6 De Amsterdamse fusie: een beweging in de achterhoede De recente fusie van vier banken met werkgebieden in en rond Amsterdam heeft nogal wat opzien gebaard binnen de organisatie. Hier en daar wordt het gezien als een precedent op weg naar regionalisatie.'Pas op', waarschuwt Meijer direct, 'het is slechts een beweging in de achterhoede van het fusie proces dat we organisatiebreed hebben meegemaakt. Het gaat hier om banken die werkzaam zijn op één markt, met poreuze werkgebiedsgrenzen die tot grote problemen lei den. Het niet van de grond komen van het middenmarktpro- ject in Amsterdam heeft dit nog eens versneld. Daar moest linksom of rechtsom ordening in worden gebracht. In feite hebben we soortgelijke fusieprocessen achter rug in andere grote steden als Rotterdam en Den Haag. Als het hier de regio Groot-Amsterdam betrof, zouden we praten over wel tien betrokken banken. Het zou bij mij op ernstige bezwaren stuiten, als men deze fusie elders zou aangrijpen voor het doorvoeren van vormen van regionalisatie. De grenzen van de schaalvoordelen door fusie zijn bereikt. We zien nu soms al dat het management van grote banken wel erg naar bin nen getrokken dreigt te worden.Ten koste van de aandacht voor het werkgebied: het kennen van de mensen en het gekend worden. Daar moet een directeur echt een sterk punt van blijven maken. Het is ook de consequentie van de in het coöperatiedebat gemaakte keuzes, dat we dichtbij de men sen willen blijven. Dat betekent ook het handhaven van een organisatiestructuur die garandeert dat we in alle haarvaten van de samenleving functioneren.' denheid met het werkgebied er weer aan zal moeten gelo ven. Ook kan gemakkelijk worden besloten de nood zakelijk injectie die aan de medewerkerswaarde gegeven zou dienen te worden, achterwege te laten. Meijer onder kent de ernst van de dreigende scherpe kosten-baten- schaar, maar wijst erop dat er door het tijdige signaal nog veel te sturen valt in de richting van een evenwich tige kostenbesparing. 'Daarbij ga ik ervan uit dat de co öperatieve uitingen geen overbodige franje zijn, maar de resultante van bewuste keuzes die er echt toe doen. Dat zal naar mijn overtuiging banken ertoe brengen deze uitingen volwaardig te laten meewegen in hun beslissin gen en bezuinigingen niet eenzijdig daarop af te Medewerkers- wentelen.' Ook het serieus waarde ver- werken aan de medewer- sterken en kerswaarde kan volgens cultiveren hem niet los worden gezien van de bewust gekozen nieuwe koers. Hij tekent aan dat handhaving van de continuïteit en een hoog niveau van de reserveringscapaciteit een conditio sine qua non is. 'Maar we hebben ook de opgave aan vaard om na te gaan hoe de coöperatieve doelstelling - het leveren van klantwaarde - via het concept van mede werkerswaarde gestalte kan krijgen. Dit is niet los te zien van elkaar. Het lijkt daarom niet de aangewezen weg de medewerkers eenzijdig de rekening van de kostenperike- len te presenteren. Er is naar mijn mening ook geen sprake van een tegenstelling. Juist de medewerkers zijn in staat vanuit de voorste linies nieuwe energie te ontwikke len en nieuwe initiatieven te ontplooien die kunnen lei den tot een betere kosten-batenverhouding. Zij kunnen vaak heel goed aangeven waar en hoe de efficiency kan worden opgevoerd. Ik pleit dus voor het waar mogelijk verder versterken en cultiveren van de medewerkers- 'Een organisatiestructuur die garandeert dat we in alle haarvaten van de samenleving functioneren.' waarde. Een eerste vereiste is en blijft elkaar volwaardig en volwassen te behandelen op basis van wederzijdse inzet.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1999 | | pagina 6