Good guys and
bad guys
ider van de viering van
ons eeuwfeest. Arnold
gaat in dat interview
ook op deze tegenstel-
Hans Roosen
Binnen onze organisatie hebben we heel veel dat
ons verbindt, maar er zijn ook tegenstellingen.
Tegenstellingen tussen lokale banken en Rabobank
Nederland, tussen grote en kleine banken, tussen stads
en plattelandsbanken, tussen bestuurders en professio
nals. Kn zo zijn er nog wel wat. Er lijkt ook een tegenstel
ling te bestaan tussen coöperatoren en commerciëlen. In
het ledenblad van onze directeuren, VDR-Informatief,
kwam dat onlangs naar voren. Hans Bais, directeur van
de Rabobank Doesburg-diesbeek en Hoofdbestuurslid
van de VDR, onderscheidt binnen de Rabobankorgani-
satie de basicplayers en de profitplayers. Het eerste type
past perfect in het profiel dat we na drie jaar discussiëren
met elkaar (opnieuw) hebben vastgesteld. Het zijn de
echte coöperatoren. Het tweede heeft maar één doelstel
ling en dat is winst maken. Dat die stromingen er zijn,
valt niet te ontkennen. Maar misschien is het wel wat erg
zwart-wit om te stellen - zoals Bais doet -, dat de eerste
categorie met name bij de lokale banken is te vinden en
de tweede met name bij Rabobank Nederland en dan
nog in het bijzonder bij Rabobank International. Het
wordt dan een beetje het verhaal van the good and the
bad guys. Natuurlijk zijn vertegenwoordigers van die
beide stromingen goed herkenbaar. Er werken bij Rabo
bank Nederland zeker mensen die weinig kaas hebben
gegeten van onze coöperatieve structuur en de daarmee
samenhangende verhoudingen in de organisatie waar
door ze de lokale banken beschouwen als filialen van de
Utrechtse of Eindhovense "hoofd"kantoren. En waar
klanten geen andere waarde hebben dan dat je er goed
aan kunt en moet verdienen.
In deze aflevering van Bank Bestuurder zijn twee arti
kelen opgenomen over Rabobank International. Een
interview met de voorzitter van haar directie, Arthur
Arnold, en een verslag van de activiteiten van medewer
kers van Rabobank International in het
kader van de vieri
lingen in. Hij betreurt ze en noemt ze onterecht. In zijn
ogen ligt de kracht van onze organisatie juist in haar
diversiteit. Daaruit moeten we energie putten. Tegelijker
tijd stelt hij dat voor samenwerking respect over en weer
nodig is, maar ook waardering voor elkaar. Verdiep je je
vervolgens in de activiteiten van onze collega's van Rabo
bank International in het kader van ons eeuwfeest, dan
raak je onder de indruk van hun enorme betrokkenheid
bij de Rabobank. Wat er tot in de uithoeken van de
wereld door Rabobankmensen wordt gedaan, is gewel
dig. Is iets om trots op te zijn. Maar vraag ze niet naar de
diepere betekenis van de Coöperatie, want dan blijven ze
het antwoord schuldig. Voor bestuurders en directeuren
van lokale banken zou het overigens aardig zijn nog 'ns
terug te denken aan het begin van de Coöperatiediscus
sie, toen we met z'n allen ook moeite hadden hoe we die
vraag zouden moeten beantwoorden. En ook nu nog is
dat geen eenvoudige opgave!
In het najaar van 1997 hebben we met elkaar een eerste
gedachtewisseling gehad over een ambitiestatement voor
de Rabobankorganisatie. Een dergelijk ambitiestatement
definieert wat we aan gemeenschappelijke waarden heb
ben en hoe we binnen die waarden functioneren. Elk
onderdeel van de Rabobankorganisatie is uitgenodigd
een eigen ambitiestatement te formuleren. Ook Rabo
bank International dus, en ook elke individuele lokale
bank. Aan de formulering is maar één voorwaarde
gesteld. De formulering zal moeten passen in het state
ment van de totale organisatie. Dit onderstreept des te
meer het belang van een serieuze behandeling van dat
concept-ambitiestatement in de eerstkomende Centrale
Kringvergadering en de voorjaarskringvergaderingen. Op
het ambitiestatement mogen we elkaar straks aanspre
ken. Dat wordt ons kompas, waarnaar ook de profit-
player van Bais zich zal
moeten richten. Ook tegen
die achtergrond verdient
de bespreking van het
concept-ambitiestatement
serieuze aandacht: het mag
niet bij een papieren
oefening blijven.