Raad van Toezicht van de bank. In het najaar van 1998
werd hij benoemd tot bestuursvoorzitter.
Na een grondige voorbereiding trad de bank vorig jaar in
de publiciteit. In de lokale pers verschenen ongeveer
twintig advertenties waarin zakelijke klanten verklaarden
waarom ze voor de Groningse Rabobank hadden geko
zen. Het werden even zovele persoonlijke getuigenissen.
Gelijktijdig werden ook de medewerkers geïnformeerd
over het eigene van hun bank. Wesselink daarover: 'Ook
daarbij hebben we onze eigen aanpak gevolgd. Niet met
uitgebreide verhalen of dikke brochures, maar door op
de bureaus van onze mensen om de paar weken een fraai
vormgegeven "A-viertje" te deponeren. Op zo'n vel licht
ten we in alfabetische volgorde de bij onze bank en de
coöperatie behorende begrippen toe. We hebben dit bege
leid met een toelichting van mijn hand in het personeels
blad. Zo begonnen we onder de letter "a" met een ver
haal over ons ambitiestatement en gebruikte we de letter
"i" om iets meer over onze identiteit te kunnen vertellen.
Uit de reacties van mijn mensen geloof ik te kunnen
opmaken dat dat heel doeltreffend is geweest.'
Micha Klein
Het "aan de weg timmeren" kreeg in het afgelopen jaar
nog meer gestalte. De Algemene Vergadering werd in het
Groninger Museum georganiseerd in aansluiting op de
aandacht trekkende tentoonstelling van het werk van
Micha Klein. Aan de Groninger gemeenschap werd een
groot openluchtconcert aangeboden en de bibliotheek in
Haren kreeg van de bank een "Dickens-kamer". Ook in
sociaal-economisch opzicht was de bank actief door de
sponsoring - samen met de Kamer van Koophandel en de
gemeente Groningen - van de Stichting Durfkapitaal.
Voorzitter Voort: 'Aan het eind van het jaar hebben we
een groot symposium georganiseerd in de prachtige Der
Aa-kerk in het centrum van de stad. De belangstelling
was prima, zo'n honderd deelnemers, waaronder veel
studenten. Naast hen hebben we ook onze "echte" leden
uitgenodigd. Van de uitgenodigde leden zijn er echter
maar enkele tientallen gekomen. Achteraf denk ik dat
een programma dat een hele dag in beslag neemt voor die
categorie toch wat te zwaar is. Zoveel tijd kunnen de
meeste leden-ondernemers niet vrijmaken. Dat gold ook
voor onze collegeleden. Over het programma ben ik
tevreden. In de ochtend een inleiding over de Goöperatie-
discussie van mr. Meijs van Rabobank Nederland en een
boeiend verhaal van professor Wierenga over de in zijn
ogen vaak kunstmatige tegenstellingen tussen coöperatie
en marketing. Ook de inleiding van drs. Donker die was
gevraagd om een wat tegendraadse beschouwing aan de
coöperatieve ambities van de Rabobank te wijden, sprak
aan. In de middag kon worden deelgenomen aan vijf
workshops. Ik leidde een workshop over het lidmaat
schap van de coöperatieve bank. Mijn vraag aan de aan
wezigen was steeds "waarom zou ik lid worden van een
coöperatieve bank?". Persoonlijk vind ik dat een lastige.
Algemeen directeur Wesselink (r.):
'Het enkele feit dat we een coöperatie zijn levert ons echt geen extra
klanten op!'
Ik kom uit dat deel van de coöperatieve wereld waar -
naast betrouwbaarheid, de kwaliteit van het geleverde
product en medezeggenschap - het voordeelscenario een
belangrijke rol speelt. Misschien daarom zie ik ook hij de
Rabobank de wenselijkheid een zeker materieel voordeel
aan het lidmaatschap te koppelen. In de workshop viel
me overigens op dat veel leden moeiteloos een aantal
motieven voor het lidmaatschap wisten op te sommen,
zoals de voordelen van de autonomie van de bank, de
korte lijnen en de sociaal-economische relatie van de
bank met haar werkgebied. Begrijpelijkerwijs hadden de
studenten wat meer moeite met die vraag. In deze fase
van hun leven hebben zij vooral oog voor deskundigheid,
snelheid en tarieven.'
Een intrigerend kennismakingspakket
Directeur Wesselink maakt tenslotte duidelijk dat de coö
peratieontwikkeling bij de bank inmiddels de volgende
fase heeft bereikt: 'Nu staat een plan voor ledenwerving
op de rol. Ook dat zal geen eenvoudige opgave zijn.
Onze gedachten gaan ernaar uit de lidmaatschapsrelatie
aan te gaan door middel van een - wat ik zou willen noe
men - intrigerend kennismakingspakket. Dit moet het
aspirant-lid prikkelen om het lidmaatschap aan te vragen
en wij moeten uit zijn aanvraag informatie kunnen put
ten om dat lid maximaal van zijn lidmaatschap te laten
profiteren. We moeten aanbiedingen kunnen doen die op
hem of haar persoonlijk zijn toegesneden, die bijvoor
beeld inhaken op persoonlijke voorkeuren in de sfeer van
hobby's en vrijetijdsbesteding en op beroepsmatige inte
ressen. Kr zal een duidelijk onderscheid moeten zijn tus
sen ledenvoordelen en relatiemarketingactiviteiten.
Zaken als ledenparticipaties lijken mij in dit verband
weinig aantrekkelijk. Maar we zijn er nog niet. Fr zal
nog wel wat denkwerk moeten worden verricht!'
1 L