groep zien we burn-out verschijnselen, vaak al binnen twee jaar na indiensttreding. Je vraagt je dan af hoe de selectie is geweest, het inwerken, de supervisie. We willen door een diepgaand onderzoek hierop meer zicht krijgen om nog dit najaar met aanbevelingen te kunnen komen. We zullen alles uit de kast moeten halen om deze aantal len terug te dringen.' Eigen risico Hageraats vervolgt: 'De verantwoordelijkheid voor het terugdringen van ziekteverzuim ligt bij werkgever en medewerker. Dat past in volwassen arbeidsverhoudingen en daarin is feitelijk geen plaats voor een controlerende arts. Die rol vervullen we in beginsel dan ook niet. Onze dienst komt pas in het geweer als het verzuim voortduurt of als wij signalen krijgen dat het verzuim meer is dan een hardnekkig griepje. Wij starten dan een reïntegratie- proces om te voorkomen dat de betrokkene in de WAO komt. De Rabobank draagt al sinds enkele jaren zelf het risico van ziekteverzuim. Onlangs is daar ook het risico voor de eerste periode van de WAO bijgekomen. Omdat we daarbi| met een bonus/malus systeem werken, worden banken nadrukkelijk geconfronteerd met het belang van een goed verzuimbeleid. Op dat terrein is er nog het nodige te verbeteren. F.en deel van ons management - met name jongere managers - zouden hier meer aandacht aan moeten schenken. Via gerichte trainingen kunnen wij ze daarbij ondersteunen. Vaststaat dat bij banken met Van tropenarts tot manager Jan Hageraats werkte na afronding van zijn medicijnenstu die eerste enkele jaren in een ziekenhuis voordat hij in 1973 als tropenarts naar Kameroen vertrok. Na vijfjaar dag en nacht werken zocht hij ook in het belang van het thuis front een functie in de sociaal-geneeskundige sector. In 1979 trad hij als bedrijfsarts in dienst bij Rabobank Neder land.Twee jaar later werd hij hoofd van de BGD, een afde ling met acht medewerkers. Dat aantal is inmiddels tot ongeveer 100 gestegen en bestaat uit artsen, psycholo gen, doktersassistenten, arbeidsdeskundigen, arbo-advi- seurs, onderzoekers, informatici en ondersteunend perso neel. De dienstverlening wordt verzorgd door drie regioteams en een team voor Rabobank Nederland. In het afgelopen jaar werd het spreekuur 17.000 maal bezocht, werden bijna 3.300 periodieke bedrijfsgeneeskundige onderzoeken verricht, enige tientallen trainingen gege ven, 2000 medewerkers geholpen bij de reïntegratie in het arbeidsproces en vonden er zo'n 250 activiteiten plaats die te maken hadden met de inrichting van de werkplek. Ongeveer 90% van de lokale banken is bij de dienst aan gesloten.'Het restant laat de operationele dienstverlening door regionale Arbodiensten verrichten.Ze doen vaak wel een beroep op ons voor specifieke ondersteuning, die er overigens mee is gediend als wij ook de operationele ondersteuning zouden verrichten', stelt Hageraats vast Fusie 'Bij sommige fusies worden besluiten genomen die poli tiek misschien wel te verdedigen zijn, maar die op gespan nen voet staan met de belangen van de direct betrokke nen. Ik doel dan met name op de samenstelling van directieteams van fusiebanken.Vaak kun je vooraf al voor spellen dat de samenwerking in zo'n team stuk zal lopen. Toch wordt die fusie doorgezet. Na verloop van tijd kun nen mijn mensen dan vaak de scherven opruimen. Daarom pleit ik voor een objectieve selectieprocedure met inschakeling van de afdeling Management Ontwikkeling van Rabobank Nederland. Eenzelfde probleem zie ik overi gens ook vaak bij de samenstelling van de nieuwe colle ges. Een fusie die begint met spanningen in de personele sfeer had wellicht beter uitgesteld kunnen worden. De voordelen van een dergelijke fusie verdampen vaak door de energie die in de interne processen moet worden gestoken. Kennelijk moeten we nog leren het persoonlijke belang in goed evenwicht met het bedrijfsbelang te bren gen. Gelukkig onderkent ook de VDR deze problematiek, zoals ik kan vaststellen in ons periodiek overleg met deze vereniging van directeuren.' een consequent verzuimbeleid het ziekteverzuim duidelijk onder het gemiddelde ligt.' Taak voor bestuur 'Menselijk kapitaal is voor onze banken essentieel. Daarom behoort het personeelsbeleid in mijn ogen nadrukkelijk op de agenda van het bestuur en zou het bestuur affiniteit moeten hebben met het personeelsont wikkelingsbeleid. Deze tijd vraagt een coachend leider schap van de manager. Daarop dient het bestuur toe te zien. Ik neem tendenzen waar dat de betrokkenheid van de leidinggevenden bij onze medewerkers instrumentele trekjes begint te vertonen. Daarom vind ik het een goede zaak dat de CAAR zich zo nadrukkelijk heeft uitgespro ken voor medewerkerswaarde. Dit onderwerp verdient onze aandacht zeker als we ons realiseren dat er bij een groep banken nog steeds geen sprake is van een samen hangend personeelsbeleid.' Hageraats zou ook meer aan dacht willen zien voor een ouderenbeleid. Hij is ervan overtuigd dat oudere medewerkers een essentiële rol kun nen en moeten spelen in de cultuur van onze organisatie. 'Zij zijn de "smeerolie" die nodig is om de jongere mede werkers zicht te geven op het specifieke van de Rabo bank. Jammer dat we de laatste jaren zoveel ouderen met een regeling te vroeg hebben zien vertrekken.' i S

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1999 | | pagina 15