6 'Als je vaak hoort hoe goed de coöperatie is, ben ik op m'n hoede.' over Schiphol te vertellen. Zodoende was hij in maart te gast bij de Rabobank Hasselt-Nieuwleusen waar de alge mene vergadering op het programma stond. 'Kr waren dik 130 aanwezigen en ik heb het er prima naar m'n zin gehad. Ook al een goed beeld gekregen van een aan gesloten bank.' Het optimum van een organisatie 'Vanzelfsprekend' heeft hij ook alle relevante stukken van de Coöperatiediscussie doorgenomen. 'Ik kan niet zeggen dat ik alles al even goed heb doorgrond, maar een behoorlijke notie heb ik er inmiddels wel van.' De coöpe ratieve structuur heeft zijn interesse meer dan gewekt. Het verbaast hem ook geenszins dat de organisatie daar zoveel tijd en energie insteekt. 'Het is als de klepel van de klok. Onder invloed van de tijd zul je daar telkens weer aandacht 'Hiërarchie aan moeten besteden. Mensen komen, dwing |e niet mensen gaan en de omgeving verandert meer af in deze voortdurend.' De enorme kracht van de tijd. Dat is over bank spreekt volgens hem uit het telkens en uit. Gelukkig weer vinden van een dynamisch even- maar.' wicht. De Rabobankorganisatie mag het voorbeeld heten van een klassiek manage- mentparadigma. 'Fysiek gespreide decentrale verant woordelijkheid - waar men het beste weet wat de klant wil - gekoppeld aan een centraal apparaat waarmee je profiteert van schaalvoordelen, nieuwe producten ont wikkelt, en identiteit en imago-aspecten analyseert. Als je er dan bovendien in slaagt dat geheel in een dynamisch evenwicht te houden, heb je naar mijn smaak bijna het optimum van een organisatie te pakken.' Kracht spreekt naar zijn mening ook uit de 'ultieme' vorm van klant gerichtheid waar de Rabobank voor wil staan. 'De hele organisatie is ermee doordesemd. Het betekent nogal wat als je tegen elkaar kunt zeggen 'we zijn er voor de klant en voor de samenleving en aan winstmaximalisatie heb ben we geen boodschap.' Wat Smits ook sterk heeft getroffen, en wat volgens hem al evenzeer mag duiden op grote kracht, is de enorme trots die mensen van de Rabo bank uitstralen. 'Overal kom ik dat tegen, of het nou gaat om bestuurders, managers of werknemers. Die "company-pride" heeft ongetwijfeld te maken met de coöperatieve structuur. Het is zeker iets om te koesteren.' Het creëren van een vliegwiel Hij weet dat de coöperatieve structuur bepaalde leiding gevende karakteristieken van de Hoofddirectie vraagt. 'Draagvlak kunnen creëren is een absolute vereiste, maar anderzijds moeten er - als de situatie daar om vraagt - toch ook snel knopen doorgehakt kunnen worden. De beste manier van leidinggeven is op basis van een natuur lijk gezag dat op inhoud overtuigt. Hiërarchie dwing je niet meer af in deze tijd. Dat is over en uit. Gelukkig maar. Leidinggeven is voor mij vooral het zoeken van consensus op basis van argumenten. De basis wordt gevormd door de persoon die je bent, hoe je doet, hoe je handelt, de integriteit en het geloof dat je uitstraalt. Het is zeker ook een kwestie van veel praten met mensen, het debat voeren. Ik zie het eigenlijk vooral als het creëren van een vliegwiel in de organisatie, zodat het proces gro tendeels vanzelf gaat.' Hij heeft er geen bezwaar tegen als een doener bestempeld te worden, maar dan wel een doe ner die altijd handelt vanuit een langjarig strategisch con cept. Hvaluatiemomenten zijn essentieel in die visie. 'Je moet de vraag beantwoorden wat je over pakweg tien jaar wilt zijn. Daar moet breed en uitgebreid over wor den gesproken en vervolgens moeten er concrete stappen worden gezet. Niet langer dralen en na een jaar of vijf moet je kijken hoe je ervoor staat.' Het is duidelijk dat Smits hier met een schuin oog naar de Coöperatiediscussie kijkt. 'Als je vaak hoort hoe goed de coöperatie is, ben ik op m'n hoede. Je moet het gewoon kunnen laten zien. Het gaat om de vertaalslag. De overlegstructuur moet niet verhinderen dat we slagvaardig blijven. We zijn zake lijk bezig, runnen uiteindelijk gewoon een onderneming met het geld en het vertrou wen dat we van mensen krijgen. Dat ver plicht ons ook niet altijd alleen maar aardig voor elkaar te zijn.' Hij besluit met een verwijzing naar de sportiviteit waarmee het gesprek begon. 'Sporten doe je samen. Dat heeft een element van aardigheid. Maar in het vuur van het spel, daag je elkaar uit tot het uiterste te gaan. Pas als je dat van elkaar hebt gevergd, kun je weer samen ont spannen. Altijd aardig zijn, kan ook verkeren in een zwakte.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 6