Antoon Ver
meer 'We die
nen vanuit de
optiek van een
duurzaam pro
ductieproces de
richting aan te
geven en de
sector funda
menteel te ver
sterken.'
veel naar de cijfers wordt gekeken en te weinig naar de
ondernemer daarachter. Ook ons buitenlandbedrijf lijkt
steeds verder af te raken van de belevingswereld van de
lokale banken. I let adagium "buitenland dient binnen
land" wordt door de banken niet meer herkend en dat
verontrust me.' Dijksterhuis heeft nog een derde zorg
punt: het formaat van de lokale banken. 'Ik ben geen
voorstander van omvangrijke fusies die in steeds grotere
eenheden resulteren. Je raakt de cohesie in de organisatie
kwijt, maar ook de betrokkenheid bij de leden wordt
problematisch.'
Ondanks deze punten van zorg blikt Dijksterhuis met
dankbaarheid terug op zijn meer dan dertigjarige
bestuurlijke relatie met de organisatie als voorzitter van
een bank, kringvoorzitter, lid van de Raad van Toezicht
en van de Raad van Beheer van Rabobank Nederland.
'Ik heb het een prachtige tijd gevonden, met heel veel
hoogtepunten en ik ben blij dat ik nu wordt opgevolgd
door Antoon Vermeer, de man die ik in een gesprek met
Wim Meijer een ideale opvolger heb genoemd. Hen echte
agrarische ondernemer met grote bestuurlijke kwalitei-
Melken in het weekend
Het spijt het nieuwe lid van de Raad van Beheer, ing.
Antoon Vermeer (49), dat hij als gevolg van zijn benoe
ming het voorzitterschap van de Rabobank Haaren-Hel-
voirt moet neerleggen. 'Ik ben al ruim 20 jaar bestuurlijk
bij die bank betrokken en ik zal die directe lijn met de
basis missen. Ook als lid van de Raad van Beheer moet je
immers heel goed weten voor wie je uiteindelijk functio
neert. Natuurlijk komt er veel voor in de plaats en brengt
mijn functie als voorzitter van de ZLTO - ik vervul die
functie nu zo'n 2,5 jaar - me ook met grote regelmaat in
contact met de basis.' Reeds twintig jaar heeft hij uiteen
lopende bestuursfuncties bij deze standsorganisatie
Ondanks zijn drukke agenda voelt hij zich nog een echte
agrariër. Samen met een neef en hun beider echtgenotes
exploiteert hij een melkveebedrijf met 150 melkkoeien en
evenveel stuks jongvee. 'Melken doe ik nog in het week
end.' Met bijzondere aandacht heeft hij de organisatiedis
cussie over de agrarische sector gevolgd. 'Op zich goed
dat we hier met z'n allen stevig over hebben gediscus
sieerd. De discussie werd echter in mijn ogen teveel gedo
mineerd door zaken als marktaandelen en het financie
ringsproces. Ik had meer aandacht willen hebben voor de
geweldige kansen die de Rabobank heeft. De agrarische
sector staat immers voor grote uitdagingen. Van aanbod-
naar vraaggedreven. We praten over een andere inrich
ting van het landschap, over duurzaamheid, over interna
tionalisering. Hierbij moet ook de Rabobank positie kie
zen en de sector faciliteren. Samen met haar natuurlijke
partners in de coöperatieve wereld, maar ook de stands
organisaties en de universiteit van Wageningen. We die
nen vanuit de optiek van een duurzaam productieproces
de richting aan te geven en de sector fundamenteel te ver
sterken. Dat wordt van ons verwacht en we zijn het aan
de sector verplicht, ook vanuit de historie.'
Ondernemende bestuurders
Ook Vermeer vindt dat het niveau van de bestuurders
zich positief ontwikkelt. 'In onze colleges worden steeds
meer ondernemende mensen benoemd die zich door ver
dere opleidingen ontwikkelen tot professionele Rabo-
bankbestuurders. De Rabobank heeft daarvoor een
prima opleidingsaanbod. Zulke bestuurders zullen er ook
weinig moeite mee hebben hun taken die als gevolg van
de Coöperatiediscussie meer toegespitst worden op het
besturen of toezicht houden, vakkundig in te vullen.'
Vermeer verwacht van deze bestuurders ook een bijdrage
aan het beter functioneren van kringvergaderingen. 'Die
vergaderingen moeten een eigen dynamiek kriigen door
meer onderlinge uitwisseling en het bespreken van speci
fieke problemen van de eigen banken. Daarmee worden
ze verlevendigd en wordt recht gedaan aan de aanwezige
bestuurlijke kwaliteit.' Hij vervolgt: 'Ook binnen de ban
ken zelf dient veel aandacht naar professionalisering uit
te gaan. Klanten stellen - terecht - steeds hogere eisen
aan onze dienstverlening. Het antwoord daarop zullen
we primair moeten vinden in de kwaliteit en betrokken
heid van de medewerkers. Mijn hank Haaren-Helvoirt
bijvoorbeeld is een bank met een balanstotaal van f 300
miljoen, iets onder het landelijk gemiddelde dus. Ook wij
worden geconfronteerd met hogere eisen vanuit de
markt. Daarom hebben we de laatste jaren veel geïnves
teerd in opleiding. Onze markt hebben we in kaart
gebracht en onder meer vastgesteld dat het potentieel aan
FA-klanten even groot is als dat van een middelgrote
stad. Met gekwalificeerde en betrokken relatiebeheerders
kun je zo'n klus aan, zo nodig in samenwerking met
andere onderdelen van de organisatie. Fusie is daarop
geen antwoord.'
17