Veel creativiteit in al die
De Coöperatiediscussie loopt formeel op z'n eind. Maar het
beoogde proces van coöperatievernieuwing staat eigenlijk nog te
beginnen. Plaats van handeling is de lokale bank. Daar staat men
voor de niet geringe opgave alle mooie woorden in praktijk te
brengen. Over een ding lijkt bijna iedereen het eens: zonder een
gezonde betrokkenheid van de medewerkers bij de coöperatieve
aspiraties zal dat niet gaan. We vroegen vier mensen aan tafel.
Twee voorzitters en twee directeuren, leder met een eigen kijk. Dat
zijn we ook gewend binnen de organisatie. 'Geef ons maar de lijst,
00
<3\
het schilderij maken we zelf wel.'
E
3
C
cht willekeurig samengesteld is het gezelschap niet.
|L De twee directeuren, Lex Groothengel van de
Rabobank Harderwijk-Ermelo-Putten en Piet
I loogendoorn van de Rabobank Uithoorn, volgden de
MBA-opleiding te Nijenrode. In het kader van hun afstu
deerscriptie verdiepten zij zich - overigens los van elkaar
CQ
- in de betrokkenheid van de medewerkers bij de coöpe
ratieve bank. Mevrouw Bertha Hovers, bestuursvoorzit
ter van de Rabobank Beesel-Belfeld-'Tegelen-Reuver, heeft
met haar bank al een intensief traject in de coöperatiever
nieuwing achter de rug. Piet van Namen, een coöperator
van het eerste uur, is voorzitter van de Rabobank
Zwijndrecht. Daar worden onder druk van de markt
omstandigheden de prioriteiten nog heel anders gelegd.
Een klein kringetje
Gevraagd naar de ervaringen met de Coöperatiediscussie
aarzelt Groothengel niet af te trappen met een kritische
kanttekening. 'Ik vind het allemaal nogal tweeslachtig.
Bestuur, raad van toezicht en directie hebben heel plezie
rige discussies gehad. Allemaal prima en constructief.
Maar het is een klein kringetje. En we hebben juist
gezegd dat het om de klant gaat. Die wordt bediend door
onze medewerkers, maar aan hen is de discussie eigenlijk
voorbijgegaan.' Mevrouw Hovers heeft een ander beeld.
'Bij ons is van meet af aan het acceptatieproces in de col
leges inderdaad vrij vlekkeloos verlopen. Maar we heb
ben de medewerkers er vrijwel direct bij betrokken.' Ach-
'Beetje verliefd op de Rabobank'
Mevrouw Bertha Hovers, sinds 1990 actief voor de bank, is bestuursvoor
zitter van de Rabobank Beesel-Belfeld-Tegelen-Reuver. Vorig jaar werd zij
kringvoorzitter en sindsdien maakt zij dus deel uit van Centrale Kringver
gadering. Deze "zakenvrouw van het jaar 1988" is vanaf januari dit jaar werk
zaam als voorzitter van de Metaalunie. Eerst had zij weinig op met de coöpe
ratieve bank, nu vindt zij het een schitterende ondernemingsvorm, waaraan
zij heel haar hart heeft verpand.
teraf adviseert zij dat ook zo snel mogelijk te doen: 'Je
boort ontzettend veel kennis en ervaring aan.' Een heel
ander geluid komt van Van Namen: 'lk heb het toch een
wat moeizame operatie gevonden. De banken in mijn
kring waren volop in de slag met Visie '98, Delta en
noem maar op. De Coöperatiediscussie was eigenlijk een
storende factor, die snel een zekere vermoeidheid te weeg
bracht. Beslissen en aan de slag, dat ligt ons beter.'
Hoogendoorn leidde in de drie jaar die de Coöperatie
discussie duurde twee banken. 'Bij beide was het proces
toch erg intern gericht', zegt hij. 'De klanten dreigden
buiten beeld te blijven.' Hij vindt wel dat de organisatie
het hele traject buitengewoon zorgvuldig heeft afgelegd.
'Maar er is een onbalans opgetreden in de discussie over
de drie B's. Het accent kwam te liggen op het Beheer. Het
was daarom lastig de banken op een goede manier aan
de gang te krijgen.' In zijn MBA-scriptie heeft hij onder
bouwd dat een aanpak van onderaf geboden is.
Verschil in abstractieniveau
Nadat Hoogendoorn zeven maanden geleden bij de bank
Uithoorn als directeur begon, kwam men daar tot de
slotsom dat een groot revitaliseringsprogramma de beste
weg was. 'Een proces dat door de hele bank moest gaan
met als centrale vraag: waartoe is de Rabobank Uithoorn
op aard?' Ook bij de bank van mevrouw Hovers blijkt
dat de leidende vraag te zijn geweest. Merkbaar is dat
beide banken op onderdelen de ondersteuning hebben
ingeroepen van de Stafgroep Coöperatie. 'We hebben een
kick-off gehad met onder andere een inleiding van de
voorzitter van de Raad van Beheer, de heer Meijer', ver
telt Hoogendoorn. 'Niet dat we dachten dat de mede
werkers daarmee direct het ware geloof zouden krijgen,
maar wel om een denkpatroon op gang te brengen. Er is
namelijk een enorm verschil in abstractieniveau.' Dat is
ook de ervaring van Groothengel: 'In onze organisatie
praten vaak mensen vanuit een langjarige ervaring met
veel wijsheid over de coöperatie, maar de mensen die het
uit moeten voeren, zitten op een heel ander plan. Daar
gaapt een kloof. Gevoelsmatig is er wel het besef dat de
coöperatie iets fantastisch is en dat je er heel veel mee
kunt. Maar willen we er echt iets mee kunnen, dan zal de
invulling toch van onderaf moeten komen. Als je het van
bovenaf inplant, werkt het niet. Dan blijven het toch
maar woorden.' Voor zijn MBA-scriptie heeft Groot
hengel die gedachte ook beproefd. Een groep jonge
Rabobankmedewerkers uit de hele organisatie ging langs
de weg van het "waarderend onderzoek" op zoek naar
een eigen interpretatie van de coöperatie. 'De Stafgroep
Coöperatie was verbijsterd over de resultaten. Alles
mocht, niets moest, er werden vooraf geen waardeoor-