Bestuurders bedankt!
genwoordiger van de 45.000 Rabobankmedewerkers
bijna persoonlijk tot de aanwezige bestuurders toen hij
hen bedankte dat zij die medewerkers nu een helder
baken hebben aangereikt waarop zij hun inspanningen in
het werken van alledag kunnen richten. Dat baken ligt in
het leveren van klantwaarde, een begrip dat eigenlijk al
zo oud is als de Rabobank, maar dat door de Coöpera
tiediscussie in combinatie met Visie '98 opnieuw een her
kenbare inhoud en een verbreding heeft gekregen. Klant
waarde blijkt enerzijds uit marktaandelen en financiële
kengetallen, maar is ook goed te meten door er bij de
klanten zelf naar te vragen. Bovendien hebben die klan
ten hun vertegenwoordigers afgevaardigd in de bestuurs
colleges van onze banken. In het bestuur van elke bank
vinden de klantbelangen nog nadrukkelijker dan thans
hun klankbord in de gekozen bestuurders in samen
spraak met de benoemde professionele bestuurder, de
bancaire manager. Het aldus samengestelde bestuur zal
de bank gericht houden op het realiseren van klant
waarde. F.n de raad van toezicht zal het functioneren van
de bank met name daaraan toetsen.
Het zijn geen eenvoudige opgaven waarvoor onze
bestuurders en directeuren zich nu geplaatst zien. Kr ligt
een overvolle "agenda voor de toekomst" te wachten,
zoals voorzitter Wint Meijer van de Raad van Beheer
aankondigde. Communicatie met medewerkers en leden
zal het eerste onderdeel van die agenda vormen. Daar
naast komt de uitdaging het aantal leden aanzienlijk te
vergroten. Maar ook het in de prakrijk brengen van het
nieuwe bestuursmodel zal veel energie vergen. Een aantal
banken is hiermee al gestart. Bank Bestuurder zal hen
hierbij volgen. Voor deze aflevering vroegen wij Jan
Buurman hij zijn afscheid als algemeen directeur van de
Rabobank Westfriesland-Oost zijn visie te geven op de
nieuwe rol van de benoemde bestuurder. Hij noemt deze
rol uitdagend, met veel kansen om aan het mooie beroep
van directeur een nieuwe dimensie toe te voegen.
Aan de vooravond van onze honderdste verjaardag is een
gelukwens voor datgene dat op 2 april werd bereikt op
z'n plaats.
Hans Roosen
et applaus begon wat aarzelend, nam in volume
toe en zakte weer weg. Het was 2 april 1998. De
dag van de extra Algemene Vergadering van de
Rabobank. In het Utrechtse Beatrixgebouw was zojuist
de uitslag van de stemmingen bekendgemaakt. Een over
weldigende meerderheid koos voor een nieuwe Rabo
bank waar klantwaarde niet alleen centraal staat in de
doelstelling, maar ook in de wijze van besturing. Met de
combinatie van die twee elementen onderscheidt de
Rabobank zich van de concurrentie. In onze geschied
schrijving zal het jaar 1998 niet worden herinnerd als het
jaar van het eerste eeuwfeest, maar als het jaar van de
vernieuwing. De ontwikkeling van een coöperatie met
één product, de kredietverlening, via een bankbedrijf met
een groot scala aan producten, tot een brede coöpera
tieve financiële dienstverlener heeft haar neerslag gevon
den in de formele, statutaire regels van de Rabobank. De
onlosmakelijkheid van vereniging en bedrijf is opnieuw
bevestigd.
Het wat aarzelende applaus zal ook iets te maken hebben
gehad met de jaren die achter ons liggen. Ruim drie jaar
heeft de Coöperatiediscussie de agenda's op lokaal en
centraal niveau bepaald. De discussie was intensief en
uitputtend. Dat gold met name voor de discussie over het
beheer, waar de aanvankelijk uiteenwaaierende stand
punten stap voor stap moesten worden ingedikt om tot
één keuze te kunnen komen. De discussie heeft plaatsge
vonden in een periode waarin de Rabobank voor gewel
dige uitdagingen staat, omdat de bancaire markten wor
den gekenmerkt door een hevige concurrentiestrijd. Een
periode ook waarin heel veel van de medewerkers werd
gevraagd, waardoor er nauwelijks tijd overbleef
om met hen de nieuwe koers en
met name de consequenties
daarvan in hun dagelijkse
praktijk te bespreken.
Hoofddirectievoor
zitter Herman
Wijffels richtte
zich als verte-