Een visitekaartje voor de bank :;ar Het jaarverslag van de Rabobank Arbodienst geeft een boeiend beeld van haar uiteenlopende activiteiten. Aan de ene kant vloeien deze voort uit een wet- en regelgeving die steeds meer taken in de sfeer van de (bedrijfs)gezondheidszorg bij het bedrijfsleven leggen. Daarnaast wil de Rabobank met haar Arbodienst gezondheid en welzijn van de medewerkers een plaats geven in het dagelijkse bankbeleid. Het hoofd van de Arbodienst, Jan Hageraats, is er heilig van overtuigd dat een goed arbeidsklimaat een visitekaartje voor de bank is. 'Dat merken de klanten ook.' e bedrijfsgezond- heidszorg bij de Rabobank heeft een geweldige ontwikkeling doorgemaakt of, in de woorden van Hageraats: 'toen ik in deze baan begon waren we in hoofdzaak gefocust op de achterkant van het proces. We kregen de mensen op het spreekuur die het niet meer aankonden, die ziek waren en we moes ten ze weer aan het werk zien te krijgen. We hadden nau welijks bemoeienis met de voorkant, dus met de factoren in de werk- of thuissituatie die iets met die ziekte te maken zouden kunnen hebben.' Twee ontwikkelingen brachten hierin verandering. In toenemende mate zadelde de overheid individuele werkgevers op met de kosten van het ziekteverzuim, tegelijkertijd maakte ook de Rabo bank een belangrijke ontwikkeling door. Hen pro-actieve en op efficiency gerichte opstelling stelde nieuwe eisen aan medewerkers. 'En dat was geen eenvoudige zaak', stelt Hageraats vast. 'Administratief ingestelde medewer kers kregen commerciële taken en dat bracht veel span ning en toenemend ziekteverzuim met zich mee. Om deze processen in goede banen te leiden is onze dienst in enkele jaren omgevormd tot een eenheid die zich ook bezig ging houden met arbeidsomstandigheden en het werkklimaat in de meest ruime zin. Preventie heeft sinds dien een centrale plaats in onze werkzaamheden.' WAO-instroom baart zorg De Rabobank Arbodienst wil gezondheid en welzijn een nadrukkelijke plaats in het bankbeleid geven. 'Daarop hebben we ook de structuur van onze dienst geënt. Naast onze traditionele taken die grotendeels worden bepaald door de wetgeving, kennen we een afdeling onderzoek en ontwikkeling. Ook bieden we veel maatwerk aan in de vorm van voorlichting, trainingen, coaching en derge lijke. Voor de stroomlijning van onze contacten met de lokale banken hebben we een vorm van relatiebeheer ingevoerd. Dit bevordert de snelheid en de kwaliteit van onze dienstverlening. De relatiebeheerder - vaak een arts met een brede Arbo-achtergrond - kent de bank en kan heel gericht adviseren en onder steuning aanbieden. Het voordeel hiervan is boven dien dat we individuele klachten beter kunnen plaatsen in de context van een lokale bank of een afdeling.' Van oudsher ligt het ziek teverzuim bij de Rabobank op een relatief laag niveau. Toch onderkent Hageraats tendenzen die hem zorg baren. 'Jarenlang kenden we een WAO-instroom van zo'n 250 medewerkers op jaarbasis. Dat is ongeveer de helft van het landelijk gemiddelde. Meer dan de helft van onze WAO-gevallen heeft betrekking op psychische aan doeningen en een kwart op aandoeningen aan het bewe gingsapparaat. In 1998 kregen wij te maken met 350 medewerkers die geheel of gedeeltelijk in de WAO terecht kwamen. Deze stijging werd grotendeels veroor zaakt door jonge vrouwen en dat verontrust mij. bij die 14

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1999 | | pagina 14