Waardering van en voor de leden i Tijdens de Centrale Kringvergadering van november 1997 werd het eerste prille ledenproduct, het ledencertificaat, gepresenteerd. De reactie was kritisch: de vergadering vond het certificaat onduidelijk in zijn doelstellingen en weinig wervend, terwijl de individuele bank zich er nauwelijks mee kon profileren. Rabobank Nederland had nog wat huiswerk te doen. In het voorstel dat dit voorjaar de CKV bereikte, is met deze opmerkingen rekening gehouden. Het uiteindelijk positieve advies van de CKV werd echter voorafgegaan door een aantal suggesties om bepaalde aspecten van het ledencertificaat nog 'ns tegen het licht te houden. Dat is inmiddels gebeurd. er ledencertificaat is bedoeld om de bijzondere rela tie tussen de bank en haar betekenisvolle klanten die kiezen voor het lidmaatschap te accentueren. Wat de banken daarvan vinden, bleek uit de discussies in de CKV. Maar wat vinden (potentiële) leden er eigenlijk van? Uit recent onderzoek bleek dat klanten moeite hebben het ledencertificaat een plaats te geven in hun relatie met de Rabobank. Als bancair product scoorde het laag. Het geringe rentevoordeel werd weinig attractief genoemd, zeker in relatie tot het achtergestelde karakter van de certi ficaten. Kr was zelfs een zeker wantrouwen over de aan wending van de aldus verworven middelen binnen het bedrijf van de Rabobank. 'Vormen jullie hiermee een oor logskas om overnames te kunnen doen?', was een wat cyni sche reactie uit de markt. De waardering voor het certifi caat nam echter aanzienlijk toe als nader werd ingegaan op het eigene van de Rabobank zoals haar strikte klanten oriëntatie en haar rol in de lokale gemeenschap. Met die wetenschap werd op een andere - aanzienlijk positievere - manier naar het certificaat gekeken. Dit onderzoek onder klanten als aanvulling op de discussies in de CKV heeft geleid tot een gewijzigde visie op het ledencertificaat. In de CKV van IS november zal deze aan de orde komen. 'Voor mij staat het vast', aldus 1 loofddireetielid dr. Wim van den Goorbergh, 'dat een ledencertificaat een eigen plaats kan hebben in de relatie tussen de bank en haar klant. De rela tiebeheerder van de bank is degene die zo'n vertrouwens relatie onderhoudt. Hij of zij kan inschatten of de klant daadwerkelijk het gevoel heeft dat de bank zijn belang cen traal stelt, en ook of de klant sympathie voelt voor de aan wezigheid en de functie van de bank in de lokale gemeen schap. Dan is te verwachten dat die klant het ook op prijs stelt uitgenodigd te worden voor het lidmaatschap en in de gelegenheid te worden gesteld door het ledencertificaat zijn verbondenheid met de bank te onderstrepen. Daarom moet iedere bank zelf het moment bepalen waarop het certificaat De relatie beheerder kan inschatten of de klant sympathie voelt voor de aanwezigheid en de functie van de bank in de lokale gemeenschap. JO 00 0\ CU E E 3 2 Or C O Or O O CU rs beschikbaar komt. Een grootschalige, landelijke, uitgifte van certificaten past niet in dat beeld. E11 eigenlijk ook de naam niet: "ledenparticipatie" is een betere illustratie van CQ betrokkenheid dan "ledencertificaat", een benaming die de bank centraal stelt. We kiezen dus voor die eerste naam.' Gedragenheid in het werkgebied De uitgave van ledenparticipaties dient dus een logische plaats te krijgen in het proces om de uitkomsten van de Coöperatiediscussie metterdaad met leden en klanten te communiceren. Dit proces kan er uiteindelijk in uitmonden dat klanten die kiezen voor het lidmaatschap bereid zijn een of meer ledenparticipaties te verwerven. Voor de bank speelt het achtergestelde karakter hiervan en het op die wijze te verkrijgen solvabiliteitsvoordeel zeker een rol, maar geen prominente. Prominent is wel dat de ledenparti cipatie het bewijs vormt van de gedragenheid van de bank in haar werkgebied. Het is een waardering voor de rol die de bank vervult als lokale financiële dienstverlener én voor de persoonlijke inzet van haar medewerkers. Voor de klant is de relatief geringe extra rentevergoeding op deze partici paties te beschouwen als een bijzondere "beloning" van de zijde van de bank voor her lidmaatschap. Dit betekent niet dat het voordeelscenario via de achterdeur terugkomt. Ook in "Rabobank Accent", een programma om een relatie met klanten tot stand te brengen en bestaande betekenisvolle relaties iets extra's te bieden, kunnen ledenparticipaties een goede rol spelen. Bij Rabobank Accent gaat het immers om een reeks activiteiten in de richting van de klanten waar door ze zich gewaardeerd voelen en het als een uitnodiging ervaren er echt bij te horen. 'Ik ben ervan overtuigd dat op een dergelijke uitnodiging positief zal worden gereageerd', aldus Van den Goorbergh.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 17