De Jong:'We kennen geen optieregelingen en daar ben ik eerlijk gezegd niet rouwig om.' markt geconfronteerd. Ook zien we nog teveel directeu ren die de grootste moeite hebben om aan de steeds zwaardere functie-eisen te voldoen. In feite zijn ze al vastgelopen. Ik signaleer ook dat veel banken nog onvol doende aandacht hebben voor een kwalitatief goed loop baanbeleid en ook in andere opzichten achterblijven bij het implementeren van ons Human Resource-beleid. Ken laatste zorgpunt is dat bepaalde banken er onvoldoende oog voor hebben dat ons MO-beleid ons gezamenlijk belang is. En dat vind ik jammer.' Een eigen positie voor de directeuren Als gevolg van de steeds hogere eisen die aan het management van de lokale banken worden gesteld, is de laatste jaren ook meer aandacht uitgegaan naar hun rechtspositie. De directeuren vallen van oudsher niet onder de CAO voor het Bankbedrijf. Wel was het gebrui kelijk dat zij de CAO volgden. Dat gold met name voor de gebruikelijke loonrondes. De directeuren hadden eigen salarisschalen, maar voor het overige werden ze de facto over dezelfde kam geschoren als de overige werkne mers. 'In mijn visie hebben directeuren geen urencon- tract, maar een functiecontract', aldus De Jong. 'Hun beschikbaarheid voor het werk gaat veel verder en ook hun taken zijn in veel opzichten afwijkend van die van de overige medewerkers. Dit verklaart ook waarom zaken als arbeidsduurverkorting en roostervrije dagen voor hen moeilijk inpasbaar zijn. Bovendien is hun positie als gevolg van de Coöperatiediscussie ingrijpend gewijzigd; ze zijn nu immers ook formeel lid van het bestuur. Bij de CAO die in 1995 rot stand kwam, werd de gemiddelde 56-urige werkweek geïntroduceerd. Dit was een buiten gewoon omvangrijke operatie waarbij we ons in feite volledig hebben geconcentreerd op de medewerkers. Ver- Sabbatsverlof Uiteindelijk werd er overeenstem ming bereikt. Er kwam een gehele nieuwe set arbeidsvoor waarden: het functiecontract, gel dend voor de algemeen directeu ren en de overige directeuren die op 1 mei 1997 in functie waren. Met nieuwe salarisschalen waarin een financiële compen satie is opgenomen voor het feit dat de gemiddelde 36- urige werkweek voor deze categorie niet toegepast kan worden. De pensioenleeftijd is teruggebracht van 65 naar 62 jaar. Een maximale functieverblijfsduur van zeven jaar is geïntroduceerd. Niet als een absoluut maximum, doch als een "signaal" dat tussen bestuur en directie na ver loop van die tijd serieus over verdere carrièrestappen moet worden nagedacht. Voor de algemeen directeur is de mogelijkheid van een zogeheten sabbatsverlof opgeno men. Zij kunnen nu eens per vijf jaar een betaald "opfris verlof" van drie maanden opnemen. 'Een adempauze om het persoonlijke en professionele leven van de directeur, gerelateerd aan de loopbaan, te vitaliseren', zoals De Jong het uitdrukt. 'Je kunt niet stellen dat bepaalde onderdelen van de Bank CAO zijn geruild voor bepaalde elementen in het nieuwe functiecontract, bij voorbeeld het sabbatsverlof in ruil voor de ADV-dagen. Het zijn twee separate pakketten. In de nieuwe voorwaarden is de in de CAD gedeelde visie op arbeid en ontwikkelingsmo gelijkheden van directeuren neergelegd. Het is een gemeenschappelijke visie op het evenwicht tussen wer ken, leven en leren, specifiek passend hij de coöperatieve Rabobank', vat De Jong zijn visie op het functiecontract samen. Aan het eind van het gesprek wil De Jong nog iets kwijt over de met veel publiciteit omgeven optieregelin gen. 'Wij kennen ze niet en ik ben daar eerlijk gezegd niet rouwig om. Dergelijke regelingen zijn bij een coöperatie technisch erg gecompliceerd, maar ik vind ze ook niet bij ons passen. Ze introduceren een mentaliteit die niet aan sluit op onze visie op arbeid. Onze directeuren - en trou wens ook onze overige medewerkers - hebben een arbeidsvoorwaardenpakket dat in goed evenwicht is met de eisen die aan hen worden gesteld.' volgens was dit voor de Commis sie Arbeidsvoorwaarden Direc teuren, de CAD, waarin naast directeuren ook bestuurders en vertegenwoordigers van Rabo bank Nederland zitting hebben, aanleiding om de rechtspositie van de directeuren nog 'ns tegen het licht te houden. Dit proces heeft ruim een jaar in beslag genomen, wat aangeeft dat we heel fundamenteel te werk zijn gegaan.' I I

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 11