MO-2000 sterk gebaat bi
4
"Management Ontwikkeling op weg naar 2000"- kortweg
MO-2000 - wil de beschikbaarheid en inzetbaarheid van voldoende
gekwalificeerde directeuren in de komende jaren organiseren en
garanderen. Het daarvoor uitgestippelde beleid is binnen de orga
nisatie breed onderschreven. Maar we weten ook dat de Raboprak-
tijk desondanks wel eens weerbarstig kan zijn. Twee bestuursvoor
zitters en twee directeuren kwamen naar Utrecht om hierover van
gedachten te wisselen. Ook Management Ontwikkeling was van de
partij. Over een ding was men het zeker eens: alleen volwassen ver
houdingen kunnen succes verzekeren.
en knellende vraag kwam tijdens het gesprek regel
matig op tafel: voor wie staat Management Ont
wikkeling in de eerste plaats opgesteld? Voor het
bestuur van een lokale bank dat een goede directeur wil
aantrekken of juist wil behouden, voor de directeur die
al dan niet wil doorstromen, of voor de organisatie die
gebaat is bij een zekere sturing in het totale potentieel?
Deze "loyaliteitskwestie" is in hoge mate bepalend voor
de dilemma's waarvoor Management Ontwikkeling zich
in de praktijk ziet geplaatst. Het is niet eenvoudig een
voor alle partijen bevredigende rol te spelen. Wie lieten
daar in Utrecht hun licht over schijnen? Drs. Kobus
Walsma, vanaf '78 bij de Rabobank Bergum betrokken,
bestuursvoorzitter, kringvoorzitter en lid van de Centrale
Kringvergadering. In het dagelijks leven Gedeputeerde
van de provincie Friesland en loco-commissaris van de
Koningin. Prof.dr.ir. Martin Tielen, vanaf '8.1 bestuurs
voorzitter van de Rabobank Boxtel-Liempde, kringvoor-
zitter, lid van de Centrale Kringvergadering en van de
Begeleidingscommissie Coöperatie Aangelegenheden. In
het dagelijks leven is hij hoogleraar aan de Faculteit Dier
geneeskunde te Utrecht en beleidsadviseur bij de Gezond
heidsdienst voor Dieren. Coert Beerman MBA, sinds '96
directeur van de Rabobank Oosterhout, daarvoor vieren
half jaar bij de Rabobank Nieuwerkerk-Moordrecht en
voor die tijd werkzaam in diverse functies bij Rabo-
banken. Cees van der Linden, sinds '95 directeur van de
Rabobank Alphen aan den Rijn, daarvoor acht jaar bij
de Rabobank Halfweg-Zwanenburg en voor die tijd
werkzaam in uiteenlopende functies binnen de organisa
tie. Van de zijde van Management Ontwikkeling was
seniorconsultant Auke Selhorst MBA aanwezig, voorma
lig directeur met veel ervaring bij lokale banken en Rabo
bank Nederland.
"Hoe lang denk je hier te blijven"
'MO kan geen "alleenvertoningsrecht" binnen de organi
satie claimen. Ze moet dat ook niet willen, vindt Tielen
desgevraagd. 'Wanneer een directeur vindt dat hij toe is
aan een nieuwe uitdaging, moet dat allereerst binnen de
lokale bank zelf aan de orde komen. Pas daarna kan MO
aan het werk. Maar ook zonder MO kan een directeur
natuurlijk kansen voor verbetering zien.' Belangrijk is
volgens hem dat zoiets in goede verstandhouding tussen
bestuur en directeur bespreekbaar is. Zijn collega-voor
zitter Walsma gaat daarin mee. 'De eerste gang van een
directeur die iets anders wil moet niet naar MO zijn.
Ook ik ga ervan uit dat de voorzitter van het bestuur
hiervan door de directeur op de hoogte wordt gesteld.
Als het goed is, moet dat al in de functioneringsgesprek
ken tijdig naar voren komen.' Directeur Beerman vindt
dit eigenlijk een open deur. 'Normaal gesproken mag het
vertrek van een directeur nooit een verrassing zijn. Fen
voorzitter dient te weten dat zijn directeur een andere
functie ambieert. Dat is klip en klaar. Daarnaast is het
natuurlijk een goede zaak dat MO werkt aan een
gerichte loopbaanplanning van een directeur en hem ook
benadert als ze doorstroommogelijkheden zien.' De prak-