overnames', aldus Visser. 'Hiermee ver
mijden we bovendien dat onze investment
banking activiteiten leiden tot het ont
staan van een bank binnen de bank.' Ver
der liet hij er geen twijfel over bestaan dat
het oude adagium "buitenland dient bin
nenland" onverminderd opgang doet:
'Aan klanten van aangesloten banken
dient te allen tijde de gewenste dienstver
lening te worden geboden.' Uit het ver
haal van Visser en de beantwoording van
de gestelde vragen schemerde bij leden
van CKV door dat zich op niet al te lange
termijn een essentiële discussie over het
internationale bankbedrijf zal aandienen.
'Euroland betekent voor ons onherroepe
lijk de noodzaak tot het opheffen van
kleinschaligheid die ons parten zal gaan
gebracht! Maar eventuele vormen van
samenwerking zullen geen afbreuk doen
aan de structuur en de positionering van
de lokale banken.'
In gewone mensentaal
De uitdijende samenhang kwam ook naar
voren bij de behandeling van het beleid
van de Stichting Steun door Rabobanken.
Naar aanleiding van een aantal opmerkin
gen over misverstanden in de binnen
landse steunverlening beloofde Van den
Goorbergh betere voorlichting aan de
lokale banken en het gebruik van heldere
criteria. Hij schetste een teneur in de
beleidsontwikkeling van de SSR waarbij
charitatieve hulp plaats maakt voor een
emanciperende aanwending van de gel-
spelen', verklaarde Wijffels. 'De vraag is
dus', zo zei hij, 'hoe lang onze polsstok is
en in hoeverre de organisatie bereid is
bepaalde onderdelen, zoals bijvoorbeeld
Rabobank International of Interpolis,
onder te brengen in een samenwerkings
verband met andere partijen. Hij bena
drukte dat we in dat geval niet meer
alleen de baas zullen zijn over een eventu
ele "halfdochter". 'Het is echt geen inge
wikkelde algebra waar we het over heb
ben', vatte hij de problematiek kernachtig
samen. 'We denken er voortdurend over,
we praten er voortdurend over, en de
vraag is of we bereid zijn. In ieder geval
bent u de eerste die op de hoogte wordt
drs. Henk Visser (r.):'Aan klanten van aangesloten ban
ken dient te allen tijde de gewenste dienstverlening te
worden geboden.'
den. 'De hulpverlening vindt steeds min
der plaats "a fonds perdu" en steeds
vaker door het verstrekken van leningen
en garanties.' Vanuit de CKV werd de
gedachte geopperd om aan de SSR een
participatiemaatschappij te verbinden, die
misschien interessante aanknopingspun
ten voor Rabobank International kon
gaan bieden. Van den Goorbergh beves
tigde dat kruisbestuiving met de mede
werkers van Rabobank International
reeds dikwijls aan de orde is en dat de
SSR zeker een hefboomwerking voor
Rabobank International in zich heeft.
Over het opstellen van ambitiestatements
waren de meningen in de CKV nog nier
uitgerijpt. 'Het is een zware wissel om dit
proces goed te laten verlopen', vond een
afgevaardigde, 'want het zal immers die
nen uit te monden in een volstrekt andere
opstelling van bestuur, directie en mede
werkers.' Er werd zorg uitgesproken over
het tempo en van diverse zijden werd aan
gedrongen op de mogelijkheid zelf de
agenda te kunnen bepalen. Het belang
van het organisatiebreed opstellen van
ambitiestatements was overigens onom
streden. Wijffels lichtte nog eens toe dat
het de bedoeling was om de Coöperatie
discussie te laten neerslaan op één velletje
in "gewone mensentaal". Dat zal ook uit
stekend kunnen worden gebruikt om een
nieuwe versie van de Signatuur mee te
openen. 'Het gaat om een antwoord op de
vraag "waartoe zijn wij op aard?" en die
oefening zal men zelf moeten doen', aldus
Wijffels. 'Het belang zit niet zozeer in de
gebruikte formuleringen, als wel in het
proces zelf. Het is een prima manier om
met de medewerkers in discussie te gaan
over de coöperatie.' Gehoord de CKV
stelde hij voor de statements niet dwin
gend in de voorjaarskringen aan de orde
te stellen, maar te streven naar finale
behandeling in de najaarskringen. 'Het is
immers ook', zo luidde zijn conclusie,
'hoog tijd dat kringvergaderingen zelf de
eigen agenda gaan bepalen en die niet
meer laten afhangen van Rabobank
Nederland. CKV-voorzitter ir. David
Euteijn stelde vast dat men zich in 'deze
historische verandering van initiatief' zeer
wel kon vinden.
19