Bankdirecteureen nieuwe dimensie r Column 7 edurende de laatste drie jaar is door beheerders en directeuren een uit gebreide discussie gevoerd over de invulling van de coöperatieve identiteit van de Rabobank. De weerslag daarvan is vastgelegd in de wijziging van de modelstatuten van de lokale banken en van de statuten van Rabo bank Nederland, waartoe op 2 april jongst leden met overgrote meerderheid van stemmen is besloten. Hiermee is de weg vrijgemaakt om een aantal vernieuwingen in de coöperatieve structuur door te voeren zoals de verbreding van de kring van leden en het vrijwillige karakter van het lidmaatschap,en daarmee samenhangend het afschaffen van de financiële aansprakelijk heid van de leden. Het zijn noodzakelijke voor waarden om in de toekomst een brede samenstelling van het ledenbestand te waar borgen. En daarmee kom je aan de kern van de coöperatieve bank, want zonder een grote groep van meer betrokken leden heeft de coöperatie geen bestaansrecht meer. Nu de beslissingen zijn gevallen komt voor mijn collega's de vraag naar voren wat er ver anderen zal in de rol van de directeur. Hij is straks volwaardig lid van het bestuur en als zodanig belast met een bijzondere porte feuille: verantwoordelijk voor de leiding van het bedrijf van de coöperatie. En bij de uitvoe ring daarvan laat hij zich als eindverantwoor delijke functionaris bijstaan door een manage mentteam dat tezamen met hem het bankbedrijf stuurt en managet. In dit opzicht zal er niet zoveel veranderen. De directeur leidt het bankbedrijf, beschikt daarvoor over de nodige bevoegdheden, legt verantwoor ding af binnen het bestuur en na accordering in dit college is het daarmee gekwalificeerd als uitvoering van bestuursbeleid. De duale rol van directeur-bestuurder en van voorzitter van het managementteam zal mijns inziens dan ook niet leiden tot een wezenlijke andere invulling van de functie dan thans het geval is. Ook nu is de directeur eindverantwoordelijk voor de leiding van het bedrijf en als zodanig stuurt hij het managementteam en rappor teert aan het bestuur. In deze schakelfunctie heeft de directeur een eigen rol en een speci fieke verantwoordelijkheid. Binnen een zake lijke context is dat goed uit te voeren, nu en in de toekomst. De veranderingen liggen veeleer op een ander vlak. Na 2 april 1998 is de directeur van een lokale bank niet meer alleen bankdirec teur. Er is een dimensie bijgekomen: de direc teur van een Rabobank is directeur van een coöperatie die een bankbedrijf uitoefent. Hij is medeverantwoordelijk voor het goed functio neren van de coöperatie die Rabobank heet èn hij is belast met het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen van de lokale Rabo bank. Daarmee kom ik op het grootste winstpunt van de Coöperatiediscussie. Het unieke karak ter van de Rabobank is opnieuw verwoord in de kerndoelstelling, namelijk dat wij er als Rabobank zijn om de klant te bedienen door het realiseren van klantwaarde bij de finan ciële dienstverlening. Dat is onze missie en daaraan zal de directeur in de komende jaren inhoud moeten geven. In de strategie die voor de bank wordt ontwikkeld en in de wijze waarop dat in het beleid van de bank wordt ingebed, naast alle bancaire doelstellingen. Maar ook in de wijze waarop verenigings zaken door medewerkers en management als een geïntegreerd onderdeel van het bank- beleid wordt gezien en beleefd, opdat allen zich ook medewerkers van een coöperatieve bank voelen en dit op een volwassen manier uitdragen. Als dat gebeurt,zijn wij in staat richting leden en klanten de coöperatieve bank nieuwe inhoud te geven en kan de uitvoering van de missie gestalte krijgen. De functie van de directeur van een Rabobank verandert in die zin dat hij niet meer leiding geeft aan een autonome bank die lokaal opereert. Vanaf nu geeft hij leiding aan een lokale bank die pri mair opkomt voor haar klanten en voor hun gemeenschappelijke belangen in het werkge bied en die daarvoor na zorgvuldige afweging zelfstandig beleid ontwikkelt. Voor iedere directeur die zich een coöperator voelt, lijkt mij dit een uitdagende opdracht die veel kan sen biedt om aan dit mooie beroep een nieuwe dimensie toe te voegen. Jan Buurman tot 1 april 1998 algemeen directeur van de Rabobank Westfriesland-Oost

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 7