Werken aan een duurzame toekomst
Rabobank
'Tien jaar geleden was duurzame ontwikkeling een non-issue. Vandaag de dag
is het een van de belangrijkste beleidskwesties voor de toekomst', aldus
Hoofddirectievoorzitter Herman Wijffels tijdens het door Rabobank
International georganiseerde tweedaagse congres over duurzaamheid, dat eind
mei plaatsvond. Het congres werd bijgewoond door toprelaties van de
Rabobank in binnen- en buitenland en oogstte veel waardering. Vanuit een
historie van honderd jaar werd de toon gezet voor de komende honderd jaar.
De Rabobank maakte duidelijk dat overstappen op duurzame consumptie en
productie geen utopie is, maar bittere noodzaak.
et de organisatie van het duurzaamheidseongres
onderstreepte de Rabobank de voortrekkersrol
die de bank op dit gebied wil spelen. De afgelo
pen jaren zette de bank al concrete stappen, zoals het
opzetten van interne milieuzorg, financiële ondersteuning
van een groot aantal milieuvriendelijke projecten, de
ondertekening - als eerste Nederlandse grootbank - van
de milieuverklaring van de Verenigde Naties en de intro
ductie van groenfondsen. 'Het belangrijkst is wel
licht het feit dat duurzame ontwikkeling bij de
Rabobank inmiddels tot een belangrijk
beleidsonderdeel is uitgegroeid', aldus Wijf
fels, die op het congres een grote noodzaak
constateerde voor een meer duurzame econo
mische ontwikkeling. 'De methodes en technolo
gieën van de twintigste eeuw hebben weliswaar grote
welvaart en vooruitgang opgeleverd, maar ook de aarde
aangetast door de omgeving te vervuilen en natuurlijke
hulpbronnen uit te putten. Zonder duurzame consumptie
en productie zal de kwaliteit van het leven achteruit
gaan.'
Oe drie p's
De term duurzame ontwikkeling stamt uit 1987, een tijd
waarin dit concept nog met name werd geassocieerd met
een idealistisch geitenwollensokken-imago en milieuactie
groepen. Maar de tijden zijn veranderd: inmiddels is het
wereldwijd zowel tot politiek als bedrijfsleven doorge
drongen dat er iets moet veranderen - als we tenminste
willen voorkomen dat natuurlijke hulpbronnen uitgeput
raken en we een groeiende wereldbevolking willen kun
nen blijven voeden.
Verschillende non-gouvernementele organisaties schets
ten tijdens het congres de deplorabele staat waarin onze
planeet verkeert en wat er moet gebeuren om de toene
mende vervuiling en vernietiging van biodiversiteit een
halt toe te roepen. Vervolgens was het de beurt aan de
vertegenwoordigers van het aanwezige bedrijfsleven om
aan te geven welke bijdrage het kan leveren aan duur
zame ontwikkeling. Herman Wijffels noemde in dit ver
band voor ondernemingen de drievoudige bottom line
een aantrekkelijk concept. 'Niet alleen de economische
betekenis van een bedrijf is relevant, maar ook hoe er
met mensen en met de aarde wordt omgegaan. Onder
nemingen zullen in toenemende mate op drie p's worden
beoordeeld: profit, people en planet.'
Samengaan van winst en duurzaamheid
De sprekers uit het internationale bedrijfsleven onder
schreven deze drievoudige bottom line unaniem. De lei
ders van de Nederlandse multinationals Shell, Heineken
en Van Melle lieten het congres bovendien zien dat winst
en duurzaamheid prima samengaan. Directievoorzitter
Izaak van Melle van snoepmultinational en familiebedrijf
Van Melle staat bekend als een van de meest hartstochte
lijke pleitbezorgers van duurzame productie. Onder zijn
bezielende leiding verhief Van Melle duurzaamheid tot
een way of life. Diverse projecten moeten het hele bedrijf
tegen het jaar 2005 zo duurzaam mogelijk maken, en
zowel het milieu als het bedrijfsresultaat zullen daar -
zeker op de langere termijn - van profiteren.
'Toen we begonnen met het meten van energie
verbruik en afvalstromen kwamen we tot ver
rassende conclusies', vertelde Van Melle.
'Oplossingen kosten vaak niets of heel weinig,
terwijl het rendement enorm kan zijn.' Door
gebruik te maken van zonnepanelen (een investe
ring die zichzelf in zes a zeven jaar terugverdient)
bespaart het bedrijf jaarlijks 170.000 kubieke meter gas.
De kosten voor waterverbruik daalden in enkele jaren
van 2,5 miljoen tot minder dan 1 miljoen gulden. Elektri
citeit wordt zoveel mogelijk betrokken van "groene"
producenten en tegenover het deel van de productie dat
niet duurzaam kan plaatsvinden, is er een compensatie
plan: zo worden er onder andere bomen aangeplant en
zijn er wind- en zonne-energiefondsen.
Realisme naast idealisme
President-directeur van Shell, Cor Herkströter, sloot zich
geheel aan bij het idee dat duurzaamheid en winst elkaar
niet uitsluiten. Als tastbaar bewijs hiervan presenteerde
Herkströter met gepaste trots Shell's eerste groene jaar
verslag, dat de titel "Profits and principles - does there
have to be a choice?" draagt. Met de publicatie van
richtlijnen, doelstellingen, cijfers en prestaties wil de
oliegigant laten zien dat Shell wel degelijk de daad bij het
woord voegt. 'Over het belang van duurzame ontwikke
ling is niet langer discussie mogelijk, wel over de manier
waarop we dit kunnen bereiken', hield Herkströter de
2 6
100 jaar