■jpC"*1 9 accountmanagers van de vijf deelnemende banken alle potentiële klanten in kaart gebracht. Dat bleken er na de nodige schiftingen uiteindelijk zo'n 3 a 400 te zijn. We hebben er bewust voor gekozen - ook in overleg met de directeuren van de convenantbanken - de accountma nagers van de banken sterk bij de acquisitie te betrekken. Zij kennen her werkgebied en de potentiële klanten. Zij zitten in de netwerken. Ons team begeleidt deze account managers zonodig en levert de gespecialiseerde know how. Deze methode werkt prima.' Twente is nu eenmaal anders Bestuurslid 1 lceringa beaamt dit. In het Bestuur wordt regelmatig aandacht geschonken aan het functioneren van het Middenmarktteam. 'Hun werkwijze verhoogt ook de kwaliteit van de zittende accountmanagers. Zij worden als het ware meegenomen in de "slipstream" van het team. De praktijk is nu eenmaal de beste leermeester.' Ook Muller beaamt dat deze vorm van samenwerken meer oplevert dan wanneer ervoor zou zijn gekozen het middenmarktteam zelfstandig onder de potentiële relaties van de samenwerkende banken te laten acquireren. Als een ander voordeel van deze werkwijze ziet Grotenhuis dat de klanten het absoluut niet bezwaarlijk vinden een bancaire relatie aan te gaan met de Rabobank in het eigen werkgebied. 'Elders in het land komen de nieuwe klanten doorgaans in de boeken van de bank waar het team is gehuisvest. Voor die vorm hebben wij niet geko zen. Twente is - niet alleen in dit opzicht - nu eenmaal anders. Onze convenantbanken zijn alle vijf goed in staat met ondersteuning van het middenmarktteam deze bedrijven te bedienen.' Grotenhuis en Heeringa laten zich bepaald enthousiast uit over de resultaten van het team. 'Ik merk het ook aan de reacties van onze concurrentie: het imago van onze bank zit in de lift. Ten koste van de andere banken halen we aantrekkelijke klanten binnen.' Heeringa heeft datzelfde geluid regelmatig gehoord uit de mond van accountants: 'Het valt hen op dat onze dienst- Muller: 'een grote uitdaging de Rabobank als bank voor grote bedrijven op de kaart te zetten.' verlening verbeterd is. Concurrentie op tarieven maakt steeds meer plaats voor concurrentie op kwaliteit.' Tombola Grotenhuis verheelt niet dat de door zijn bank gemaakte keuze om stevig in het bedrijvensegment te groeien forse consequenties heeft. 'De groei van het vermogen van de bank blijft noodgedwongen achter indien er sprake is van een jaarlijkse balansgroei van meer dan 20%. Op eigen kracht kunnen we een dergelijke vermogensgroei niet realiseren. Gelukkig heeft de Rabobankorganisatie dat ook ingezien en de nodige vermogenversterkende faciliteiten beschikbaar gesteld voor banken "in de groei". We hebben een uitstekende relatie met het regio kantoor waar we alle ondersteuning krijgen.' Minder te spreken is Grotenhuis over het risicobeleid van Rabo bank Nederland. 'Ik vind dit vaak niet erg duidelijk. Bij dit type bedrijven is sprake van andere financieringsvor- men en dus van andere risico's. 1 let fiatteringsapparaat van Rabobank Nederland gaat daar naar mijn mening vaak weinig consequent en al te voorzichtig mee om. Fiattering wordt dan een soort tombola. Soms ben je al heel ver met een klant, alle bancaire ins en outs zijn met "Eindhoven" doorgepraat en toch krijg je nog onver wacht een afwijzing. Voor de prille relatie met zo'n klant is dat dodelijk. Het werkt nog heel lang na en beschadigt ons imago. Ook Muller heeft die ervaring: 'Je komt te vaak voor gesloten deuren.' De uiteindelijke bedoeling van het middenmarktproject is dat na een aantal jaren het team wordt ontbonden en dat de leden van het team in dienst treden hij de midden- marktbanken. 'Ik was daar aanvankelijk ook een warm voorstander van', aldus Grotenhuis, 'maar ik heb mijn mening herzien. Ik zou het betreuren de geconcentreerde kennis die in het team is opgebouwd weer te verliezen. De bancaire dienstverlening aan dit soort bedrijven is zo complex en zo aan verandering onderhevig, dat ik het een goede zaak zou vinden het team in stand te houden en zelfs uit te breiden. Het lijkt mij geen moeilijke opgave een systeem te bedenken om de kosten van het team te verdelen over de participerende banken, bijvoorbeeld in de vorm van een soort profijtbeginsel.' Heeringa is het met zijn directeur eens: 'We zouden daar 'ns serieus over moeten nadenken. Misschien moeten we inderdaad met een eigen oplossing komen, passend in de wijze waarop we nu met z'n vijven samenwerken. Een typische Twentse oplossing.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 9