Rabobank
100 jaar
natuurlijk qua structuur, waardoor er ook ontegenzegge
lijk een andere sfeer heerst binnen deze organisatie.
Daarop zullen andere banken jaloers zijn.' Het decentrale
kan worden geïmiteerd, maar een maatschappelijke posi
tie als die van de Rabobank is voor de concurrentie
onbereikbaar. De coöperatieve overlegstructuur is in veel
opzichten een pre, toch schuilt hierin tegelijk ook de
achilleshiel van de organisatie. 'Neem het leiderschap.
Dat stelt specifieke eisen aan de top van de organisatie.
Voor een niet gering deel hangt de houdbaarheid van de
structuur samen met de denkwijze en de overtuigings
kracht van topfiguren als Wijffels en Meijer. Bovendien is
aanwas uit de eigen gelederen cruciaal. Wordt aan die
voorwaarden niet voldaan dan is de kans op verwatering
van het gedachtegoed reëel.' Een citaat uit het door Van
Zanden geschreven slothoofdstuk van het boek illustreert
deze gedachtegang: "De grote uitdaging voor de
komende jaren zal zijn een toenemend aantal klanten
inderdaad te interesseren voor het lidmaatschap van de
bank en het actief meedenken met de bestuurlijke proble
men. Daarbij zal het van belang zijn dat de lokale ban
ken op hun beurt inderdaad ernst maken met de inspraak
van de leden. Worden zij serieus genomen of nemen pro
fessionele bestuurders het heft geheel in handen? Ook
staat de bank voor de niet geringe opgave verschillende
bedrijfsculturen in haar organisatie in goede harmonie
Teamwork van de bovenste plank
Vier a vijf mensjaren, samengebundeld in een tijdsbestek
van tweeëntwintig maanden vergde de vervaardiging van
Het Coöperatieve Alternatief. Het team van vier historici van
het Onderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Cultuur van
de Universiteit van Utrecht verdiepte zich zeer grondig in
de geschiedenis van de Rabobank.'Zo'n jubileumjaar zie je
aankomen en al ver van tevoren hadden we aspiraties om
deze mooie klus te klaren'. Dat de opdracht de Utrechtse
historici inderdaad te beurt viel, had zeker te maken met
de staat van dienst die zij op het terrein van de bedrijfsge-
schiedschrijving hebben opgebouwd.Zo schreven zij bij
voorbeeld de geschiedboeken van Hoogovens en Schip
hol op hun naam. Daarnaast is prof.dr.Jan
Luiten van Zanden op zijn vakgebied een
van de meest vooraanstaande publicisten.
Met Het Coöperatieve Alternatief heeft het
team haar reputatie alle eer aan gedaan.
Het ruim 400 pagina's tellende boekwerk
bevat een onafhankelijke en objectieve
waardering van de ontwikkeling van de
Rabobank in 100 jaar tijd.
De samenstellers van Het Coöperatieve Alternatief
geschaard rond hun geesteskind: (v.l.n.r.) dr. Jos van
der Linden, prof.dr. Jan Luiten van Zanden, dr. Keetie
Sluyterman en dr. Joost Dan kers.
met elkaar te houden, waarbij de een meer dweept met
de shareholdervalue en de ander met customervalue." De
boodschap is duidelijk: als de Rabobank er niet in slaagt
het coöperatief gehalte hoog te houden, zal volgens Van
Zanden de cultuur van snel groeiende onderdelen van de
organisatie de oude gaan overvleugelen.
Klantwaarde?
In zijn visie hangt veel af van de manier waarop de bank
zich binnen het bankwezen zal weten te positioneren.
Dat het begrip klantwaarde uit de bus is komen rollen,
heeft hem verbaasd. 'Voorop staat dat de geloofsbrieven
dik in orde zijn, maar klantwaarde scheppen is iets wat
iedere bank in deze tijd zal moeten doen. Ik vraag me af
of dat voor de Rabobank het eindstation kan zijn. De
bank zal zich veel scherper moeten onderscheiden, wil zij
niet het risico lopen een anomalie - een abnormaliteit -
te worden in het Angelsaksische model.' Hij voegt er
direct aan toe dat hem dat zeer aan het hart zou gaan,
maar wijst erop dat men bijvoorbeeld in Engeland inmid
dels al is overgegaan tot "de uitverkoop" van coöpera
ties. Zijn advies zou zijn dat de Rabobank nog veel meer
energie gaat stoppen in het ontwikkelen van een alterna
tieve strategie. 'De bank zal stevig moeten gaan werken
aan het inhoud geven van haar anderszijn. Ik zie meer in
een daadwerkelijke vitalisering van het lidmaatschap,
dan in het schermen met klantwaarde.' I lij wijst erop dat
de slinger terugkomt na een jaar of vijftien te zijn door
geslagen naar het economische primaat, de no-nonsense
benadering en het bijbehorend crisismanagement. Met de
Coöperatiediscussie heeft de Rabobank volgens Van
Zanden daarop voorgesorteerd en hij ziet veel in die
beweging. 'Na het afdwalen, zie je dat de organisatie nu
teruggrijpt op haar vroege verleden. Dieptepunt waren
wat betreft de jaren direct na de grote fusie, toen veel
stemmen opgingen om de gang naar de beurs ook maar
te maken.' Nu heeft het coöperatief alternatief het zeker
in zich "een stokoude onderneming" te worden, zoals de
hoogleraar het in het boek formuleert. 'Tenzij er gekke
dingen gebeuren, zal de Rabobank altijd wel die andere
bank blijven', oordeelt hij tot besluit.