'Wat je ziet, is wat je De ontwikkeling van de Rabobank naar een brede financiële dienstverlener was niet mogelijk geweest zonder marketing. In de afgelopen decennia is deze discipline nauw verweven geraakt met ons bankbedrijf en maakt daarvan een vanzelfsprekend en geaccepteerd onderdeel uit. Toch is de rol van de marketing binnen een coöperatieve bank als de onze nooit echt onomstreden geweest. Nu we zo krachtig hebben herbevestigd louter te bestaan om klantwaarde te leveren, wordt ook op onze marketinginspanningen een ander licht geworpen. Onze geloofwaardigheid mag niet in het geding raken. Een interessante kwestie die binnen onze organisa tie speelt', aldus voorzitter van de Raad van Beheer Wint Meijer niet lang geleden in een interview in dit blad, 'is hoe we dienen om te gaan met marketing.' De vraag die hij bij die gelegenheid opwierp, is of we marketing moeten zien als een vorm van superi eure verleidingskunst die in het belang van een onderne ming wordt bedreven, of dat het juist gaat om een goede voorlichting aan de klant, om bewustwording in belang rijke persoonlijke keuzevraagstukken. 'Ik denk dat we met die kunst zeer voorzichtig moeten omspringen', zei hij toen. 'De manier waarop wij onze producten en dien sten vermarkten moet transparant blijven onder het motto: wat je ziet, is wat je krijgt.' "Wij gebruiken elkaar" Onder invloed van de Coöperatiediscussie heeft de vraag hoe we omgaan met marketing weer sterk aan importan tie gewonnen. Het centraal stellen van de klant heeft er bijna onvermijdelijk toe geleid dat ook het marketing- denken in onze organisatie eens opnieuw tegen het licht wordt gehouden. Hen belangrijke impuls daarvoor is uit gegaan van de zienswijze van de directeur Strategie bij Rabobank Nederland, prof.ir. Wim van Dinten. Hij heeft scherp afstand genomen van een marketing die is gestoeld op het principe van "wij gebruiken elkaar". Dit representeert volgens hem een waardensysteem dat denkt vanuit eigenbelang. Daarbij is de allesbepalende vraag hoe het meest aan de klant kan worden verdiend. Klant vriendelijkheid wordt dan al snel tot leugen. Vooral in de database-marketing wordt de klant voornamelijk geredu ceerd tot een aantal gedigitaliseerde kenmerken, waarbij het normale contact tussen bedrijven en hun omgeving verloren gaat. Tegenover dit "wij gebruiken elkaar" onderscheidt Van Dinten een waardensysteem dat is gericht op her "wij helpen elkaar". Daarin staat een idee of een ideaal centraal dat mensen gezamenlijk dragen. I let eigenbelang wordt niet ontkend, maar samenwer king voor het gezamenlijke idee wordt in ieders belang gezien. In een interview met de NRC formuleerde hij de positie van marketing binnen de coöperatieve Rabobank als volgt: 'Wij zijn natuurlijk ook geen heiligen. Ook wij hebben allerlei marketingtechnieken overgenomen en we begonnen aardig op een commerciële bank te lijken. We proberen dat nu terug te draaien. Dat soort technieken past maar moeilijk in een organisatie als de onze.' Deze constatering van de directeur Strategie was een duidelijke aansporing tot het kritisch overdenken van de binnen de organisatie gehanteerde marketingtechnieken. De persoonlijke dialoog In haar huidige vorm is financiële dienstverlening niet goed meer mogelijk zonder soms ver doorgevoerde vor men van marketing. Daarbij is het niet verstandig alle vormen van marketing over één kam te scheren. Voorop staat dat marketing duidelijk moet worden onderschei den van sellinghet puur alleen op verkopen gericht zijn. Terwijl selling draait om de behoefte van de verkoper die zijn product wil omzetten in geld, gaat het bij marketing om het bevredigen van de klantbehoefte door het pro duct en de gehele cluster van het creëren, leveren en con sumeren ervan. Kritiek op marketing komt vaak voort uit kritiek op het sellingconcept en hoe de toepassing van de marketing wordt waargenomen. Daarbij komt het in strumentarium waarvan de marketeer zich bedient op de voorgrond te staan. Een in het oog springend marketing instrument is de database-marketing, waarvan vaak wordt gesteld dat er op een niet integere wijze wordt gebruik gemaakt van klantgegevens. Bij een ongenuan ceerd gebruik van dit instrument snijdt deze kritiek zeker hout. Maar om optimaal te voorzien in behoeften van klanten, is een goede kennis van die behoeften vereist. De ideale wijze van het achterhalen van klantbehoeften is natuurlijk de persoonlijke dialoog in een adviesgesprek. De adviseur stelt de juiste, relevante vragen om zich een integraal beeld te vormen van de klantbehoefte en daar een passende propositie aan te koppelen. Database-mar keting moet eigenlijk aanvullend functioneren als hulp middel in ons streven om de klant beter te leren kennen in zijn financiële behoeften. Mede op basis van die ge gevens is de bank in staat de klant een op zijn behoeften en verwachtingen afgestemd aanbod te doen. Als gevolg zien we dat financiële dienstverlening steeds meer het resultaat wordt van een tweerichtingsverkeer. Gebrek aan initiatief Onder andere uit imagometingen blijkt dat de klant het juist op prijs stelt dat de bank zelf het initiatief neemt om een aanbod te doen of een oplossing te bieden, ook als een klant daarvan niet direct gebruik wenst te maken. Opvallend genoeg is een van de meest gehoorde klachten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 12