Een bank van mensen H 4 Hij kwam in '75 vanuit de industrie naar de Rabobank om 'eens een paar jaar aan de dienstverlening te ruiken'. Het werden er bijna vijfentwintig. 'Hele mooie', want z'n sympathie voor 'die bank van mensen' is groot. Een echte bankier is hij zich nooit gaan voelen. Als socioloog van huis uit heeft hij iets met dat 'permanente organisatieontwikkelingsproces'en 'fenomenale aanpassingsvermogen' van de Rabobank. Hoofddirectielid drs. Paul Burghouts stuwde de Rabobank tot tweemaal toe voort vanuit het sociaal domein. In de tussenliggende periode gaf hij zijn beste krachten aan het Werkgebied Aangesloten Banken. et lijdt voor mij geen twijfel dat colleges van lokale banken in het bijzonder een verantwoor delijkheid dragen voor het personeelsontwikke lingsbeleid. Die telt minstens even zwaar als de verant woordelijkheid voor bijvoorbeeld her financierings beleid.' Burghouts onderstreept dat de zorg voor het "human capita!" de laatste jaren alleen nog ntaar aan gewicht heeft gewonnen. 'Het zijn de mensen die deze bank maken', zegt hij. 'Dat wordt ook in steeds bredere kring zo gezien. Als we in staat zijn dat goed te waarde ren, komt de rest nagenoeg vanzelf.' Het gaat om ont plooiing in de meest ruime zin van het woord. Dat vraagt een ander type leiderschap dan de van ouds stevig ingeburgerde hiërarchische aansturing. 'In deze tijd willen en kunnen Investeren in mensen binnen bedrijven hun eigen ver eigen employ- antwoordelijkheid oppakken. Dat vraagt ability is een een coachend management.' Anderzijds must benadrukt hij dat medewerkers ook moe- ten willen investeren in hun employabi- litv. Anders is er de reële kans dat men buiten de boot valt. De vorderingen die de organisatie maakt, stemmen hem overigens zeer tevreden. De explosieve toename in gevolgde cursussen en een MBA-traject dat uitstekend loopt, vormen daarvoor een prima indicatie. 'De verbre ding en verdieping is enorm.' HRM: factor van groot belang 'Toen ik begin jaren '80 binnen de Hoofddirectie de ver antwoordelijkheid kreeg voor het sociaal domein, lagen de zaken overigens volstrekt anders', memoreert hij. 'Hoewel ik het destijds al wel als een uitdaging zag, kon er van een echt personeelsontwikkelingsbeleid nog geen sprake zijn. Management en medewerkers waren er abso luut niet aan toe. De materiële kant van wat destijds nog "Arbeidszaken" heette, overheerste volledig. Ik heb me toen bijvoorbeeld sterk gemaakt voor onze toetreding tot de banken-cao. Tot die tijd waren we altijd "volgend" geweest. Ook de oprichting van de Centrale Adviesraad Arbeidsaangelegen heden Rabobankorganisatie, de CAAR, heeft mijn volle aandacht gehad.' Ken illustratie van de wel zeer specifieke positie van de Rabobank in die periode, is ook dat de mogelijkheid om gebruik te maken van de WAO praktisch niet werd benut. In voorkomende gevallen werd het salaris vaak gewoon doorbetaald. In '86 kreeg hij het Werkgebied Aangesloten Banken als aandachtsgebied om halverwege de jaren '90 weer terug te keren naar het sociaal domein. 'Inmiddels stond het personeelsontwikkelingsbeleid er wel hoog op de agenda. Door de toegenomen complexiteit van de dienstverlening aan de klanten en de ontwikkeling van de informatie technologie is Human Resources Management een factor van groot belang geworden. Mede door de schaarste op de arbeidsmarkt is de voedingsbodem voor dat beleid nog eens drastisch toegenomen.' Rabospecifieke CAO 'Ik zeg met klem dat we nog een hele weg te gaan heb ben, maar ik ben van mening dat het HR-beleid zoals de Rabobank dat voert momenteel zijn weerga niet kent. Het is ook erg specifiek gebleven, geïnspireerd door de andere oriëntatie die deze organisatie eigen is. Als coöpe ratieve dienstverlener kijken wij anders naar de mede werker dan de concurrentie. Daar heeft men ook wel de motivatie om naar mede- werkerswaarde te streven, maar vanuit een andere optiek. Uiteindelijk zal deze kostenpost zich toch dienen te verhouden met de doelstelling van een zo riant moge lijke shareholder-value. Ons oogmerk ligt zuiver in het bevorderen van de coalitie tussen klant en medewerker. Daarom kun je zeggen dat werken aan medewerkerswaarde ons aan het hart gebak ken zit. Ons HR-beleid is daaraan instrumenteel. Overi gens is het ook voor ons in menig opzicht nog weerbar stige materie.' Hij onderkent dat een meer Rabo specifieke invulling van het arbeidsvoorwaardenpakket zou kunnen helpen. De tijd lijkt hem zo langzamerhand rijp om weer afscheid te nemen van de banken-CAO. Met ondertussen zo'n 50 000 Rabobankmedewerkers is er ook meer dan voldoende kritische massa.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1999 | | pagina 4