Rabobank Deurne schetste hoe zijn bank haar rol
opvat om de noodzakelijke herstructurering van de agrarische bedrijfstak en met name
van de varkenssector in De Peel te ondersteunen. De bank participeert - ook financieel - in
een streekplatform, waarbij Naus zich afvroeg of deze rol ook andere Rabobanken zou
passen. Vanuit de zaal werd duidelijk gemaakt dat een verbreding van deze activiteiten
wenselijk zou zijn, ook om coördinatieproblemen te vermijden. Juist voor de Rabobank
met haar fijnmazige structuur liggen hier goede mogelijkheden.
Zoals gebruikelijk voerden ook medewerkers van de aanwezige banken
het woord. Aandacht werd gevraagd voor een te rigide organisatorische
inbedding van de segmentering. Hierdoor wordt de gerichtheid op de
klant in zijn totale bancaire behoefte bemoeilijkt. Ook werd getwijfeld
aan de bereidheid van veel banken daadwerkelijk invulling te geven aan
een volwassen personeelsontwikkelingsbeleid. Een kleine rondvraag
T Anton Vermeer van de Raad van Beheer (2e van I.) bezocht samen met
Wytze de Jong (2e van r.) en de directie van de Rabobank Peelrand de melk
veehouderij van de heer De Kleijne.
onder de aanwezige banken maakte duidelijk dat slechts een minderheid een dergelijk
beleid heeft geformuleerd. De Rabobank Deurne kon met enige trots melden dat zij
zojuist haar personeelsbeleid had vastgesteld. Bij de opstelling ervan waren de medewer
kers nadrukkelijk betrokken.Zo hadden zij aangegeven welke onderwerpen in elk geval in
het beleid een plaats zouden moeten krijgen. Naar de waarneming van Hoofddirectielid
Rik van Slingelandt maakt de organisatie een geleidelijke voortgang op dit terrein.'Vanuit
Rabobank Nederland hameren we al enkele jaren op de noodzaak van een modern per
soneelsontwikkelingsbeleid. Die signalen werden aanvankelijk nauwelijks opgepakt. Ik zie
nu duidelijk een keer ten goede. Dat blijkt ook uit het periodieke onderzoek over de
arbeidsbeleving onder onze medewerkers. De scores uit dat onderzoek vertonen een dui
delijk stijgende lijn.' Uit de hoek van de medewerkers werd ook ingehaakt op de nood
zaak tot permanente scholing, waarbij de vraag werd gesteld of die noodzaak ook wordt
onderkend door bestuurders voor hun eigen functioneren. Dagvoorzitter Martin Tielen
moest erkennen dat hieraan in het verleden zeker te weinig aandacht is besteed, doch dat
een groeiend aantal bestuurders zich bewust is dat hun nieuwe rol ook om permanente
bijscholing vraagt. Bovendien is bij een toenemend aantal colleges het
houden van functioneringsgesprekken een goede gewoonte aan het
worden. Voorzitter Meijer kon aan het einde van dit regiobezoek vaststel
len dat de banken bereid waren gebleken in alle openheid de eigen
interne problematiek te bespreken.'Dat vind ik ook een teken van vol
wassenheid.'