Je moet er gevoel voor Van der Spek: 'Natuurlijk kun je ook proberen tot bovenlokale samen werking te komen. Verwacht daar echter niet alle heil van. ver enkele weken wordt in de CKV gediscussieerd over het agrarische beleid van de Rabobank. Deze discussie zal in de voorjaarskringvergaderingen worden voortgezet en zal - als het aan Van de Kerk ligt - een vervolg krijgen in de bestuursvergadering van elke Rabobank. In dit kader spraken wij met hem en met ing. Arie van der Spek MBA, manager Agrarische Zaken bij Rabobank Nederland. De discussie over dit onderwerp komt op het juiste moment vindt Van der Spek. De land- en tuinbouw zal immers in de komende tien jaar een indrukwekkende ver andering te zien geven. Het aantal bedrijven zal naar ver wachting teruglopen van 75.000 nu tot ongeveer 40.000 over tien jaar, maar de schaal waarop wordt gewerkt zal per bedrijf aanzienlijk stijgen. Er zullen steeds meer grote, gespecialiseerde en innoverende bedrijven komen, bedrijven met tientallen werknemers met een bancaire behoefte die een sterke overeenkomst vertoont met bedrijven in de HID-sector. Deze bedrijven hebben behoefte aan complexe financiering- en leaseproducten, buitenlands betalingsverkeer en risicoproducten, zoals schadeverzekeringen en verzekeringen om inkomens- en afzetrisico's te dekken. Daarbij gaat het om zo'n 15.000 bedrijven. Juist door de schaalvergroting zal het financie ringsvolume jaarlijks nog met zo'n 2 miljard gulden kun nen stijgen. Daarnaast zullen er bedrijven blijven die behoefte houden aan de gebruikelijke bancaire dienstver lening. Deze bedrijven zullen vaak naast de traditionele agrarische activiteiten ook andere activiteiten ter hand (moeten) nemen. Liever bij de Rotary 'Het is een goede zaak dat we hinnen de organisatie elkaar 'ns goed in de ogen kijken over onze bedoelingen met de agrarische sector', aldus directeur Henk van de Kerk, hoofd Kredietrisicomanagement en directielid van het Werkgebied Aangesloten Banken. 'Natuurlijk is onze positie nog steeds een ijzersterke, maar we zullen wel alles uit de kast moeten halen om die positie ook te behouden. Wij hebben een heel bijzondere, maar daar door misschien ook wel heel kwetsbare relatie met de agrarische sector. De agrariër ziet ons nog steeds als zijn bank. Als we in zijn ogen achterblijven in onze dienstver lening heeft dat vrijwel onmiddellijk forse consequenties. Hij vraagt onze aandacht en ik vind dat - ook historisch gezien - terecht. Ook onze wortels liggen immers in deze sector en onze huidige positie is voor een belangrijk deel aan deze sector te danken. Rabobank International focust zich niet voor niets - en met succes! - op de agri- business. Ik zie echter ontwikkelingen die deze verhou ding onder druk zetten. Zo beginnen veel van onze ban ken te "verstedelijken": banken met een van oudsher agrarische signatuur fuseren met een stedelijke bank en dat kan - wellicht onbedoeld - nadelige gevolgen hebben voor de relatie met die agrariërs. Ze missen die centrale aandacht en de deskundigheid die ze gewend waren. Ze raken hun aanspreekpunt kwijt en ze voelen dat er andere prioriteiten zijn. En laat ik eerlijk zijn, ik krijg toch het gevoel dat bepaalde directeuren van onze ban ken zich liever bij de Rotary laten zien dan bij een bijeen komst van de LTO. Dat die directeuren trotser zijn op 16 Hij is geen boerenzoon en heeft geen agrarische opleiding achter de rug. Toch wordt hij vaak het agrarische gezicht van de Rabobank genoemd. Henk van de Kerk heeft inderdaad iets met agrariërs en schroomt niet om de publiciteit te zoeken als hij dat in het belang van de sector vindt. Voor hem vraagt handhaving van de ijzersterke positie die de Rabobank heeft in de land- en tuinbouw echte betrokkenheid van de banken. Daarom is hij blij met de discussie hierover in de Centrale Kringvergadering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1999 | | pagina 16