'Van woorden naar daden'
De Rabobank vertoont wat trekjes van een besloten club. Historisch goed te
verklaren, maar volgens Willem Lageweg, hoofd van het Adviescentrum
Coöperatie-Ontwikkeling, is het in deze tijd de dood in de pot. Hij windt er geen
doekjes om. In vier jaar Coöperatiediscussie zijn we vooral met onszelf bezig
geweest. Nu moeten we van woorden naar daden. Luisteren naar de klant en
echt van buiten naar binnen denken. De sleutel ligt in een actief en wervend
ledenbeleid. 'In de open verbinding met de buitenwereld schuilt de oerkracht
van deze organisatie. In het jubileumjaar is veel van die kracht vrijgekomen.
Dan zie je waarin de Rabobank uniek en sterk is.'
I e vorm van de wyber gebruikt hij nogal eens. Niet
vanwege problemen met zijn van nature zeer
krachtige stem, maar om zijn coöperatief onderne
mingsconcept weer te geven. Op de vier punten plaatst
hij klantwaarde, ledenbetrokkenheid, medewerkers-
waarde en maatschappelijke betrokkenheid. Midden in
het kruis dat de punten verbindt, zet hij: leiding -
bestuurders/toezichthouders en management. Dit alles
onder de absolute randvoorwaarde van financiële stabili
teit. Deze elementen gezamenlijk maken de Rabobank tot
een unieke bank. 'Naar de praktijk toe werken vanuit
zo'n integraal concept, daar geniet ik van', erkent
Lageweg, die als projectleider van 100 jaar Rabobank"
er al flink van proefde. Begin jaren '80 werd deze van
oorsprong boerenzoon, na zes jaar Nationale Coöpera-
Coöperatie-ontwikkeling
Klantwaarde
ledenbe
trokkenheid
Leiding
bestuurders/
toezichthouders
management
Randvoorwaarde
financiële stabiliteit
Maatschappe
lijke betrok
kenheid
Medewerkerswaarde
tieve Raad, naar Rabobank Nederland gehaald als agra
risch woordvoerder. Dik tien jaar later had hij het
gebracht tot hoofd van het Directoraat Communicatie.
Toen leek de tijd rijp om eens buiten de deur te gaan kij
ken. Maar met al één been bij adviesbureau Berenschot
bereikte hem het verzoek als onderdirecteur de Stafgroep
Coöperatie om te vormen tot een op de praktijk gericht
Adviescentrum Coöperatie-Ontwikkeling (ACO). Koren
op z'n molen. "Door mijn agrarische komaf heh ik me
altijd sterk betrokken gevoeld bij het bestuurlijk milieu
van de zelforganisatie. Mensen die op pad gaan voor
meer dan hun eigenbelang. Daar voel ik me thuis. Van
daaruit heb ik ook een interesse ontwikkeld voor het
maatschappelijk verantwoord ondernemen. De waarde
ring voor de rol van het bedrijfsleven is aan verandering
onderhevig. Er is meer dan winst alleen. I let gaat steeds
meer om people, planet and profit. Nu kan ik voor de
Rabobank met die wyber aan de slag.
Jeukende handen
We meteten van woorden tot daden komen volgens Lage
weg. In het ledenbeleid ligt voor hem de sleutel om ons te
onderscheiden van anderen. Uitgangspunt is de ondeel
baarheid van bank en vereniging. 1 lij vindt het verba
zingwekkend dat menigeen nog steeds uitgaat van een
soort scheiding tussen beide. Dat werkt het marginalise
ren van de vereniging en dus het lidmaatschap in de
hand. 'Met een paar honderd zorgvuldig geselecteerde
leden bewijs je lippendienst aan de klantencoöperatie.'
Overigens is hij optimistisch gestemd. Kr zijn veel signa
len dat de coöperatievernieuwing serieus wordt opge
pakt. Tussen de 200 en 300 banken hebben inmiddels
een eigen ambitiestatement en zijn zich bewust van de
noodzaak van een integrale aanpak. Lageweg wijst op de
samenhang in de wyber. Z'n handen jeuken om op alle
fronten aan de weg te timmeren, maar met vijftien mede
werkers is de menskracht van ACO beperkt. Naar de
lokale banken toe zijn de regiokantoren zeer belangrijke
scharnierpunten. Binnen Rabobank Nederland Aangeslo
ten Banken (RNAB) is de focus van het coöperatief ban
kieren, het realiseren van klantwaarde, vooral in handen
van de segmenten. 'Wij hebben daar een stimulerende en
toetsende taak', legt hij uit. 'Speerpunten voor ACO de
komende tijd zijn het ledenbeleid, de interactie tussen
management en medewerkers en, niet in de laatste plaats,
het bestuurdersontwikkelingsbeleid. Op deze terreinen
kunnen de banken dit najaar de eerste vruchten van onze
inspanningen verwachten.' Met name tussen de eerste
twee punten ziet hij een sterk verband. Met een goed
ledenbeleid komt de coöperatie ook voor de medewer
kers tot leven. Gebeurt dat niet dan blijft de coöperatie
voor hen te abstract.'
I 8