V És™ V S vjs Tijdens de inleiding van ir. Te Kamp lichting en het bancair begeleiden van sta ges in het buitenland. Niet primair het salaris Zoals gebruikelijk, werden ook tijdens dit regiobezoek de avondlijke uren ingeruimd om met elkaar van gedachten te wisselen over interne aangelegenheden. Vanuit de Rabobank Berkel-IJssel werd door Jeannette Appel, commercieel manager Financieel Advies, aandacht gevraagd voor een spanningsveld waarin veel jonge en met name commerciële medewerkers verkeren. Aan de ene kant hebben ze te maken met de door klanten zeer gewaar deerde continuïteit in de relatie, aan de andere kant met de eigen verantwoorde lijkheid voor hun loopbaan. Zij schetste daarbij een goed beeld van de problemen die dit bij een commerciële afdeling kan opleveren. Ook wees zij op de toene mende praktijk dat steeds vaker jonge medewerkers worden benaderd door headhunters en dat ook collega-Raboban- ken goede krachten wegkopen. Voor haar stond het vast dat een goed personeelsont wikkelingsbeleid een belangrijke voor waarde is om de belangen van de mede werkers, maar ook van de banken, te dienen. Ze nam afstand van het beeld dat commerciële medewerkers zich uitsluitend door het grote geld laten sturen. 'We zijn op zoek naar individuele prikkels en die liggen echt niet alleen op het terrein van het salaris. Ik denk ook aan de mate van zelfstandigheid in het functioneren, de aangeboden opleidingsmogelijkheden, de doorgroeikansen hinnen de eigen bank en de stijl van leidinggeven door het manage ment. Fin misschien ook aan bepaalde vormen van prestatiebeloning.' Van de ruimte die haar werd geboden, maakte ze gebruik om ook haar zorg uit te spreken over de stijgende kosten. 'Visie '98 dwingt ons terecht tot een pro-actieve opstelling. Die opstelling is relatief kostbaar en moet enerzijds worden gecompenseerd door hogere opbrengsten, maar zal aan de andere kant ook mogelijk moeten worden gemaakt door kostenreductie. Deze zal met name gevonden moeten worden op het terrein van de back-office-activiteiten. Daarvoor zijn echter geautomatiseerde hulpmiddelen nodig die nog in onvol doende mate voorhanden zijn.' Haar uit spraken brachten algemeen directeur Schepers van de Rabobank Deventer tot de opmerking dat in het leiding geven steeds meer de coachende elementen moe ten domineren. De controlerende manager van weleer past niet meer in het tijds beeld. De coachende leider zou niet mogen worden verrast door het plotse linge vertrek van medewerkers. 'Door stroming moet een natuurlijk proces zijn waarover je met elkaar afspraken maakt. Daarbij past het vasthouden aan een vaste functieverblijfstijd niet', aldus Schepers. Visie '98 centralistisch? Zijn collega, algemeen directeur Maas van de Rabobank Apeldoorn, zag een zekere tegenstelling tussen de uitkomsten van de Coöperatiediscussie en het effect van Visie '98. Gaf de Coöperatiediscussie de banken juist ruimte voor lokale profi lering, Visie '98 bestempelde hij als een centralistische marktbenadering. Illustra tief in dat verband noemde hij de Rabo- krant waarin regelmatig op beleidsmatig terrein uitspraken worden gedaan die het voor de lokale banken bezwaarlijk maken eigen beleid te kiezen. Directeur Bouw- kamp van Rabobank Nederland, voelde zich als een van de "peetvaders" van Visie '98 duidelijk aangesproken. In zijn ogen standaardiseert Visie '98 wat mogelijk is, juist om de banken in de gelegenheid te stellen maatwerk te leveren waar dat nodig is. Hij erkende wel dar de Rabo- krant door de banken vaak als te subjec tief wordt beleefd, als His Masters Voice. Hieraan zal aandacht moeten worden besteed. Op een opmerking van directeur Schepers dat de Coöperatiediscussie er niet toe mag leiden dat de bank een wat "softe" instelling wordt, waar op het woord commercialiteit een taboe rust - 'het lijkt wel of we niet meer op een klant mogen verdienen'- reageerde Hoofddi rectielid Visser met een heldere toelichting op het begrip klantwaarde. Hij zette uit een dat voor de Rabobank de klant het oriëntatiepunt is voor haar handelen, doch dat daarbij wel de interne doelstel lingen op het terrein van rentabiliteit en solvabiliteit betrokken moeten worden. Onder deze randvoorwaarden zullen we aan onze klanten "verdienen". Dagvoorzitter Meilink, tevens voorzitter van de bank Berkel-IJssel, kon met tevre denheid terugkijken op een dag die hij niet alleen voor de bezoekers, maar ook voor de ontvangende banken inspirerend noemde. 2 I

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 21