Rabobank 100 jaar hiertoe.' Ook Wijffels keek nog even - in grote tevreden heid - terug op de honderd jaar die met deze feestelijke vergadering werd afgesloten. 'We hebben in de eerste eeuw van ons bestaan een productieve rol kunnen spelen. Voor individuele mensen en voor de samenleving als geheel. De ontwikkeling van de Rabobank zelf is daar van de weerspiegeling', zo zei hij. In zeven punten Wijffels maakte van deze reflectie gebruik om een aantal duidelijke lijnen naar de toekomst te trekken. 'Ons suc cesvolle verleden verplicht ons om het in de toekomst evengoed, zo niet beter, te doen. Om die verplichting aan onszelf waar te maken, ligt een uitdagend programma op ons te wachten.' Zoals hij ook vijf jaar geleden zijn bekende tien-punten programma formuleerde, zo nam Wijffels zijn gehoor nu mee langs zeven projecten die in de komende 4 a 5 jaar centraal zullen staan in het beleid van de Rabobank. De volledige uitvoering van de voor nemens waartoe in het kader van de Coöperatiediscussie is besloten, noemde hij de eerste uitdaging. 'Daarbij is het van groot belang dat we de volledige verantwoorde lijkheid voor de coöperatieve doelstelling - het leveren van klantwaarde - aan onze medewerkers geven. Een vrijwel rimpelloze overgang naar het volgende millen nium over precies vierhonderd werkdagen en de intro ductie van de euro - beide vereist voor de continuïteit van onze dienstverlening - noemde hij de tweede uitda ging, waarbij hij aantekende dat er op dit gebied nog veel moet gebeuren. Een derde buitengewoon interessante ontwikkeling noemde hij de rol die de Rabobank zal gaan spelen in de sfeer van de zogeheten employee bene fits (personeelsarrangementen), het terrein van collectieve voorzieningen dat tot enige jaren terug door de overheid werd gedomineerd, maar waar een terugtredende over heid steeds meer ruimte geeft aan nieuwe partijen en allianties. 'Ook vanuit de klanten van de lokale banken verwacht ik veel vraag naar een dergelijke dienstver lening. Nauwe samenwerking met andere organisaties is daarbij nodig. Die streven we ook na.' Coöperatief genieten Wie had dat in 1898 bij de Centrale Boerenleenbank en de Centrale Raiffeisen-Bank durven denken? Als één organi satie stijlvol het eeuwfeest vieren in koninklijke aanwezig heid en een Algemene Vergadering die opgaat in een prachtig stuk klassieke muziek? Op deze historische mid dag bracht het Nederlands Philharmonisch Orkest, onder leiding van dirigent Hartmut Haenchen, samen met het Koor van de Nederlandse Opera en de solisten Nelly Miri- cioiu en Vicenzo La Scola een aantal werken van Mascagni, Verdi en Pucinni ten gehore. Aan het applaus te oordelen, was er ronduit sprake van genieten.Treffend was de wijze waarop orkest, solisten en koor met korte audiovisuele presentaties werden ingeleid.Tegen een achtergrond van repetitie-impressies gaven dirigent en koor leden daarin commen taar op hun werk. Zo kwam een mooie verge lijking tot stand tussen het absoluut vereiste harmonieuze samen spel binnen een orkest of een koor en de samenwerking die aan de coöperatieve Rabo- bankorganisatie ten grondslag ligt. Europese Financiële Groep Niet onverwacht - ook Meijer wees er in zijn openings woorden op - besteedde Wijffels aandacht aan de Euro pese samenwerking. 'Schaalvergroting is noodzakelijk om de voordelen van de grote Europese markt te kunnen realiseren. Voor ons ligt het voor de hand dit te doen met soortgelijke partijen als de Rabobank. De effecten van een dergelijke samenwerking zullen het eerst waarneem baar zijn in de professionele markten, zoals die van Rabobank International, maar ook de lokale banken zul len ermee te maken krijgen. Het zit in de logica van de geschiedenis. We zijn lokaal begonnen, daarna regionaal en nationaal. Europees is de volgende stap. Elk niveau heeft zijn eigen taak en autonomie.' In het licht van de

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 21