Het gaat nu pas beginnen Binnen een jaar of tien verrijst onder de rook van Utrecht een nieuwe stad met 80 a 90.000 inwoners, de totale bevolking van Leeuwarden. De bouw van zo'n 30.000 woningen gaat gepaard met een zeer forse uitbreiding van winkelcentra en bedrijventerreinen. De Leidsche Rijn is de grootste VINEX- locatie in het land. Toen de spade voor de eerste woning de grond in ging, reikten de twee in het gebied actieve Rabobanken elkaar in goede harmonie de hand. Daar was wel een werkgebiedsconflict aan vooraf gegaan dat tot voor de Raad van Toezicht van Rabobank Nederland werd uitgevochten. Twee voorzitters kijken daarop terug, maar verwachten nu veel van de nieuwe verhoudingen. t' Leidsche Rijn wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd op het grondgebied van de Rabobank Nedersticht en is mede opgezet als overloopgebied voor de gemeente Utrecht, waar de gelijknamige Rabo bank actief is. Beide banken hadden - los van elkaar - hun plannen gereed voor een actieve bewerking. Een gemeentelijke herindeling, of tenminste een ingrijpende grenscorrectie, zat er aan te komen. Een eerste voorzich tige toenadering tussen beide banken verzandde toen geen van beide bereid bleek concessies te doen met betrekking tot de bewerking van het gebied. De spanning liep snel op, beide banken zetten de hakken in het zand, de verhoudingen waren verstoord en er leek geen andere uitweg te zijn dan het aanvragen van de zogeheten 1 !-m procedure. Bij deze in de statuten geregelde procedure kan de Raad van Beheer een wijziging in werkgebieden aanbrengen. Terugblikkend op een buitengewoon onaan gename periode, constateert drs. Anton Bartels, bestuurs voorzitter van de Rabobank Utrecht nu, 'op dat moment waren we al een station te ver. Bij dergelijke ingrijpende projecten waar het belang van de gehele organisatie op het spel staat en waarbij meer banken zijn betrokken, zou Rabobank Nederland partijen in een vroegtijdig sta dium kunnen uitnodigen om tot gemeenschappelijke afspraken te komen.' Zijn collega Adri Oorschot van de bank Nedersticht beaamt dit volmondig: 'Natuurlijk is de marktbewerking onze eigen verantwoordelijkheid, maar in zo'n situatie ben je teveel op je vermeende eigen belang gefixeerd en de enige die daar garen bij spint is de concurrentie.' De uitspraak van de Raad van Beheer bevredigde niet. Het was een soort Salomonsoordeel dat in de ogen van beide banken onvoldoende ruimte bood voor een adequate aanpak. Bij de Raad van Toezicht Bartels (l.):'lkheb het gevoel dat we nu in een win-win situatie zitten.' Naast hem zijn collega-voorzitter Adri Oorschot. werd dan ook beroep aangetekend. 'En daar zaten we dan in het kantoor aan de Croeselaan, beide banken op oorlogssterkte, geflankeerd door advocaten. We keken elkaar niet meer aan. De verhoudingen waren verkild, aldus Oorschot. Ook in de uitspraak van de Raad van Toezicht kon geen van beide banken zich van harte vin den. Het effect ervan was wel dat de beide voorzitters erdoor bij elkaar werden gebracht. Bartels herinnert zich dit alles nog goed: 'Samen met collega Adri Oorschot is toen afgesproken elkaar, de voorzitters van het Bestuur en de Raad van Toezicht, én de beide algemeen directeu ren van de banken tijdens een etentje te treffen. En dat heeft gewerkt! Iedereen voelde zich verliezer en we reali seerden ons heel goed dat het vijf voor twaalf was. We waren het er snel over eens onze directeuren te vragen een gezamenlijk voorstel te doen. Binnen één maand moest dat op tafel liggen en dat is gelukt.' Er kwam een voorstel om De Leidsche Rijn gezamenlijk te gaan bewer ken. Er werd gekozen voor een praktische aanpak waar bij rekening is gehouden met ieders deskundigheid, maar ook met ieders betrokkenheid bij bepaalde delen van het werkgebied. 'Samenwerking werd vanaf dat moment met hoofdletters geschreven, waarbij feitelijk het klantenbe- lang onze primaire oriëntatie is. Dat laatste waren we door dit conflict eigenlijk uit het oog verloren', aldus Oorschot die vervolgt: 'Dergelijke conflicten moeten bin nen de wereld van de Rabobank door overleg uit de wereld worden geholpen, niet door procedures.' Bartels besluit: 'Ik heb het gevoel dat we nu in een win-win situ atie zitten. Tussen beide banken wordt perfect samenge werkt en die samenwerking zal - daar ben ik, maar ook collega Oorschot, stellig van overtuigd - steeds intensie ver worden. Het gaat nu pas beginnen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 23