5 ta tu ten wijzig in gen kritisch getoetst Centrale Kringvergadering Het buitengewoon karakter van de 102e Centrale Kringvergadering kreeg extra accent doordat de voorzitter van de Raad van Beheer op het podium werd geflankeerd en bijgestaan door mr. Dick Schijf, secretaris van de Hoofddirectie en hoofd van het directoraat Juridische en Fiscale Zaken, in zeer korte tijd had zijn directoraat de veranderingsvoorsteiien uit de Coöperatie discussie in statutenwijzigingen weten te verwoorden. Een fraai staaltje juridische vertaalkunst, waaraan ook diverse CKV- leden met juridische kennis hadden bijgedragen. Nu bleken ook andere leden zich grondig in de materie te hebben verdiept. e CKV op 7 januari kon worden gezien als een testcase voor de ver dere behandeling van de statuten wijzigingen binnen de organisatie. Spoe dig zou blijken dat de teneur die werd gezet overwegend positief was. De samen stellers van het pakket kregen van diverse zijden lof toegezwaaid. Hoewel er een spervuur van vragen en opmerkingen richting het podium ging, was het duide lijk dat men het pakket van voldoende kwaliteit achtte om er de extra kringver gaderingen mee in te gaan. Voorzitter van de Raad van Beheer Wirn Meijer drukte de vergadering vooraf op her hart zich niet te laten verleiden tot het op punten heropenen van de discussie. Men diende zich echt te beperken tot het toetsen van de statutenwijzigingen. Van belang was nu of deze een juiste vertaling vormden van de in de Coöperatiediscussie onder schreven voorstellen. Overigens was het niet nodig gebleken alle twaalf voorstellen in wijzigingen te vervatten, omdat de bestaande bepalingen in sommige gevallen toereikend waren. Interpretatieverschillen 'De belangrijkste elementen van deze wij zigingen', zo lichtte Meijer toe, 'zijn de doelomschrijving van de coöperatie, de bepalingen van het lidmaatschap, de vormgeving van het bestuurlijk model en de rol en de taak van de raad van toe zicht.' Wel was de aanpassing van statu ten aangegrepen om waar nodig wette lijke bepalingen en regelgeving van De Nederlandsche Bank in de artikelteksten te verwerken. Ook plaatste hij de kantte kening dat de statuten eigenlijk qua struc tuur en opbouw toe zijn aan een grondige revisie. Daarvoor was nu echter niet geko zen, omdat het risico van verder tijdver lies niet denkbeeldig was. 'Een fundamen tele herziening van de statuten, zowel die van de aangesloten banken als die van Rabobank Nederland, kan op een later moment worden overwogen', aldus de voorzitter van de Raad van Beheer. Zoals verwacht mocht worden, ging het bij veel van de vragen, die vanuit de Centrale Kringvergadering werden gesteld, om een nadere verduidelijking van teksten. Was een bepaald artikel wel eenduidig, wat werd er nu precies bedoeld? Vanuit menig kringbestuur waren bovendien al schrifte lijke wijzigingsvoorstellen en vragen inge diend. Om toekomstige interpretatiever schillen zoveel mogelijk uit te sluiten, werd meer dan eens besloten om de toe lichting wat uit te breiden of de formule ringen bij te stellen. Vrijheidsgraden Veel aandacht ging uit naar het artikel 34 waarin staat beschreven dat de benoe ming van de statutaire directeur de goed keuring behoeft van Rabobank Neder land. Deze bepaling is geen uitvloeisel van de Coöperatiediscussie, maar de neerslag van regelgeving van De Nederlandsche Bank in het kader van het aan Rabobank Nederland gedelegeerde toezicht op de aangesloten banken. Ook op andere pun ten werd spanning geconstateerd met de lokale autonomie. Zo vroeg iemand zich af wat er diende te gebeuren wanneer de algemene vergadering van een lokale bank, als hoogste statutaire instantie, toch van de vastgestelde modelstatuten wilde afwijken. 'Wat zijn de vrijheidsgraden en hoe zal Rabobank Nederland zich opstel len hij afwijkingen?' Meijer antwoordde dat de vrijheidsgraden slechts minimaal zijn. 'Wanneer de gezamenlijke aangeslo ten hanken deze modelstatuten eenmaal hebben vastgesteld, wordt iedere lokale bank geacht zich daaraan te houden.' Een andere afgevaardigde formuleerde vrij scherp dat de voorliggende modelstatuten naar zijn mening een verdergaande inbreuk betekenden op de plaatselijke autonomie. De afhankelijkheid van Rabo bank Nederland zal er nog sterk door toe nemen. Meijer diende hem krachtig van repliek. 'Daar ben ik het dus echt hele maal niet mee eens', zei hij enigszins geraakt. 'De autonomie van de aangeslo ten bank wordt weliswaar in een nieuw

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 18