?en topconditie
verder moeten worden versterkt. 'Maar op korte ter
mijn', zo beklemtoonde Meijer, 'hebben we ook daar
allereerst een stevige opgave in het terugdringen van de
kosten.'
Betrokken leden en medewerkers
In het laatste deel van zijn toespraak stond Meijer stil bij
de vorderingen op het gebied van de Coöperatie-Ontwik
keling, de betrokkenheid van medewerkers en leden in
het bijzonder. Ook hier sprak hij van een gemengd beeld.
Hen flink aantal banken is stevig aan de slag, maar tege
lijkertijd is er ook nog twijfel. 'Velen vinden het moeilijk
om van woorden naar daden te komen, om het gedach-
tengoed onder de medewerkers tot leven te brengen. De
aangescherpte rol van de raad van toe
zicht komt op veel plaatsen nog niet echt
uit de verf. f let bestuur zit in de meeste
gevallen nog niet echt aan de voorkant
van het beleid. Het werven van meer en
meer betrokken leden is nog niet echt op
gang gekomen.' Waar een wil is, is ook
hier een weg volgens Meijer, die bena
drukte dat de betrokkenheid van mede
werkers en leden bij uitstek een aangele
genheid van de lokale bank zelf is.
Voorwaarde is dat bestuur en manage
ment dit proces echt steunen en stimuleren. 'Medewer
kers kunnen niet alleen de sleutel zijn voor het realiseren
van klantwaarde, maar willen dat nadrukkelijk.' Ook ten
aanzien van de ledenwerving is er geen aanleiding voor
terughoudendheid. Meijer presenteerde de eerste resulta
ten van een onderzoek waaruit blijkt dat het mogelijk
moet zijn dat elke bank in een paar jaar tijd ten minste
20% van haar klanten als lid inschrijft. Op organisatie
niveau betekent dat een groei van 500 000 naar ruim I
miljoen leden in het jaar 2003. Ondersteuningsactivitei
ten om de werving lokaal ter hand te nemen, worden uit
gewerkt. 'Maar', zo besloot de voorzitter van de Raad
van beheer, 'van vrijblijvendheid zal geen sprake kunnen
zijn.' Om zijn verhaal te illustreren en kracht bij te zet
ten, volgde tot besluit een audiovisual waarin drie ban
ken hun ledenactiviteiten over het voetlicht brachten.
Een uitdagend perspectief
Naar de eerste toespraak als Hoofddirectievoorzitter van
ir.drs. Hans Smits was vanzelfsprekend met spanning uit
gekeken. Smits stelde zijn gehoor niet
teleur. Met veel enthousiasme schilderde
hij een uitdagend perspectief voor de
Rabobank in het nieuwe millennium.
Maar tegelijkertijd maakte hij duidelijk
dat er nog heel veel moet gebeuren om
dat perspectief tot werkelijkheid te
maken. De lokale banken zullen hierbij
een centrale rol spelen. In het najaar zal
aan hen het Strategisch Kader worden
voorgelegd. Dit document waaraan thans
intern de laatste hand wordt gelegd, bevat
de blauwdruk voor de Rabobank in de komende eeuw.
Smits schetste de vergadering al een paar belangrijke
voornemens: 'De Rabobank wil haar dominante positie
in de All Finanz markt in Nederland vasthouden, waarbij
versterking nodig is in de dienstverlening rondom
employment benefits, pensioenen, verzekeren en vermo-
Als lokale
coöperatieve
ondernemer
moeten wij
onze klanten
beter kennen
dan wie dan
ook.'
5